je tong in bedwang houden

moslimmm

'Abdel'aziz
Grove woorden
Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die de mensen aanvalt, die ze beledigd, die grof is of grove woorden gebruikt.” [Saheeh Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad 312, 332. At-Thirmidhi nr. 1977. Ahmad in Al-Musnad 1/405. Al-Hakim in Al-Mustadrak 1/12. Al-Bayhaqi in de sunan 10/193, 243. Ibn Hibban in zijn Saheeh. Ibn Abi-d-Dunya in Kitaab As-Samt nr. 324. At-Thirmidhi heeft gezegd: Tamelijk goede hadeeth. Authentiek gekwalificeerd door Haakim, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Adab, zie ook Saheeh Al-Djaami’ nr. 5381]

Volgens Usama Ibn Zayd [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd : “Allah houdt niet van degene die grove woorden gebruikt en van degene die grof is.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 5/202. Haakim in Al-Mustadrak 1/75. Hassan verklaard door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 1850]


De armoelijder
Volgens Abu Huraiyra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Weten jullie wie de grootste armoelijder is?” Ze zeiden: “Wie van ons geen geld of voorzieningen heeft, die beschouwen we als armoelijder” Hij zei: “De armoelijder van mijn gemeenschap is degene die op de dag van de opstanding als goede het gebed, het vasten en de zakaat kan voorleggen, maar die ene heeft uitgescholden, de ander heeft zwartgemaakt, de bezittingen van de ene heeft opgegeten, het bloed van de ander heeft doen vloeien, de ene heeft geslagen, wat maakt dat het ene slachtoffer van zijn goede daden zal nemen en het andere van zijn goede daden zal nemen. Als hij geen goede daden meer heeft om de schulden tegenover zijn slachtoffers af te betalen, zal er van hun zonden genomen worden om ze op hem te gooien, waarna hij in de hel geworpen wordt.” [Saheeh Muslim nr. 2581 en At-Tirmidhi nr. 2418]


De leidende tong
Volgens Abu Sa'eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Elke keer als de zoon van Adam 's morgens opstaat, waarschuwen al zijn organen zijn tong op een strenge wijze en zeggen ze hem: Vrees Allah voor ons, Want wij hangen van jou af: als jij op de weg van rechtgeschapenheid blijft, zullen wij hetzelfde doen en als jij afwijkt, zullen wij samen met jou afwijken.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2407. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh At-Taghrib nr. 2871]


Anderen beledigen
Abu Barza [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hield voor ons een preek [op zo'n sterkte toon] dat hij kon gehoord worden door de jonge meisjes die in hun huizen gehouden werden. Hij zei: “O jullie die het geloof enkel met hun tong belijden zonder dat jullie harten beroert, spreek geen kwaad over de moslims en benadruk hun gebreken niet. Als je op zoek gaat naar de onvolmaaktheden van je broeder, zal Allah op zoek gaan naar de jouwe en je met schande overladen, zelfs als je jezelf zo diep mogelijk in je huis verstopt.” [Overgeleverd door Abu Dawud met een goede keten]

Een bedoeïen zei tegen de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam]: "Geef mij een goede raad". Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei hem: “Vrees Allah, als iemand je naar beneden haalt door een fout te vernoemen die hij bij jou kent, haal hem dan niet naar beneden, door een fout te vernoemen die jij bij hem kent. Zo zal hij er de gevolgen van dragen en zal jij ervoor beloond worden. En beledig helemaal niets.” De bedoeïen heeft gezegd: “Ik heb sindsdien niets meer beledigd.” [Overgeleverd door Ahmad, At-Tabarani met een goede keten van overleveraars. Zie de herziening van Al-Iraqi van de Ihya nr. 1563]

Volgens Thabit ibn Ad-Dahaak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die een gelovige uitmaakt voor ongelovige is alsof hij hem heeft gedood.” [Saheeh Bukhari nr. 6047]

Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] overleverd dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Als iemand tegen zijn broeder zegt: “Oh ongelovige [ya kafeer], dan zal de excommunicatie een van hen treffen. Als hetgeen hij over hem gezegd heeft de waarheid is [des te beter voor hem], zoniet zal het zich tegen hem keren.” [Saheeh Bukhari nr. 6104 en Muslim nr. 60]

Allaah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is [het geven van] een slechte naam na de aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen.” [Surah Al-Hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]

Allaah zegt ook: “Allah houdt niet van het uiten van beledigende taal in het openbaar, behalve door iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah is Alhorend, Alwetend.” [Surah An-Nisaa, hoofdstk 4, aya 148]


Fluisteren
Volgens Ibn Mas’ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie met drie zijn, dat twee van jullie dan niet stilletjes met elkaar praten zonder de derde erbij te betrekken, of jullie je onder de mensen mengen, want het zou hem verdriet kunnen doen.” [Saheeh Bukhari nr. 6290 en Muslim nr. 2184]


Je ouders beledigen
Volgens Ibn Abbas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloekt is degene die zijn vader en moeder beledigd.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 1/217, haar keten is authentiek verklaard door Shaykh Ahmad Shikr]

Volgens Abd Allah Ibn Amr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een van de grootste zonden is je vader en moeder beledigen.” De metgezellen vroegen: “Boodschapper van Allah, hoe kan iemand zijn vader en moeder beledigen?” En de Boodschapper zei: “Ja, de ene beledigd de vader van de andere. Deze beledigd zijn vader. Hij beledigd zijn moeder en deze laatste beledigd zijn moeder.” [Saheeh Bukhari nr. 5973 en Muslim nr. 90]

“Uw Heer heeft u bevolen, zeggende: "Aanbidt niemand anders dan Mij en betoont vriendelijkheid jegens de ouders. Indien één hunner bij u een hoge leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan nimmer tot hen "Foei" noch stoot hen af, doch spreek tot hen een welgevallig woord. En wees teder voor hen in erbarming. En zeg: "Mijn Heer, ontferm u over hen daar zij mij opvoedden toen ik jong was.” [Surah Al-Israa, hoofdstuk 17, ayaat 23 & 24]


Het beledigen van de doden
Volgens Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Beledig de doden niet, want zij hebben al bereikt wat ze naar voor gebracht hebben.” [Saheeh Bukhari nr. 1393. An-Nasa’i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

Volgens haar heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie je de doden herinneren, zeg dan enkel het goede over hen.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door An-Nasa’i 4/53. Zie Saheeh Al-Djaami’ nr. 7271]

Enkele garanties
Sahl Ibn Sa’eed [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Wie garandeert me dat hij beschermt wat tussen zijn lippen zit [de tong] en wat tussen zijn dijen zit, zodat ik hem het Paradijs kan garanderen.” [Saheeh Bukhari nr. 6474]


Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Ik garandeer een huis in de buitenwijken van het paradijs voor diegene die zich heeft onthouden van elke discussie, zelfs al had hij gelijk. Ik garandeer een huis in het centrum van het paradijs voor degene die zich heeft onthouden van leugens, zelfs niet gewoon om te lachen. Ik garandeer een huis in de hoogste gedeelte van het paradijs voor degene met een edelmoedig karakter.” [Overgeleverd door Abu Dawud, authentiek gekwalificeerd door An-Nawawi. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha nr. 273 en Sahih Al-Djaami’ nr. 5136]


Wat een enkel woord kan doen
Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Zeker, de mens zegt een woord dat de volmaakte tevredenheid van Allah waard is, zonder er goed over na te denken en Allah zal hem door dit woord enkele graden hoger brengen. Zeker, de mens zegt een woord dat de woede van Allah de Verhevene veroorzaakt, zonder er goed over na te denken, en hij zal met dit woord in de Hel geworpen worden.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6478. Muslim nr. 2988. Malik in Al-Muwatta]

Volgens Bilal Ibn Al-Harith Al-Muzani [Radhiya Allahu 'anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] gezegd: “Voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de volmaakte teverendheid van Allah de verhevene waard is, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem, dankzij dat woord, Zijn tevredenheid op tot op de dag dat hij voor Hem zal verschijnen. En voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de woede van Allah veroorzaakt, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem door dit woord, Zijn woede op tot op de Dag dat hij voor Hem zal verschijnen.” [Mutafaqun 'alayh, door Malik in Al-Muwatta en Bukhari nr. 6479]

