Bestrijding van de onwetendheid betreffende SHIRK (!!!)

Shishani

moderator
Staff member
Belangrijk! Lees dit (onderstaande artikel), o dienaren van Allaah! Moge Allaah ons kennis schenken.

Bestrijding van de Onwetendheid van veel mensen betreffende de Aanbidding van anderen naast Allaah
Door Al-Imaam Al-'Allaamah ‘Abdoel-‘Aziez bin ‘Abdoellaah bin Baaz (rahimahoellaah)
http://www.ahloelhadieth.com

Alle lof is aan Allaah, moge Allaahs Zegen en Vrede met de Boodschapper van Allaah, zijn familie, metgezellen en oprechte opvolgers zijn! Wat volgt:

Waarachtig, het is zo dat veel mensen geen onderscheid weten te maken tussen de zaken die Islaamitisch wettelijk toegestaan zijn, en de verboden soorten van aanbidding en innovaties die zich (jammer genoeg) afspelen op de begraafplaatsen. Men kan door deze ontwetendheid en door toedoen van het blindelings volgen vervallen in het uitvoeren van de Grote Shirk.1 Daarom is het een verplichting voor de bezitters van kennis om het geloof overal aan de mensen te verduidelijken, en hen in te lichten over de werkelijkheid van de toekenning van partners aan Allaah (Shirk), en de Eenheid van Allaah. En daarom is het een verplichting voor de geleerden dat zij de mensen inlichten over de verschillende manieren die een persoon in shirk doet belanden, en over de verschillende soorten innovaties (bid’ah) die zich in hun samenleving manifesteren, zodat zij hier tegen gewaarschuwd zijn. Allaah Ta'aalaa zegt:

“En (gedenk) toen Allaah een verbond sloot met degenen die het Boek gegeven waren (Joden en Christenen) om het (boek) aan de mensen duidelijk te maken en het niet te verbergen.”2

En Allaah Soebhaanahoe wa Ta'aalaa zegt:
“Voorwaar, zij (de Joden en de Christenen) die de duidelijke bewijzen, feiten en de Leiding die Wij hebben neergezonden verbergen (de Profeetschap van Moehammad (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam)), nadat Wij die aan de mensen duidelijk hebben gemaakt in het Boek, zij zijn degenen die Allaah Vervloekt en de vervloekers vervloeken hen ook.3 Behalve degenen die berouw tonen, goede werken verrichten en openlijk (de Waarheid die zij achtergehouden hebben) duidelijk maken. Hun berouw zal Ik aanvaarden. En Ik ben de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige.4

De Profeet (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) zegt:
“Wie (een ander) naar het goede gidst, krijgt dezelfde beloning als degene die het (goede) uitvoert.”5

En hij (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) zegt (ook):
“Wie uitnodigt naar Leiding krijgt een beloning gelijk aan de beloning van degenen die hem volgen, zonder dat hun (eigen) beloning vermindert, en wie naar dwaling uitnodigt krijgt de (gelijke) zonden als diegenen die hem volgen, zonder dat er iets van hun eigen zonden vermindert.”6

In de twee authentieke boeken; op gezag van Moe'aawiyah: De Profeet (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) heeft gezegd:
“Allaah geeft kennis (fiqh i.e begrip) voor wie Hij het goede wenst.”

De Verzen en Overleveringen over het uitnodigen, en het aansporen van de mensen naar het verspreiden van kennis, en het waarschuwen voor het laten (van kennis zoeken) en het achterhouden van kennis zijn talloos. En wat er bij de begraafplaatsen in verschillende landen7 van soorten Shirk en Bid’ah wordt uitgevoerd is iets wat bekend is. Het is daarom van uiterst belang dat men zich daarover ontfermt door te verduidelijken (hoe gevaarlijk dit is) en (de mensen) hiervoor te waarschuwen. Wat er onder andere gebeurt (bij deze begraafplaatsen) is; het verrichten van smeekbeden naar de grafbewoners (doden), hen om hulp vragen, hen smeken voor genezing van de zieken, hulp vragen tegen vijanden enz. Dit is allemaal van de ‘Grote Shirk’ waar de heidenen (voor de Islaam) ook naar leefden. Allaah de Heilige zegt:
“O Mensen, aanbid jullie Heer, Degene Die jullie heeft geschapen en degenen voor jullie, opdat jullie (Allaah) zullen vrezen.”8

