Het uiterlijk van de Profeet Moehammad

Shishani

moderator
Staff member
Het uiterlijk van de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam).

Uit: "Biografie van de Profeet Moh'ammad, het zegel der Profeetschap".

Toen zij de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) die langs haar tent was gekomen tijdens zijn migratiereis, beschreef, zei Oemm Ma'bad Al-Khoeza'iyah tegen haar echtgenoot: "Hij was onschuldig licht en had een breed aangezicht. Zijn manieren waren verfijnd. Zijn buik bulkte niet naar buiten, noch was zijn hoofd verstoken van haar. Hij had zwarte, aantrekkelijke ogen, met lichtgewelfde, doorlopende wenkbrauwen. Zijn haar was glanzend zwart, met een neiging tot krullen, hij droeg het lang. Zijn stem was zeer bevelend. Zijn hoofd was groot, goedgevormd en bedachtzaam, sereen en verheven. De vreemde werd vanaf een afstand gefascineerd, maar wanneer hij hem leerde kennen, veranderde zijn fascinatie in gehechtheid en respect. Zijn uitdrukking was zeer aardig en onderscheidend. Zijn spraak was goed opgebouwd en vrij van het gebruik van overbodige woorden, alsof het een rozenkrans van kralen was. Zijn bouw was noch te lang, noch te klein om afwijzend te lijken. Hij was een twijg onder die twee, opmerkelijk helder en fris. Hij werd altijd omringd door zijn metgezellen. Wanneer hij iets zei, luisterden de toehoorders naar hem, terwijl ze allemaal door hem werden gegrepen en wanneer hij een bevel uitvaardigde, wedijverden zij met elkaar om het uit te voeren. Hij was een meester en een bevelhebber. Zijn uitingen werden gekenmerkt door eerlijkheid en oprechtheid, vrij van alle vormen van leugens en bedrog." (Zad Al-Ma'ad, 2/45)

Hem beschrijvend zei Ali ibn Abi Talib: "De Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) was noch overmatig lang, noch extreem kort. Onder zijn vrienden was hij van gemiddelde lengte. Zijn haar was noch krullend noch golvend. Het was daar tussenin. Het was niet te krullerig noch was het helemaal stijl. Het was zowel krullend als gegolfd, een combinatie. Zijn gezicht was niet opgeblazen of vlezig. Het was vrij rond. Zijn mond was wit. Hij had zwarte, grote ogen, met lange wimpers. Zijn ledematen en schouders waren nogal groot. Hij had een klein beetje haar wat als een streep van zijn borst tot aan zijn navel liep, maar de rest van zijn lichaam was bijna haarloos. Hij had dikke handpalmen en dikke vingers en tenen. Wanneer hij liep, hief hij zijn voeten van de grond, alsof hij door modderig overblijfsel van regenwater liep. Wanneer hij draaide, draaide hij helemaal. Het zegel van de profeetschap zat tussen zijn schouders. Hij is het zegel der profeten, de edelmoedigste en dapperste van allen. Zijn spraak was het betrouwbaarste, hij was er het meest op gebrand en had de meeste aandacht voor het vertrouwen van de mensen en hij was zeer zorgvuldig om mensen volledig uit te betalen wat zij tegoed hadden. De Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) was de meest meegaande en inschikkelijke metgezel, wanneer je hem onverwachts zag, vreesde en eerbiedigde je hem. Degene die kennis met hem maakt, zal hem aardig vinden. Degene die hem beschrijft zegt: Ik heb nooit zo iemand gezien, noch voor hem, noch na hem." (Ibn Hisjam, 1/401; Djami'; At-Tirmidzi, 4/303)

Djabir ibn Samoerah heeft overgeleverd, dat de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) een breed gezicht had, met roodachtige (grote) ogen en slanke hielen. (Sahih Moeslim, 2/258.)

Anas ibn Malik zei: "Hij had ongerimpelde handen en was roze van kleur. Hij was niet wit en niet bruin. Hij was vrij wit-achtig. Op zowel zijn hoofd als in zijn baard, had hij minstens twintig grijze haren, naast enkele grijze haren bij zijn slapen." In een andere versie: "en een paar verspreide witte haren op zijn hoofd." (Sahih Al-Boecharie, 1/502)

Al-Bara' zei: "Hij was van gemiddelde lengte, breedgeschouderd, zijn haar hing tot op zijn oorlellen. Ik zag hem gekleed in een rood gewaad en (ik verzeker je) ik heb nooit iemand gezien die knapper was. In het begin liet hij zijn haar los, om zo overeen te stemmen met de mensen van het boek, maar later droeg hij het in een scheiding." (Ibid, 1/503)

Al-Bara' zei ook: "Hij had het mooiste gezicht en het beste karakter." Toen hem werd gevraagd: "Was het gezicht van de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) gevormd als een zwaard?" Zei hij: "Nee, het was gevormd als een maan." Maar in een andere versie zei hij: "Zijn gezicht was rond."