Abu Hurairah [Radhiya Allahu 'anhu] overlevert dat hij de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Voorwaar, de dienaar zegt een woord zonder goed na te denken of het goed of slecht is en dit woord doet hem in vuur van de Hel verder glijden dan de afstand tussen het oosten en het westen.” [Saheeh Bukhari nr. 6477 en Muslim nr. 2988]


Het vloeken
Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die geneigd is om een vloek uit te spreken.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2019. Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 309. Hakim in Al-Mustadrak 1/12 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in zijn herziening van de overleveringen van het werk As-Sunna van Ibn Abi 'Asim nr. 1014]

Volgens Samura Ibn Jundub [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloek elkaar niet door over elkaar de vloek van Allah of zijn woede of de Hel uit te spreken.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 320. Abu Dawud nr. 4906. At-Tirmidhi nr. 1976. Hakim in Al-Mustadrak nr. 1/48 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dahabi en Al-Baani in As-Sahiha nr. 893]

Imraan Ibn Husayn [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: Terwijl de Booschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] vertrok voor één van zijn reizen, kreeg een vrouw van de Ansaar die een kamelin beklom genoeg van haar gedrag en begon ze het dier te vervloeken. De Booschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Neem hetgeen deze kamelin op haar rug draagt en laat haar achter want ze is nu vervloekt.” Imraan zei: "Het leek me dat ik de kamelin nog zag ronddwalen tussen de mensen zonder dat iemand haar durfde vast te nemen." [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2595]

Anas [Radhiya Allahu ‘anhum] heeft gezegd: Toen een man naast de Boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] op weg ging, had hij zijn kameel vervloekt. De boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] zei toen: “O dienaar van Allah, vergezel ons niet op een vervloekte kameel.” [Al-'Iraqi heeft gezegd: Hadeeth overgeleverd door Ibn Abi-d-Dunya met een goede keten van overleveraars. Zie annotaties van de Ihyaa nr. 1264]

Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]

Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]

Op een dag werd een man gebracht bij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] , om hem de straf die geldt voor het gebruik van wijn toe te passen, terwijl hij voordien al verschillende keren zweepslagen gekregen had voor hetzelfde misdrijf. Een van de metgezellen zei: “Moge Allah hem vervloeken! Hoeveel keer brengen we hem nu al hierheen voor hetzelfde misdrijf?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Help satan niet tegen hem.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari en Abu Dawud nr. 4477]

In een andere versie: “Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]

In een andere versie: “Vervloek hem niet, want bij Allah ik ken hem slechts als iemand die houdt van Allah en Zijn Boodschapper.” [Authentieke hadeeth, Al-Bukhari nr. 1393. An-Nasa'i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]


Kwaadsprekerij
Abu Musa Al-Ash'ari [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Wie is de beste van onder de Moslims?” Hij heeft geantwoord: “De echte Moslim is diegene van wiens tong of hand de Moslims niets te vrezen hebben.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 11 en Muslim nr. 42]

Volgens 'Abd Allah Ibn 'Amr Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De echte Moslim is degene van wiens tong of hand de gelovige niets te vrezen hebben. De echte emigrant is degene die heeft achtergelaten wat Allah verboden heeft.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 10]

Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Het is uitdrukkelijk verboden voor een Moslim om schade toe te brengen aan iets dat een andere Moslim aanbelangt: zijn bloed, zijn bezittingen en zijn eer.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2564]

Volgens Abu Bakr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Jullie bloed, jullie bezittingen en jullie eer zijn voor jullie zoals deze dag [de Offerdag] heilig is, in deze stad [Mekka] en deze maand [Dhu-l-Hijja]. Heb ik de boodschap goed doorgegeven?” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 1741 en Muslim nr. 1218]