En Allaah de Heilige zegt:
“En Ik heb de djinn en de mens slechts Geschapen, opdat zij Mij (alleen) zouden aanbidden.”9

Allaah de Heilige zegt:
“En jullie Heer heeft geordend dat jullie niets dan alleen Hem mogen aanbidden.”10

Dit betekent: heeft geboden en bevolen.

En Allaah de Heilige zegt:
“Zij werden niets anders bevolen dan Allaah (alleen) te aanbidden, d.m.v. het oprecht uitvoeren van religieuze daden alleen voor Hem.”11

De Verzen in deze betekenis zijn velen. De aanbidding waarvoor de Thaqalain (de djinn en mensen) geschapen zijn, en geboden zijn om te volgen is de Eenheid van (Allaah) de Heilige, en de aanbidding zoals; bidden, vasten, verplichte aalmoezen geven, Hadj verrichten, offerdieren slachten, beloven en andere soorten van aanbidding alleen naar Hem te verrichten.
Zoals Allaah de Heilige zegt:
“Zeg: voorwaar mijn Salaah (gebed), mijn Noesoek (slachten van offerdieren), mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen, aan Allaah de Heer der Werelden.”12

An-Noesoek is een aanbidding waar onder andere het slachten (van offerdieren) onder valt. Zoals Allaah de Heilige zegt:
“Waarlijk hebben wij jou (o Moehammad) Al-Kawthar (een rivier in het Paradijs) geschonken. Keer daarom naar jou Heer in gebed en slacht (offerdieren alleen voor Hem).”13

De Profeet (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) heeft (hierover) gezegd:
“Allaah vervloekt diegene die in de naam van een ander dan Hem slacht!”

Deze hadieth is overgeleverd door Moslim in zijn authentieke boek op gezag van Amier Al-Moe'minien ‘Ali ibn Abie Taalib. En Allaah de Heilige zegt:

“En de moskeeen (gebedsplaatsen) zijn voor Allaah (alleen), roept dus niets (in aanbidding) naast Allaah aan!”14

En Allaah 'Azza wa Djall zegt:
“En wie een andere Ilaah (god) aanroept (of aanbidt) naast Allaah, waarvoor hij geen bewijs heeft: dan is zijn afrekening bij zijn Heer alleen. Waarlijk, de Kaafiroen (ongelovigen in de Eenheid van Allaah, polytheisten, ellendigen, heidenen godenaanbidders) zullen niet slagen.”15

En Allaah 'Azza wa Djall zegt in Soerah Faatir:
“…Dat is Allaah, jullie Heer, aan Hem behoort het Koninkrijk. En degenen die jullie naast Hem aanroepen, bezitten nog niet eens een Qitmier (vliesje dat over de pit v.e. dadel zit). Als jullie hen smeken (aanroepen in aanbidding), dan horen zij jullie smeken niet, en al zouden zij horen, dan zouden zij jullie (smeekbede) niet voor jullie verhoren. En op de Dag der Opstandig zullen zij verwerpen dat jullie hen aanbaden. En niemand brengt jou (O Moehammad) op de hoogte zoals Hij die (alles) weet (i.e. Allaah).”16