Ar-Rabi' bint Moeawwidh zei: "Als je hem had gezien, zou je hebben gevoeld, dat de zon scheen." Djabir ibn Samoerah zei: "Ik zag hem op een nacht met volle maan. Ik keek naar hem. Hij was in een rood gewaad gekleed. Ik vergeleek hem met de maan en vond, dat hij - naar mijn mening - beter was dan de maan." (Misjkat Al-Masabih, 2/518)

Aboe Hoerairah zei: "Ik heb nooit iets gezien dat prettiger was dan de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam). Het leek alsof het zonlicht bewoog in zijn gezicht. Ik heb nooit iemand gezien die sneller liep dan de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam). Het leek alsof de aarde zichzelf had opgevouwen om de afstand voor hem te verkorten. Want wij matten onszelf af, terwijl hij volkomen op zijn gemak was." (Ibid, 2/518)

Ka'b ibn Malik zei: "Wanneer hij tevreden was, glansde zijn gezicht met zo'n helder licht, dat je geloofde, dat het een stuk van de maan was." (Sahih Al-Bucharie, 1/502)

Op een keer transpireerde hij heel veel, in het huis van 'Aisjah en zijn gelaatstrekken glommen; dus ik reciteerde een gedicht van Aboe Kabir Al-Hoedhali: "Als je zijn gelaatstrekken bekijkt, zul je ze zien twinkelen, als de lichtflitsen van een naderende regen." (Rahmat-oel-lil'alamien, 2/72)

Wanneer Aboe Bakr hem zag, zei hij: "Hij is betrouwbaar, gekozen (door Allah) en roept op tot vergeving. Hij glanst als het licht van de volle maan, wanneer die ver van donkere wolken is." (Khoelasa As-Sijar, p.20)

Oemar reciteerde gewoonlijk verzen door Zoehair, die Haram ibn Sinan beschreven: "Als je iets anders dan een mens was, dan was je een maan, op een nacht met volle maan." Dan voegde hij er aan toe: "Aldus was de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam)." (ibid)

"Wanneer hij boos was, werd zijn gezicht zo rood, dat je zou denken, dat het een geïnfecteerde, rode puist was, met granaatappelpitten, op beide wangen." (Misjkat Al-Masabih, 1/22)

Djabir ibn Samoerah zei: "Zijn benen waren zacht, delicaat en goed gevormd. Zijn lachen was niet meer dan een glimlach. Naar hem kijken, liet je zeggen: 'Hij is zwartogig, hoewel hij het niet is.'" (Djami' At-Tirmidzi, 4/306.)

Ibn Al-'Abbaas zei: "Zijn twee voortanden hadden er een spleet tussen, zo groot, dat wanneer hij sprak, het licht erdoorheen scheen. Zijn nek was zo rein en zilverachtig als een poppennek. Zijn wimpers waren lang en zijn baard was dik. Zijn voorhoofd was breed, maar zijn wenkbrauwen waren als het metalen stuk dat aan een lans vastzit, maar zij waren niet borstelig. Zijn neus had een omhoogstaand puntje, licht gewelfd met kleine neusgaten. Zijn wangen waren normaal, maar hij had (een beetje) haar, dat als een streep van zijn keel tot zijn navel liep. Hij had geen haar op zijn onderbuik, noch op zijn borst, behalve een beetje op zijn armen en schouders. Zijn borst was breed en plat. Hij had lange onderarmen, met brede handpalmen. Zijn benen waren recht en elastisch. Zijn andere ledematen waren ook recht. De twee voetzolen kwamen nauwelijks op de grond. Wanneer hij wegliep, was hij snel uit het zicht; maar hij liep op zijn gemak (wanneer hij geen haast had). De manier waarop hij liep, is te vergelijken met iemand die naar voren leunt en bijna gaat vallen." (Khoelasa As-Sijar, p. 19, 20)

Anas zei: "Ik heb nooit zijde of een zijden gewaad aangeraakt dat zachter was dan de handpalm van de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam); noch heb ik ooit een parfum of geur geroken die prettiger was dan die van hem." In een andere versie: "Ik heb nooit amber of muskus noch iets anders geroken dat zoeter was dan de geur en de reuk van de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam)."

Aboe Djoehaifa zei: "Ik nam zijn hand en legde hem op mijn hoofd en ik vond, dat hij kouder dan ijs was en beter rook dan een parfum van muskus." (Sahih Al-Boecharie, 1/503)

Djabir ibn Samoerah - die toen een klein kind was - zei: "Toen hij mijn wang streelde, voelde ik dat hij koud was en geurde, alsof hij uit een winkel of een parfumwerkplaats was gehaald." (Sahih Moeslim, 2/256)

Anas zei: "Zijn zweet leek op parels." Oemm Soelaim zei: "Zijn zweet rook beter dan het beste parfum."

Djabir zei: "Wie een weg volgt die door de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) is gelopen, zal zeker zijn geur ruiken en zal er zeker van zijn, dat de Boodschapper van Allah (salla Allahu 'alayhi wa salaam) er al langs is gekomen."

"Het zegel van profeetschap, dat in grootte vergelijkbaar was met een duivenei, zat tussen zijn schouders, aan de linkerkant, met vlekken als moedervlekken erop." (Ibid, 2/259)
 
Top