Imam Malik [Rahimahu Allaah] overlevert dat ‘Isa Ibn Mariam [‘alayhumu selaam] gezegd heeft: “Praat niet veel, behalve als het gaat om het gedenken van Allah, want jullie harten kunnen hard worden en een hard hart is ver verwijdert van Allah, maar jullie weten niet! Kijk niet naar de zonden van de mensen alsof jullie meesters zijn, maar kijk naar jullie eigen zonden alsof jullie eenvoudige dienaren zijn. De mens is ofwel iemand die beproefd word ofwel iemand die gezond is. Wees dus barmhartig tegenover diegene die beproeft worden en bedank Allah dat hij jullie een goede gezondheid gegeven heeft.” [Al-Muwatta nr. 2/986]

Er werd overgeleverd dat een man tegen Hassan Al-Basri [Rahimahu Allaah] gezegd heeft: “Dinges heeft kwaadgesproken over jou.” Toen stuurde Hassan hem een bord vol dadels met daarbij de volgende boodschap: “Ik heb gehoord dat je mij van je goede daden cadeau hebt gedaan. Zelf had ik je ook willen belonen, maar verontschuldig mij dat ik dit niet kan doen zoals het hoort!”

Op een dag vroeg de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] aan zijn metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum]: “Weten jullie wat kwaadsprekerij is?” Allah en zijn boodschapper zijn beter geïnformeerd dan wij, antwoordden ze. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Kwaadsprekerij, is iets zeggen over je broeder wat hij verafschuwt te horen.” De metgezellen vroegen: “Maar als hetgeen we over hem zeggen waar is?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als hetgeen jullie zeggen waar is, is het kwaadsprekerij, maar als het niet waar is, dan is het een afgrijselijke leugen [albuhtaan]!” [Saheeh Muslim nr. 2589. Abu Dawud nr. 4874. At-Tirmidhi nr. 1934]

Allah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker, Allah is Berouwaanvaardend, Genadevol.” [Surah Al-hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]


Grappen maken
Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] hebben de metgezellen gezegd: “Boodschapper van Allah, je hebt altijd de gewoonte grapjes te maken met ons.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Zeker, maar zelfs als ik grapjes maak met jullie, zeg ik nog steeds enkel de waarheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1990. Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 265. Ahmad in Al-Mmusnad nr. 2/2360. Zie As-Sahiha nr. 1726]

Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Weet dat grapjes maken een belemmering is voor de rechten en kan eindigen in breuk. Het onteert de grappenmaker en het doet de persoon waarmee gelachen wordt pijn. De grappenmaker is onteerd omdat hij zijn achtenwaardigheid en zijn charme verliest en de gemene en gekke mensen aantrekt.”

Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Van degene die geregeld lacht, vermindert de achtenswaardigheid. Op degene die vaak grapjes maakt zal vlug neergekeken worden. Iemand die iets op een buitensporige manier doet zal daaraan herkend worden. Wie veel praat zal veel dwaasheden zeggen. Wie veel dwaasheden verteld zal van zijn schaamtegevoel verliezen. Wie van zijn schaamtegevoel verliest zal een tekort aan vroomheid hebben. En wie een tekort aan vroomheid heeft, zal zijn hart sterven.”

Sa'eed Ibn Al-'Aas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn zoon, maak geen grapjes met een edele man, want hij zal je verafschuwen. Maak geen grapjes met een gemene man, want hij zal zich dingen permitteren tegenover jou.”

Er word gezegd: “Alles heeft een kiem en de kiem van vijandigheid is grappenmakerij.”

Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als lachen een gewoonte wordt, leidt het de geest af van belangrijke zaken en het veroorzaakt onoplettenheden bij het proberen herinneren van de situatie. Niemand van degene die overdrijven in het lachen geniet van achtenswaardigheden of eerbaarheid.” [Adaab Ad-Dunya Wa Deen nr. 285]

Abu-l-Layth As-Samarqandi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Maak niet vaak grapjes, want daarin schuilt verlies van je eerbaarheid. Ze maken je afkeurenswaardig bij de deugdzame mensen, ze laten de gemene mensen achter je lopen en je zal tot de lichtzinnige gerekend worden. Maak geen grapjes met iemand waarmee je nog niet vertrouwd bent en van wie je de deugden niet kent. Het kan daarentegen geen kwaad om grapjes te maken met je vertrouwde vrienden, zonder zonden of buitensporigheden te begaan, want het beste is altijd de gulden middenweg. Zo zal men je geen zwaar of lichtzinnig karakter toeschrijven.” [Bustan Al-'Arifin nr. 419]

Sa'id Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Wees gematigd in je grappenmakerij, want buitensporigheid doet je charme verdwijnen en geeft gemene mensen de moed om jou aan te vallen. Als je dit verwaarloost, jaag je daarmee je vertrouwelingen op de vlucht en maak je jezelf antipathiek in de ogen van je metgezellen.”


Minachting en nijd
De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Om slecht te zijn, volstaat het dat de mens zijn moslimbroeder minacht.” [Saheeh Muslim nr. 2563. Abu Dawud nr. 4882. At-Tirmidhi nr. 1927]

Overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] die zou gezegd hebben: “Imaan [geloof] en nijd kunnen niet samen bestaan in het hart van een dienaar.” [Overgeleverd door Ahmad 8/436]

'AbdAllah Ibn 'Amr Ibn al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] werd ondervraagd over de beste van de mensen. Hij antwoordde: “Elke mens die een gezond hart [makhmum] heeft en die waarachtig is in wat hij zegt.” De metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen hem: "We begrijpen wat het betekend om waarachtig te zijn in wat je zegt, maar wat is 'een gezond hart [makhmum] hebben'?" Hij [‘alayhi selatu wa selaam] antwoordde: “Elk vroom, zuiver hart, waarin geen zonde, geen gevoel van opstandigheid, geen vijandigheid of nijd is.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ibn Madjah 2/1409 hadeeth nr. 4216]




Het liegen
Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wees waarachtig! Waarachtigheid leidt naar het goede en het goede leidt naar het paradijs. De mens blijft de waarheid vertellen en zichzelf verplichten waarachtig te zijn tot hij bij Allah ingeschreven word bij de waarachtige. Wees op jullie hoede voor leugens! De leugen leidt tot misdadigheid en misdadigheid leidt naar de hel. De mens blijft maar liegen en op zoek gaan naar leugens tot hij bij Allah ingeschreven word bij de leugenaars.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6094 & Muslim nr. 2607]

Hassan Ibn 'Ali [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: Ik heb van de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] de volgende woorden onthouden: “Neem afstand van hetgeen twijfelachtig is voor hetgeen niet twijfelachtig is, want waarachtigheid brengt sereniteit met zich mee en leugens zijn een bron van ongerustheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2518. An-Nasa'i 8/327, 328. Ahmad in Al-Musnad 1/101]

De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wee degene die een betoog houdt om de mensen te doen lachen en die liegt in zijn betoog! Wee hem! Wee hem!” [Hadeeth Hassan, Abu Dawud nr. 4490. At-Tirmidhi nr. 2315. Ahmad in Al-Musnad 5/3, 5, 7. Haakim in Al-Mustadrak 1/46, die haar authentiek verklaard heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 7136]

Het is overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij, in soortgelijke woorden, zei: “Het is voldoende voor een persoon om een leugenaar te zijn door alles te zeggen wat hij hoort [van anderen, en door dit presenteren als de waarheid].” [Overgeleverd door Abu Dawud en Haakim]


Schijnheiligheid, verraad en onthullen van geheimen
Volgens Abu Sa’eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De man die de slechte positie zal hebben bij Allah op de Dag van de Opstanding, is degene die, nadat hij zaken heeft verteld aan zijn vrouw en nadat zij hetzelfde gedaan heeft, haar geheim begint te verraden.” [Saheeh Muslim nr. 1437. Abu Dawud nr. 4870. Ahmad in Al-Musnad 3/69]

Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] gezegd: “Drie kenmerken wijzen erop dat iemand schijnheilig [hypocriet] is: hij liegt als hij spreekt, hij houdt zich niet aan zijn beloftes, en hij schaadt het vertrouwen dat hem gegeven wordt.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 33 & Muslim nr. 59]