Allaah de Heilige maakt in deze Verzen duidelijk dat; het bidden voor een andere dan Hem, en het slachten in de naam van een ander dan Hem, en het smeken (in aanbidding) van doden, beelden, bomen en stenen, allemaal van de toekenning van partners naast Allaah (Shirk) en Koefr (ongeloof) is. Niets of niemand van diegene die naast Hem aanbeden worden zoals; de profeten, engelen, vromen, djinn, afgodsbeelden e.d. bezitten de macht om hen enig voor- of nadeel te doen overkomen. De aanbidding van hen naast Allaah is afgoderij en ongeloof. Zoals Allaah de Heilige dat verduidelijkt (door te zeggen dat) zij (de afgoden) de smeekbeden van de smekelingen niet horen, en als zij het wel zouden horen dat zij dan niet in staat zijn om hun wensen te vervullen. Het is dus een verplichting voor iedereen van de djinn en mens die geboden zijn om te gehoorzamen (aan Allaah) dat zij voor deze zaken oppassen, en (anderen) hiervoor waarschuwen en hen onderrichten dat dit allemaal vals is en tegenstrijdig is aan de uitnodiging naar de Tawhied (Eenheid) van Allaah en de oprechte uitvoering van alle aanbidding alleen voor Hem, zoals alle Profeten geboden waren om dat te verkondigen.
Allaah Ta'aalaa zegt:
“Waarlijk, hebben Wij aan iedere gemeenschap een Boodschapper Gezonden (die zei): aanbid Allaah (alleen) en vermijd (de aanbidding van) de Taaghoet (satan, afgoden etc.).”17

En Allaah de Heilige zegt:
“Wij zonden niet een van de Boodschappers voor jou (O Moehammad), of Wij Openbaarden aan hem (zeggende): ‘La Illaaha Illaa Ana (niemand heeft het recht om aanbeden te worden, alleen Ik)’. Aanbidt Mij daarom (alleen en niets of niemand anders).”18

Zo bleef de Profeet (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) dertien jaar lang in Makkah Al-Moekarramah uitnodigen naar Allaah (de Heilige) en waarschuwen voor de Shirk, en verduidelijken wat de betekenis van -La Illaaha Illaa Allaah- is.
Een klein gedeelte (van de mensen) aanvaardde zijn uitnodiging, maar het overgrote gedeelte (van de mensen) volgden en gehoorzaamden hem niet, uit trots en hoogmoedigheid. Daarna emigreerde hij (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) naar Al-Madienah, waar hij de uitnodiging naar Allaah tussen de Moehaadjiroen (moslims die van Makkah naar Madienah emigreerden) en de Ansaar (de moslims van Madienah) verkondigde. Vervolgens streed hij op de weg van Allaah (Djihaad) en schreef hij brieven naar de koningen en leiders van zijn tijd waarin hij zijn verkondiging en de Leiding waarmee hij gekomen was uitlegde. Hij (sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) en zijn metgezellen waren hier uiterst geduldig in, opdat het geloof gegrondvest werd en de mensen in groepen het geloof van Allaah (Islaam) aanvaardden...

------------------------------------------------------------

1 Grote Shirk is het aanbidden van iets of iemand anders naast Allaah, Allaah Ta'aalaa zegt: (Voorwaar, Allaah vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem toegekend worden, maar Hij vergeeft daarbuiten wat Hij Wil, voor wie Hij Wil.) [Soerah An-Nisaa: 116] En Hij zegt: (Er is reeds aan jouw en aan degenen die voor jou waren geopenbaard: “Als jij anderen (met Allaah) vereenzelvigt in aanbidding dan zullen je daden tenietgaan en zal jij zeker van de verliezers zijn.) [Soerah Az-Zoemar: 65]

