Een introductie tot Tawheed

bilal 5

Junior Member
Wat Tawheed betreft, weet dan - broeder en zuster - dat onze Salaf (voorgangers) het hebben ingedeeld in drie categoriën; ieder afhankelijk van de ander - en de Imaan van de dienaar is niet compleet, totdat deze allemaal zijn verworven:

Tawheed ur-Roboobiyyah, Tawheed ul-Uloohiyyah, Tawheed ul-Asmaa was-Sifaat



Tawheed ur-Ruboobiyyah [1]
Dit is: Bevestiging (erkenning) en standvastige (solide) geloof dat Allaah de Verhevene alleen is in

Het scheppen
Het bezitten
Het besturen/beheren van de schepping
Hij heeft geen deelgenoten in welke van deze daden ook en deze behoren Hem alleen toe.

Je dient ook te weten, dat de ongelovigen ten tijde van de Boodschapper , al het bovenstaande bevestigden, echter deed hen dit de Islaam niet binnentreden. De Boodschapper streed tegen hen.

Het bewijs volgt uit de woorden van Allaah:

Zeg (O Muhammad): "Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde," of: "Wie heeft macht over het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?" Zij zullen zeggen: "Allaah." Zeg dan: "Zullen jullie (Allaah) dan niet vrezen?" [Yoonus 10:31]

en ook Zijn uitspraak:

Zeg: "Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?" Zij zullen zeggen: "Aan Allaah." Zeg: "Waarom laten jullie je dan niet vermanen?" Zeg: " Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon? Zij zullen zeggen: "Allaah." Zeg: "Waarom vrezen jullie (Allaah) dan niet?" Zeg: "In Wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt terwijl er tegen Hem geen beschermer is, als jullie het weten." Zij zullen zeggen: "Aan Allaah". Zeg: "Waarom zijn jullie dan misleid?" [Mu'minoon 23:84-89]


Tawheed ul-Uloohiyyah [2]
Dit is: De unificatie (vereniging) van alle daden (van aanbidding) van de dienaren - zoals doe'aa (smeekeden) [3], khawf (eerbiedige angst) [4], radjaa (hoop en verlangen naar Hem) [5], tawakkoel (vertrouwen in Hem) [6], raghbah (brandend verlangen naar het Paradijs), rahbah (angst voor de Hel), khoeshoo' (eerbied en nederigheid) [7], khashyah (vrees) [8], inaabah (je berouwvol naar Hem keren) [9], isti'aanah (smeken om hulp en bijstand) [10], isti'aadhah (toevlucht zoeken bij Hem) [11], istighaathah (verlossing en redding zoeken bij Hem) [12], dhabh' (offeren, het slachten van dieren namens Hem) [13], nadhr (het afleggen van eden) [14], en alle andere daden van aanbidding, of dat de daden van het hart, de tong of de ledematen zijn - voor Allaah, de Verhevene alleen. Het is betreffende dit tweede type, dat de twist ontstond in zowel de oude tijden als in de moderne, tussen de boodschappers en hun gemeenschappen.

Het bewijs ligt in de uitspraak van Allaah:

En jullie Heer zei: "Roept Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn om Mij te dienen zullen de Hel binnengaan als vernederden." [Ghaafir 40:60]



Tawheed ul-Asmaa was-Sifaat
Dit is: Standvastige (solide) geloof in al hetgeen er wordt gevonden in het Boek van Allaah en is overgeleverd in de Authentieke Sunnah betreffende de Namen en Eigenschappen van Allaah, waarmee Allaah Zichzelf heeft beschreven of waarmee de Boodschaper Hem heeft beschreven - het bevestigen van deze met het begrip van de Metgezellen, zonder welke ook te ontkennen door middel van Takyeef (vragen naar de hoedanigheid), of Tamtheel en Tashbeeh (deze vergelijken met die van de schepping), Ta'weel (deze interpreteren op een manier die in strijd is met het Boek van Allaah, de Authentieke Sunnah en het begrip van de Salaf), Tahreef (het veranderen van hun betekenissen welke zijn bewezen in de hiervoor genoemde drie bronnen), of Ta'teel (het ontkennen of teniet doen van de betekenissen welke zijn bewezen in de hiervoor genoemde drie bronnen).

