op weg naar samarra......

moslimmm

'Abdel'aziz
Een koopman uit Bagdad stond op een dag in zijn tuin te werken, toen zijn lievelingsbediende naar hem toe kwam.
Het gezicht van de man was lijkbleek, zijn handen trilden en hij stond te wankelen op zijn benen.

De koopman liep vlug naar de bediende toe. Hij bracht hem naar een bank in de schaduw, haalde water voor hem uit de fontein en ging naast hem zitten.

"Wat scheelt eraan?" vroeg hij. "Ben je ziek?" De bediende schudde zijn hoofd. "Wat is er dan? Zeg het maar als je kunt."

Ten slotte begon de man praten. "Meester," zei hij, "vanmorgen stuurde u me naar de markt om eten te kopen voor vanavond."

De koopman knikte. "Dat klopt. Ben je geschrokken van iets op de markt?"

De man huiverde. "Ik zag daar de Dood staan. Hij keek me recht in mijn ogen! Meester, leen me een paard zodat ik weg kan rijden van hier, ver weg, naar een plek waar de Dood me niet zal vinden." De koopman mocht zijn dienaar graag, dus bracht hij er niets tegenin. Hij zei: "Haal het beste paard van stal. Rij waarheen je wilt en blijf er zo lang het je daar bevalt. Maar waar ga je heen?"

"Ik heb een neef in Samarra," zei de bediende. "Daar ga ik heen. Dat is ver genoeg."

De koopman bracht zijn dienaar naar de stal en hielp hem zijn mooiste paard zadelen, want de handen van de man trilden zo erg dat hij het in zijn eentje niet zou hebben klaargespeeld. De koopman gaf zijn bediende eten en geld voor onderweg en zwaaide de man uit toen die in galop naar Samarra vertrok waar de Dood hem niet zou vinden.

De koopman ging naar de markt en zag dat de Dood zich nog steeds in de menigte bevond. Hij zag dat niemand hem durfde aan te kijken en dat de mensen met een grote boog om hem heen liepen.

De koopman was een wijze man en niet bang om oog in oog met de Dood te staan. Hij ging naar hem toe en vroeg: "Waarom heb je mijn bediende zo bang gemaakt toen hij vanmorgen hier kwam?"

De Dood glimlachte. "Heb ik hem bang gemaakt?" vroeg hij. "Het spijt me, ik wilde hem niet recht in zijn ogen kijken. Maar ik was zo verbaasd dat ik hem hier in Bagdad zag, terwijl ik wist dat ik hem vanavond in Samarrra moest halen."









33:16 Zeg: Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht; slechts korte tijd zult gij genieten.

32:11. Zeg: De doodsengel, aan wie gij toevertrouwd zijt, zal uw ziel nemen; dan zult gij tot uw Heer worden teruggebracht.

22:5. O mensen, indien gij in twijfel verkeert over de Opstanding, bedenkt, dat Wij u hebben geschapen uit stof, daarna uit een klonter bloed, daarna uit een klomp vlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het u duidelijk maken. En Wij laten wat Ons behaagt gedurende een vastgestelde tijd in de baarmoeder blijven, dan brengen Wij u als een zuigeling voort, dan (doen Wij u opgroeien) zodat gij volwassenen wordt. En daar zijn er onder u die door de dood worden achterhaald en anderen die zulk een hoge ouderdom halen, dat zij na, geweten te hebben niets meer weten
 
Top