Volgens 'Ammar Ibn Yaseer [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die tijdens dit aardse leven twee gezichten had, zal op de Dag van de Opstanding twee tongen van vuur hebben.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 1310. Abu Dawud nr. 4873, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha 4873, zie Saheeh Al-Djaami' nr. 6496]

Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De ergste mensen zijn die met twee gezichten. Je ziet hoe ze bij de ene een bepaald gezicht hebben en bij de andere een ander gezicht.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 3494 & Muslim nr. 2526]

Hudayfa [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Geen enkele verklikker zal het paradijs binnentreden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6056. Muslim nr. 105. Abu Dawud nr. 4871. At-Tirmidhi nr. 2026]

'Ali Ibn Talib [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Je geheim is je gevangene, en als je erover praat, ben jij het die zijn gevangene wordt.”

Een van de wijzen heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn kind! Wees vrijgevig in het uitgeven van geld voor de rechtvaardige zaken en wees de bewaarder van geheimen van iedereen. De meest lovenswaardige vrijgevigheid is het uitgeven op het gebied van vroomheid en de [lovenswaardige] gierigheid bestaat erin geheimen te bewaren.”


Zaken die ons niet aangaan
De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Uit de volmaakte onderwerping van de mens komt voort dat hij zich onthoudt van alles wat hem niet aanbelangt.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2317. Abn Madjah nr. 3976. Malik in Al-Muwatta 1/347. Ahmad in Al-Musnad 1/201, Ahmad Shakir heeft haar keten authentiek verklaard, net als Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene die zwijgt zal zeker gered worden.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2501. Ahmad in Al-Musnad 2/159, 177. Ad-Darimi 2/299. Zie As-Silsila As-Sahiha nr. 536]

Aan Luqmaan de wijze werd gevraagd: “Wat is jouw wijsheid?” Hij antwoordde: “Ik vraag niets meer dan het noodzakelijke en ik steek geen energie in zaken die me niet aanbelangen.”

Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Bemoei je niet met zaken die je niet aangaan; neem afstand van je vijand; wees op je hoede voor je vriend onder de mensen, behalve voor degene die te vertrouwen is, en enkel degene die Allah de Verhevene vreest, is te vertrouwen; houd een misdadiger geen gezelschap, want je riskeert zijn misdadigheid te leren; onthul je geheim niet; vraag raad aan mensen die Allah de Verhevene vrezen.”

Muwarraq Al-'Ajli [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Er is een doel dat ik sinds twintig jaar probeer te bereiken zonder dat ik er tot nog toe in geslaagd ben, en toch zal ik nooit de moed verliezen om te proberen het te bereiken.” “Welk doel.” Vroegen ze hem. Hij antwoordde: “Erin slagen niet te spreken over zaken die mij niet aanbelangen.”




Teveel spreken
Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Wees op jullie hoede voor het overbodige in jullie taalgebruik. Voor de mens volstaat het aantal woorden dat hem laat bereiken wat hij nodig heeft.”

Hij zei ook: “Degene die de grootste zonden zullen dragen op de Dag van de Opstanding zijn zij die onbezonnen verkeerde dingen hebben gezegd.” [Overgeleverd door At-Tabarani, Al-Hafez Al-'Iraqi heeft gezegd dat haar keten authentiek is, zie Al-Ihya nr. 1552]

Ibrahim At-Taymi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Voor hij begint te spreken, denkt de gelovige na. Als zijn woorden voordelig zijn voor hem, spreekt hij, zonniet, onthoudt hij zich ervan. Terwijl de misdadiger woorden uitspreekt zonder na te denken.”

