Mag men in opstand komen tegen de
regeringsleiders vanwege hun zonden?
Door de nobele Shaykh
al-Imaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
- moge Allah hem genadig zijn -
www.soennah.com
regeringsleiders vanwege hun zonden?
Door de nobele Shaykh
al-Imaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
- moge Allah hem genadig zijn -
www.soennah.com
Vraag:
Sommige mensen zijn van opinie dat het verrichten van slechte daden en grote zonden door sommige van de regeringsleiders (van de moslims) het verplicht maakt om tegen hen in opstand te komen en om te proberen dit kwaad te veranderen, zelfs als dit ervoor zorgt dat de moslims schade wordt berokkend in het land. De incidenten waar onze Islamitische wereld aan lijdt, zijn er vele. Wat is dus uw opinie hierover?
Antwoord:
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof is aan Allah, de Heer der Werelden. Moge Allah Zijn vrede en gebeden zenden naar de Boodschapper van Allah, zijn familieleden, Metgezellen en wie zijn leiding opvolgt.
Vervolgens:
Voorzeker, Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt:
O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie. En als jullie ergens van mening over verschillen, voer het dan terug naar Allah en de Boodschapper, als jullie geloven in Allah en de Laatste Dag. Dat is beter en gunstiger wat resultaat betreft. [ Soerah an-Nisaa- 4:59 ]
Dit Vers is een bewijs dat het verplicht is om de gezaghebbers te gehoorzamen en dat zijn de regeringsleiders en de geleerden. De authentieke Soennah op gezag van de Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem - maakt duidelijk dat deze gehoorzaamheid noodzakelijk is en dat dit een verplichting is in het goede.
De teksten van de Soennah verduidelijken de betekenis en uit het Vers volgt dat de bedoeling is hen te gehoorzamen in het goede. De moslims zijn dus verplicht om de gezaghebbers te gehoorzamen in het goede, niet in de zonden. Wanneer de gezaghebbers een zonde gebieden, dienen zij niet gehoorzaamd te worden in de zonde. Het is echter niet toegestaan om tegen hen in opstand te komen omwille hiervan. Dit is vanwege de woorden van de Profeet - vrede en gebeden over hem:
"Waarlijk, degene over wie een gezaghebber wordt aangesteld, waarop hij hem een zonde ziet plegen: laat hij dan een hekel hebben aan de zonde die hij pleegt, maar hij dient geen hand terug te trekken uit zijn gehoorzaamheid." Overgeleverd door Moeslim, Ahmed en anderen.
En zijn woorden - vrede en gebeden over hem:
"Wie uit de gehoorzaamheid treedt, zich afscheidt van de groep en vervolgens sterft: die sterft een dood van Djaahiliyyah (preïslamitische tijd van de Onwetendheid)." Overgeleverd door Moeslim, Ahmed en anderen.
Verder zegt de Profeet - vrede en gebeden over hem:
"De mens is verplicht te luisteren en te gehoorzamen betreffende datgene waarvan hij houdt en datgene waaraan hij een hekel heeft, behalve als hij wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn. Wanneer hij wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn, dient hij niet te luisteren en niet te gehoorzamen." Overgeleverd door Moeslim, an-Nasaa-ie en anderen.
Toen de Profeet - vrede en gebeden over hem - vertelde dat er leiders zullen komen in wie men goede zaken en slechte zaken zal zien, vroegen de Metgezellen hem: "Wat draagt u ons op?" Hij antwoordde: "Geef hun hun recht en vraag Allah jullie recht." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.
‘Oebaadah ibn as-Saamit - moge Allah tevreden zijn met hem - heeft gezegd: "De Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem - nam de eed van ons aan dat wij zouden luisteren en gehoorzamen met zin en tegenzin, in voorspoed en tegenspoed en wanneer ons onrecht wordt aangedaan. Bovendien dat wij de autoriteit van de heersers niet betwisten. Vervolgens zei hij: "Behalve wanneer jullie duidelijk ongeloof zien, waarmee jullie een bewijs hebben bij Allah." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.