Het bevat ook het geloof, dat niets zoals Hem is, en Hij is de Alhorende, de Alziende.

Allaah de Verhevene zegt:

Zeg: "Hij is Allaah, de Enige (de Unieke). Allaah is de Samad (van Wie al het geschapene afhankelijk is). Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt. En niet één is aan Hem gelijkwaardig." [Ikhlaas 112]

En Hij zegt ook:

En aan Allaah behoren de Schone Namen, roept Hem daarmee aan en verlaat degenen die misbruik van Zijn Namen maken; zij zullen worden vergolden voor wat zij plachten te doen. [A'raaf 7:180]

En Hij zegt ook:

Niets is aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. [Shoora 42:11]








--------------------------------------------------------------------------------

[1] Ruboobiyyah: Een term wat de absolute heerschappij en koningschap van Allaah aanduidt, van de Hemelen en de Aarde en al hetgeen er tussen zit. Het werkwoord 'rabba' (en het zelfstandig naamwoord Rabb, vertaald als Heer) is ervan afgeleid, het betekent: "opvoeden, in vervulling doen gaan, scheppen, en en het samenbrengen van alle nodige elmenten voor het bestaan en welzijn van iets of iemand". Het heeft drie aspecten:

Khalq: Allaah alleen schept alles uit het niets.
Mulk: Allaah alleen bezit alles
Amr: Allaah alleen beheert, bestuurt alles wat Hij schept en bezit.
Enkele van de bewijzen hiervoor zijn:

Weet, dat scheppen [Khalq] en bevelen (beheren) [Amr] aan Hem is voorbehouden, Gezegend zij Allaah, de Heer der Werelden. [A'raaf 7:54]

Dat is Allaah, jullie Heer, Hij bezit [Mulk] alles. En degenen die jullie naast Hem aanroepen, bezitten niet eens een dadelvliesje. [Faatir 35:13]

Ibn al-Qayyim legt uit, dat sommige namen van Allaah gerelateerd zijn aan Zijn Ruboobiyyah en specifieker zijn dan de naam Ar-Rabb. Bijvoorbeeld: Ar-Razzaaq (de Voorziener), al-Muhyee (de Ene Die leven geeft). Zo zijn er ook bepaalde daden, welke zijn gerelateerd aan Zijn Ruboobiyyah en welke specifieker zijn dan de naam ar-Rabb. Bijvoorbeeld: het neerzenden van de regen, het splijten van het zaadje, iemand eer geven, iemand vernederen, het leiden of misleiden van iemand etc. [Al-Madarij]

[2] Uloohiyyah: Een term wat aanduidt, dat Allaah de Enige is naar Wie alle vormen van aanbidding werkelijk gericht zouden moeten worden, of dat nou daden van het hart zijn (gevoelens), woorden en uitspraken, en daden van de ledematen. Het woord ilaah is ervan afgeleid, wat betekent: Iets wat wordt geadoreerd, aanbeden, waarnaar wordt teruggekeerd, dwz een object van aanbidding, onderwerping en adoratie. Er is niets naast Allaah, die dat verdient, en dit is de betekenis van de getuigenis Laa ilaaha illallaah (Er is geen ilaah, die het verdient om op enige manier aanbeden te worden, behalve Allaah alleen), de waarheid en zekerheid die iedere boodschapper kwam vestigen. Allaah azza wa jall zegt:

Jullie ilaah is één ilaah. [Nahl 16:22]

En Hij is Degene Die de ilaah in de hemel is en de ilaah op de aarde is. [Zukhroof 43:84]

En roep geen andere ilaah aan naast Allaah. Er is geen ilaah dan Hij. [Qasas 28:88]

[3] Nog een bewijs: "En wie een andere god aanroept naast Allaah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen." [Al-Moe-eminoen (23), aayah 117]

En uit de overlevering van de boodschapper van Allaah : "Doe'aa is de kern van aanbidding."