2 Soerah Aali 'Imraan: 3:187
3 Ibn Kathier (rahiemahoellaah) zegt hierover in zijn Tafsier dat degene die kennis achterhoudt vervloekt word door Allaah, Zijn Engelen en alle mensen. En op gezag van Aboe Hoerairah: de Profeet
(sallallaahoe 'aleyhi wa sallam) heeft gezegd: “Wie kennis achterhoudt nadat hij daar over gevraagd is zal op de Dag der Opstanding met teugels van Vuur (in zijn mond) geteugeld worden.” [Overgeleverd door Ahmad 2/495]
4 Soerah Al-Baqarah (2):159-160.
5 Overgeleverd door Moeslim in zijn Sahieh
6 Overgeleverd door Moeslim
7 Voetnoot vertaler: Helaas wordt er in deze tijd (anno 2004) nog steeds in de meeste Islaamitische landen grote shirk verricht op de begraafplaatsen e.d. moge Allaah de moslims beschermen van het vervallen hierin!
8 Soerah Al-Baqarah (2): 21.
9 Soerah Adh-Dhaariyaat (51): 56
10 Soerah Al-Israa (17): 23
11 Soerah Al-Bayyinah (98): 5
12 Soerah Al-An’aam (6): 162
13 Soerah Al-Kawthar (108): 1-2
14 Soerah Al-Djnn (72): 18
15 Soerah Al-Moe'minoen (23): 117
16 Soerah Faatir (35): 13-14
17 Soerah An-Nahl (16): 36
18 Soerah Al-Anbiyaa (21): 25
 

Attachments

  • Bestrijdingvandeonwetenheidvmensenoverdeaanbidding-Oeloehiyyah.pdf
    122.6 KB · Views: 39
Last edited:

bilal 5

Junior Member
Uitleg van de vier principes: betreft Shirk

Uitleg van de vier principes: betreft Shirk


Het eerste principe is dat men dient te weten dat de ongelovigen die de boodschapper van Allaah (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam) bestreed, erkenden dat Allaah (Soebh’anahoe wa Ta’aalaa) de Schepper was, Degene Die onderhoud geeft, en Degene Die verantwoordelijk is voor alle zaken, maar dit liet hen niet de Islaam binnengaan. En het bewijs is de Uitspraak van de Verhevene: “Zeg: “Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde,” of: “Wie heeft de macht over (het scheppen van) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?” Zij zullen zeggen: “Allaah.” Zeg dan: “Zullen jullie (Allaah) dan niet vrezen?” [600]


2 de principe

Zij (de moeshriekien (afgodenaanbidders)) zeggen: “Wij roepen hen niet aan en wenden ons tot hen, behalve om nabijheid te zoeken en voorspraak (bij Allaah). En het bewijs voor de nabijheid is in de Uitspraak van de Verhevene: “Weet dat Allaah de zuivere aanbidding toekomt. En degenen die naast Hem beschermers nemen (zeggen:) “Wij aanbidden hen slechts opdat zij ons zo dicht mogelijk tot Allaah brengen.” Voorwaar, Allaah zal over hen rechtspreken over dat waarover zij van mening verschillen. Voorwaar, Allaah leidt niet degene die een zeer zondige leugenaar is.” [601]

En het bewijs voor de voorspraak is in de Uitspraak van de Verhevene: “En zij aanbidden naast Allaah wat hen niet schaadt en niet baat, en zij zeggen: “Dezen zijn onze voorsprekers bij Allaah…” [602]

Er zijn twee soorten voorspraak: shafaa’ah al-manfiyyah (ontkennende en verboden voorspraak); en shafaa’ah al-moethbatah (bevestigende en toegestane voorspraak).