Dit wijst er dus op dat het voor de moslims niet is toegestaan om zich te verzetten tegen de gezaghebbers of om tegen hen in opstand te komen, behalve als zij duidelijk ongeloof zien waarmee zij een bewijs hebben bij Allah. Dit is slechts omdat het in opstand komen tegen de gezaghebbers een groot verderf en geweldig kwaad veroorzaakt. De veiligheid wordt hiermee verstoord, de rechten worden verwaarloosd, het weerhouden van de onrechtpleger en het steunen van degene die onrecht wordt aangedaan wordt bemoeilijkt en de wegen worden onveilig gemaakt. Er vloeit dus een geweldig verderf en groot kwaad uit het in opstand komen tegen de gezaghebbers.
Behalve wanneer de moslims duidelijk ongeloof zien, waarmee zij een bewijs hebben bij Allah. In dat geval rust er geen kwaad in om tegen deze leider in opstand te komen om hem af te zetten, als zij daartoe in staat zijn. Maar wanneer zij niet in staat zijn of wanneer het in opstand komen een groter kwaad veroorzaakt, dan is het voor hen niet toegestaan in opstand te komen, om zodoende de collectieve voordelen te behouden.
De wettige stelregel waar overeenstemming over is, luidt als volgt:
"Het is niet toegestaan het kwaad te verwijderen met datgene wat nog kwader is, maar het is verplicht het kwaad te weerhouden met datgene wat dit verwijdert of verlicht."
Wat betreft het weerhouden van het kwaad met datgene wat nog kwader is, dit is niet toegestaan met de overeenstemming van de moslims. Wanneer deze groep (die deze leider die duidelijk ongeloof heeft gepleegd wil afzetten) in staat is deze leider af te zetten en in zijn plaats een deugdzame, goede leider aan te brengen zonder dat dit een groot verderf voor de moslims veroorzaakt en zonder dat dit een kwaad teweegbrengt dat geweldiger is dan het kwaad van deze leider: dan rust hier geen kwaad in.
Maar wanneer deze opstand zorgt voor een groot verderf, verstoring van de veiligheid, onrecht van de mensen, het ten onrechte vallen van doden en andere zaken van geweldig verderf: dit is niet toegestaan. In dat geval is men verplicht om geduld te hebben, te luisteren en te gehoorzamen in het goede, de gezaghebbers te adviseren, smeekbeden voor hen te verrichten voor het goede en zich in te spannen om het kwaad te verminderen en het goede te vermeerderen.
Dit is het rechte pad dat men verplicht is in te slaan, omdat hierin collectieve voordelen zitten voor alle moslims, omdat hierin een vermindering van het kwade en een vermeerdering van het goede zit en omdat dit ervoor zorgt dat de veiligheid bewaard wordt en dat de moslims beschermd worden tegen een groter kwaad. Wij vragen Allah succes en leiding voor eenieder.
_________________________________________________________________
Vraag:
Wij weten dat deze woorden een fundament zijn van de fundamenten van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah. Maar spijtig genoeg zijn er onder de kinderen van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah die dit zien als een moedeloze gedachte die tot de nederlaag leidt. Voorzeker, deze woorden zijn gezegd... Daarom roepen zij de jongeren op tot gewelddadigheid in het veranderen (van de samenleving).
Antwoord:
Dit is incorrect van degenen die dit zeggen en het getuigt van een gebrekkig begrip. Zij hebben de Soennah niet begrepen, noch hebben zij deze verstaan zoals het hoort. Het fanatisme en de ijver voor het verwijderen van het kwade zetten hen ertoe aan om in datgene te vallen wat tegenstrijdig is met de Islamitische wetgeving, net zoals de Khawaaridj en de Moe'tazilah hierin vielen. Het zette hen ertoe aan om in de valsheid te vallen, zozeer dat zij de moslims ongelovig verklaren vanwege de zonden, of dat zij hen voor eeuwig in het Hellevuur plaatsen, zoals de Moe'tazilah doen.
De Khawaaridj verklaarden de moslims ongelovig vanwege de zonden en plaatsten de zondaars voor eeuwig in het Hellevuur. De Moe'tazilah zijn het met hen eens wat de bestraffing betreft: dat de zondaars voor eeuwig in het Hellevuur zullen zijn, maar zeggen dat zij zich in deze wereld in een positie tussen de twee posities (geloof en ongeloof) bevinden. Dit alles is een dwaling.