[4] Het bewijs voor angst (khawf) is dat Allaah de Verhevene heeft gezegd: "Wees daarom niet bang voor hen, wees bang voor Mij, indien jullie gelovigen zijn." [Aal-'Imraan (3), aayah 175]

[5] Het bewijs voor hoop en verlangen (ar-radjaa) is dat de Verhevene zegt: "Wie dan hoopt op de ontmoeting met zijn Heer: laat hem goede daden verrichten en laat hem bij de aanbidding van zijn Heer niet één deelgenoot toekennen." [Al-Kahf (18), aayah 110]

[6] Het bewijs voor het vertrouwen in Allaah (at-tawakkoel), is dat de Verhevene zegt: "En stelt jullie vertrouwen op Allaah, indien jullie gelovigen zijn." [Al-Maa-iedah (5), aayah 23]

En Hij zegt: "En (voor) wie op Allaah vertrouwt, is Hij voldoende." [At-Talaaq (65), aayah 3]

[7] Het bewijs voor het brandende verlangen (ar-raghbah), angst (ar-rahbah) en eerbied en nederigheid (al-khoeshoo'), is dat de Verhevene zegt: "Voorwaar, zij wedijverden in goede daden en riepen ons aan, verlangend (naar Onze Genade) en vol ontzag (voor Onze bestraffing). En zij waren nederig tegenover Ons." [Al-Anbiyaa-e (21), aayah 90]

[8] Het bewijs voor vrees (al-khashyah) is dat Allaah (Soebhanahoe wa Ta'aalaa) zegt: "...en vrees daarom niet hen, maar vrees Mij..." [Al-Baqarah (2), aayah 150 en Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 3]

[9] Het bewijs voor dat je je berouwvol naar Hem moet keren (al-inaabah), is dat Allaah (Soebh'anahoe wa Ta'aalaa) zegt: "En keer (berouwvol en gehoorzaam) terug tot jullie Heer, en geeft jullie over aan Hem..." [Az-Zoemar (39), aayah 54]

[10] Het bewijs voor het vragen om hulp en bijstand (al-isti'aanah), is de Uitspraak van de Verhevene: "U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp." [Al-Faatihah (1), aayah 5]

En in een hadieth staat: "Als je hulp zoekt, zoek dan de hulp van Allaah." [Overgeleverd door Al-Imaam Ah'mad 1/293 en At-Tirmidhie 4/575]

[11] Het bewijs voor het zoeken van toevlucht bij Hem (al-isti'aadzah), is dat Allaah (Soebh'anahoe wa Ta'aalaa) zegt: "Zeg: "Ik zoek bescherming bij de Heer der dageraad." [Al-Falaq (113), aayah 1]

En ook: "Zeg: "Ik zoek bescherming bij de Heer van de mensen." [An-Naas (114), aayah 1]

[12] Het bewijs voor het vragen van verlossing en redding (al-istighaathah) is dat Allaah (Soebh'anahoe wa Ta'aalaa) zegt: "Toen jullie je Heer om hulp vroegen en Hij jullie verhoorde..." [Al-Anfaal (8), aayah 9]

[13] Het bewijs voor het offeren van dieren (adh-dhabh') is dat Allaah (Soebh'anahoe wa Ta'aalaa) zegt: "Zeg: "Voorwaar, mijn gebeden, mijn offers, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allaah, Heer der Werelden. Hij heeft geen deelgenoten..." [Al-An'aam (6), aayah 162-163]

De profeet heeft gezegd: "Allaah vervloekt degene die voor iemand anders dan Allaah (een dier) offert." [Overgeleverd door Moeslim, Kietaaboe Al-Adhaah'ie: hoofdstuk, tahriemoe d-Dhabh'ie lie ghayrie llaahie ta'aala wa la'noe faa'ielieh]

[14] Het bewijs voor het afleggen van eden (an-nadhr) is dat Allaah (Soebh'anahoe wa Ta'aalaa) zegt: "Zij vervulden hun geloften. En zij vreesden een Dag waarvan het kwaad verschrikkelijk is." [Al-Insaan (76), aayah 7]
 
Top