De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene onder jullie waar ik het meest van houd en die dicht bij mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn diegene onder jullie die de beste karakters hebben. Degenen onder jullie die ik het meest verafschuw en die het verst van mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn de babbelzieken, de hoogdravers en de mooipraters.” De Suhaba [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen: “Boodschapper van Allah, we weten wie de babbelzieken en de hoogdravers zijn, maar wat betekend mooipraters [mutafayqihun]? Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] antwoordde: “Dat zijn de hoogmoedigen.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr 2018, tamelijk goed gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 2201]


Zweren
Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als je dan echt wil zweren, zweer dan bij Allah of zwijg anders.” [Saheeh Bukhari nr. 6108 en Muslim nr. 1646]

Volgens hem heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wie zweert bij iemand anders dan Allah, is ongelovig of heeft hem een deelgenoot toegekend.” [Saheeh hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1535. Ahmad in Al-Musnad 2/125. Haakim in Al-Mustadrak 4/297 die haar authentiek heeft verklaard, bevestigd door Adh-Dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 6204 en in As-Sahiha nr. 2042]


Discussies
Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Geen enkel volk is afgedwaald nadat ze leiding gekregen hadden, enkel nadat ze zich hadden overgegeven aan discussies.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 3253. Ibn Madjah nr. 48. Ahmad in Al-Musnad 5/252. Haakim in Al-Mustadrak die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi, hassan gekwalificeerd door Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Laat de discussie links liggen, want je kan haar wijsheid niet begrijpen en je kan niet veilig zijn voor haar verleiding.”

Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Verzamel geen kennis voor drie zaken en verlaat de kennis niet omwille van drie zaken. Verzamel geen kennis om het te gebruiken om te discussiëren, noch om erover op te scheppen, noch om ermee te koop te lopen. Verlaat daarentegen de kennis niet omdat je schaamte om ernaar op zoek te gaan je ervan weerhoudt, of omdat je geen enkel verlangen hebt om iets te leren, of omdat je er voldoening in vindt onwetend te zijn.”

Volgens ‘Aisha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De meest verafschuwde mens bij Allah is de ruziemaker, de betwister.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 2457 & Muslim nr. 2668]

Al Ghazali [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Ruzie is het begin van alle kwaad, en hetzelfde voor twistgesprekken en discussies. Het is dus beter deze deur slechts in noodgevallen te openen, en in noodgevallen is het ook beter om de tong en het hart te beschermen tegen de gevolgen van ruzie, en dat is bijna onmogelijk.” [Al-Ihya nr. 1558]

Abu Yasser [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Wees op je hoede voor discussies: het is het uur van de onwetendheid voor de wijze en het is het ideale moment voor satan om zijn misstap af te wachten.”

Imam Malik [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Discussie maakt het hart hard en veroorzaakt conflicten.”

Bilal Ibn Sa'd [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als je ziet hoe iemand neigingen heeft om ruzie te maken en te discussiëren, betoverd door zijn eigen mening, weet dan dat hij reeds volledig heeft verloren.”

[Shaykh Wahid Abdu-Selaam Bali: De 10 manieren om het geloof te beschermen tegen Satan.]
 

nizar83

Junior Member
aselemu aleikum

dit zyn wel degelijk feiten die elke moslim en moslima moet weten...en niet alleen moet weten, maar ook MOET implementeren in zyn of haar dagelijkse leven.

inshallah lezen we meer over zulke onderwerpen want wolahi...we moeten on beschermen met kennis tegen alles was ons de hel in kan doen brengen allah yahfid al muslimeen ajma3een minha.

en we moeten onze daden inshallah begrypen, verbeteren, vermeerderen zodat allah
ta3ala tevreden met ons is...en blijft!

kleine vb..hoevaak vragen onze ouders ons iets simpels...of adviseren ze ons voor onze eigen bestwil, en reageren we als dwazen..mashallah..wie zegt dat 1 zon dwaze actie van n zoon of dochter jegens zn ouders niet net die daad is die ons in de hel doet belanden..

ALLAH subhana wata3ala heeft het fatsoenlijk omgaan met de ouders zoooo hoog van belang voor ons gemaakt dat het gelijk na het aanbidden van ALLAH komt in rang.

dus 1 aanbidden van ALLAH ta3ala
2 het content houden van je ouders..altyd en overal..ook al is het nog zo moeilijk soms

allah yahdee ma aglak

selemu aleikum
 
Top