Wat betreft shafaa’ah al-manfiyyah, dit is hetgeen gevraagd wordt aan anderen dan Allaah, waar men geen macht over heeft behalve Allaah. En het bewijs voor dit is in de Uitspraak van de Verhevene: “O jullie die geloven: geeft van dat waar Wij jullie mee voorzien hebben, voordat de Dag komt waarop er geen handel, geen vriendschap en geen voorspraak zal zijn. En de ongelovigen: zij zijn de onrechtvaardigen.” [603]

En shafaa’ah al-moethbatah is hetgeen gevraagd wordt aan Allaah. Degene die de voorspraak verricht is geëerd (door Allaah) met die voorspraak en degene waarvoor voorspraak wordt gedaan is iemand over wiens woorden en handelingen Allaah tevreden is. (De shafaa’ah al-moethbatah vindt plaats) nadat toestemming (van Allaah gegeven is), zoals de Verhevene zegt: “…Wie is degene die van voorspraaak is bij Hem zonder Zijn verlof?...” [604]


Het derde principe

Dat de profeet (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam) tot de mensen kwam die verschillen hadden in hun (objecten) van aanbidding: onder hen waren de aanbidders van engelen, en onder hen waren de aanbidders van profeten en vromen, en onder hen waren de aanbidders van bomen, beelden en stenen, en onder hen waren de aanbidders van de zon en de maan. De boodschapper van Allaah (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam) bestreed hen echter allemaal en maakte geen onderscheid tussen hen.

En het bewijs hiervoor (dat hij hen allemaal bestreed) is in de Uitspraak van de Verhevene: “En bevecht hen totdat er geen Fitnah meer is en de godsdienst geheel voor Allaah is…” [605]

En het bewijs van (het aanbidden) van de zon en de maan, is de Uitspraak van de Verhevene: “En tot Zijn tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Knielt jullie niet neer voor de zon en niet voor de maan, maar knielt jullie neer voor Allaah, Degene Die hen heeft geschapen, als jullie alleen Hem aanbidden.” [606]

En het bewijs voor (het aanbidden) van de engelen, is de Uitspraak van de Verhevene: “En Hij beveelt jullie niet de engelen en de profeten als heren te nemen…” [607]

En het bewijs voor (het aanbidden) van profeten, is o.a. de vorige Uitspraak van de Verhevene, maar ook: “En (gedenk) toen Allaah zei: “O ‘Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: “Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allaah?” En hij (‘Isa) zei: “Heilig bent U! Nooit zal ik kunnen zeggen waarop ik geen recht heb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene.” [608]

En het bewijs voor (het aanbidden) van de vromen, is de Uitspraak van de Verhevene: “Zij (de veelgodenaabidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken zelf naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen: voorwaar, een bestraffing van jouw Heer is te vrezen.” [609]

En het bewijs voor (het aanbidden) van de bomen, beelden en de stenen, is de Uitspraak van de Verhevene: “Zien jullie (veelgodenaanbidders) dan al-Laata en al-‘Oezza? En Manaata, de andere, de derde?” [610]

En (een ander bewijs is) de h’adieth van Abi Waqid al-Laythie (Radhya llaahoe ‘anhoe), waarin hij zei: “Wij trokken uit met de profeet (Salla llahoe ‘Alayhie Wa Sallam) naar H’oenayn en destijds waren wij dicht bij de periode van koefr (ongeloof). En de moeshriekien hadden een plaats van aanbidding, waaraan zij hun wapens hingen. Zij noemden het ‘Dza Anwaat’. Dus toen wij die plaats van aanbidding paseerden, zeiden wij: “O boodschapper van Allaah, maak voor ons een hangplaats, zoals zij een hangplaats hebben…” [611]

Het vierde principe

Dat de moeshriekien in onze tijd ernstiger zijn in shirk, dan die van vroeger, doordat die van het verleden shirk begingen in (tijden van) gemak, maar oprecht waren (jegens Allaah) in (tijden van) rampspoed. De moeshriekien van onze tijd begaan echter altijd shirk, in gemak en rampspoed. Het bewijs hiervoor is de Uitspraak van de Verhevene: “En als zij op schepen varen, dan roepen zij Allaah aan. Hem zuiver aanbiddend. Maar zodra Hij hen dan heeft gered (en) aan land heeft gebracht, dan kennen zij deelgenoten (aan Allaah) toe.” [612]
 
Top