Datgene waar Ahloes-Soennah zich op bevindt, is de waarheid: dat de zondaar niet ongelovig wordt door zijn zonde, zolang hij deze niet als toegestaan beschouwt. Wanneer hij ontucht pleegt, begaat hij geen ongeloof. Wanneer hij steelt, begaat hij geen ongeloof. Wanneer hij alcohol drinkt, begaat hij geen ongeloof. Maar hij is een grote zondaar met een zwak Geloof. Hij wordt hiermee niet ongelovig, behalve als hij de zonde als toegestaan beschouwt en zegt dat deze toegestaan is.
Wat de Khawaaridj hierover hebben gezegd is vals. Daarom zei de Profeet - vrede en gebeden over hem - over hen: "Voorwaar, zij schieten uit de religie zoals een pijl uit een boog schiet en daarna keren zij hier niet naar terug. Zij bestrijden de mensen van de Islam en laten de mensen van de afgodsbeelden." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.
Dit is de situatie van de Khawaaridj vanwege hun overdrijving, onwetendheid en dwaling. Het past de jongeren en anderen dus niet om de Khawaaridj en de Moe'tazilah te imiteren. Zij zijn echter verplicht om de weg van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah te volgen, volgens datgene waar de wettelijke bewijzen op duiden, door zich te houden aan de teksten zoals deze zijn gekomen.
Het is voor hen niet toegestaan om in opstand te komen tegen de leider omwille van één of meerdere zonden die hij heeft gepleegd. In plaats hiervan dienen zij hem te adviseren door naar hem te schrijven of met hem te spreken, door middel van de goede en wijze wegen en het discussiëren op de beste wijze; opdat zij zullen slagen en het kwaad vermindert of verdwijnt, of het goede vermeerdert. Op deze wijze zijn de teksten gekomen op gezag van de Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem. Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt:
En dankzij de Barmhartigheid van Allah ben jij zacht voor hen. Maar als jij streng en hardvochtig zou zijn, dan waren zij zeker van jou weggelopen. [ Soerah Aal ‘Imraan 3:159 ]
Degenen die vurig zijn omwille van Allah en de uitnodigers naar de leiding zijn verplicht om binnen de grenzen van de Islamitische wetgeving te blijven en om degenen die Allah het gezag over hen heeft gegeven te adviseren met mooie woorden, wijsheid en goede manieren, opdat het goede wordt vermeerderd en het kwade wordt verminderd. Opdat de uitnodigers naar Allah zich vermeerderen en actief worden in hun uitnodiging op de beste wijze - niet met gewelddadigheid en hardheid - en degenen die Allah als gezaghebbers over hen heeft aangesteld adviseren op alle goede en mooie manieren die mogelijk zijn.
Alsook dienen zij smeekbeden voor hen te verrichten vanuit het ongeziene: dat Allah hen leidt, succes aan hen schenkt, hen steunt in het goede en dat Allah hen bijstaat om de zonden die zij verrichten te laten en de waarheid te vestigen. Op deze manier smeekt de gelovige Allah nederig aan en vraagt Hem om de gezaghebbers te leiden en te steunen in het laten van de valsheid en het vestigen van de waarheid, met mooie manieren en op de beste wijzen.
Evenzo dient hij om te gaan met zijn broeders die vurig (in de religie) zijn: hij adviseert hen, vermaant hen en herinnert hen, opdat zij actief worden in het uitnodigen naar Allah op de beste wijze, niet met gewelddadigheid en hardheid. Op deze manier wordt het goede vermeerderd en het kwade verminderd en leidt Allah de gezaghebbers naar het goede en maakt hen hierin standvastig. Zo is het resultaat prijzenswaardig voor eenieder.
Door: ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
Bron: Al-Ma'loem min Waadjib al-'Alaaqah bayn al-Haakim wal-Mahkoem (Advies aan de moslimgemeenschap: 10 vragen en antwoorden betreffende de wijze waarop de moslims dienen om te gaan met hun regeringsleiders)