Assalamu alaykum wa rahmatullaahi wa barakatuh
Allah Ta’ala zegt: "Voorwaar, de gelovigen (al-moe’minoen, degenen met imaan) zijn elkaars broeders." (49:10)
Wat betekent dit vers? Wat zijn de implicaties ervan voor broederschap? Wat is de realiteit van deze islamitische broederschap?
Imaan en broederschap zijn met elkaar verbonden. Als onze imaan hoog is, is ook onze broederschap sterk. Aan de andere kant, als onze imaan zwak is, is de broederschap ook zwak.
De Profeet (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) heeft gezegd: "De sterkste banden van imaan zijn liefde en haat omwille van Allah."
En ook zei hij: "Iemand die liefde en haat koestert omwille van Allah, heeft zijn imaan compleet gemaakt."
Als moslims zijn we niet vrij om liefde en haat te voelen naar ons eigen goeddunken, we moeten proberen liefde en haat te voelen volgens de criteria die Allah Ta’ala ons daarvoor gegeven heeft. Dat wil zeggen, we houden van datgene waar Allah van houdt en we haten datgene wat Allah haat. Wat gebeurt er als we deze weg niet bewandelen en onze eigen ingevingen volgen? Bedenk waar ons ego toe geneigd is en waar het naar verlangt, zoals we kunnen lezen in soerah Yoesoef: "(Yoesoef zei: "Ik verklaar dat ikzelf niet onschuldig ben. Voorwaar, de ziel spoort aan tot het kwade, behalve bij wie door mijn Heer begenadigd is. Voorwaar, mijn Heer is Vergevingsgezind, Meest Barmhartig." (18:53)
Ons eigen ego volgen leidt tot dwaling, want uiteindelijk zullen we dan houden van de dingen waar Allah een afkeer van heeft, en een afkeer voelen voor datgene waar Hij van houdt.
En als we nadenken over soerat Al-‘Asr zullen we inzicht krijgen in de ware islamitische broederschap. Want in deze soerah benadrukt Allah Ta’ala het feit dat om op de rechte weg te blijven en sabr (geduld en volharding) te tonen bij elke tegenslag, het nodig is om samen te werken en elkaar te helpen en aan te sporen, als ware broeders. Allah Ta’ala zegt:
"Bij de Tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld." (103:1-3)
De grote Islamgeleerde Imaam Ash-Shafi’ (rahimahoellah) heeft gezegd: "Als mensen nadenken over deze soerah, zullen ze zich realiseren dat het genoeg is (dwz als Allah Ta’ala alleen deze soerah geopenbaard had was het voldoende geweest, omdat het een beknopte samenvatting geeft van de islamitische leer)!"
Ibn Kethir (rahimahoellah) heeft volgens de overleveringen over het vers "… elkaar aansporen tot de Waarheid…" gezegd dat het betekent gezamenlijk de bevelen van Allah uitvoeren en opleggen. En over het vers "… elkaar aansporen tot geduld…" zei hij dat het betekent dat je gezamenlijk de moeilijkheden draagt die ons overkomen.
In een andere ayah die het principe van broederschap verduidelijkt, zegt Allah Ta’ala:
"En wees zelf geduldig met degenen die hun Heer in de morgen en in de avond aanroepen, zij wensen Zijn Aangezicht. En wend jouw ogen niet af van hen omdat jij de versierselen van het wereldse leven wenst. En gehoorzaamt niet degene wiens hart Wij onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen en (die) zijn begeerten volgt: en hij is in overtreding in zijn zaak." (18:28)
Ook uit deze ayah maken we op dat geduld (sabr) samenhangt met het samen zijn met broeders en zusters die liefde en afkeer voelen omwille van Allah Ta’ala.
Allah Ta’ala zegt ook:
"En dat hij behoort tot degenen die geloven en elkaar aansporen tot geduld en elkaar aansporen tot barmhartigheid." (90:17)
Deze broederschap wordt verder benadrukt in de volgende hadieth:
Aboe Moesa (radiAllahoe ‘anhoe) overleverde dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) zei: "De relatie van de ene gelovige met de andere is zoals (de stenen van) een gebouw, iedere (steen) steunt en versterkt de andere."
Om een gebouw te laten staan, zijn stenen nodig! En nog belangrijker, deze stenen moeten elkaar ondersteunen en slechts dan zal het gebouw kunnen staan. En wij, de moslimoemmah, willen ook bouwen; aan een gemeenschap, een land, een islamitische staat! En broeders en zusters in islam, willen we onze doelstellingen bereiken, dan zullen we zoals stenen moeten zijn en elkaar steunen!
Nog een hadieth:
De Profeet (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) heeft gezegd: "De gelovigen zijn in hun wederzijdse vriendelijkheid, compassie en genegenheid zoals een lichaam. Als één van de ledematen aan iets lijdt, dan reageert het hele lichaam met slapeloosheid en koorts." (Boechari en Moeslim)
Stel je voor dat je een zware migraineaanval hebt, of maagpijn of rugpijn. Hoe voel je je dan? Het zou zonder twijfel voelen alsof je hele lichaam de pijn van de migraine, maagpijn of rugpijn voelt! En zo is de ware islamitische broederschap; als één deel van ons lichaam lijdt aan pijn of problemen, dan moeten we allemaal deze pijn of problemen voelen!
Dus wanneer Allah Ta’ala zegt "Voorwaar, de gelovigen zijn elkaars broeders", dan zit er een hele betekenis achter dit vers en zijn er vele implicaties aan verbonden.
We vragen Allah Ta’ala om de ware islamitische broederschap tussen ons te vestigen, djazakoemAllahoe Gairan
Allah Ta’ala zegt: "Voorwaar, de gelovigen (al-moe’minoen, degenen met imaan) zijn elkaars broeders." (49:10)
Wat betekent dit vers? Wat zijn de implicaties ervan voor broederschap? Wat is de realiteit van deze islamitische broederschap?
Imaan en broederschap zijn met elkaar verbonden. Als onze imaan hoog is, is ook onze broederschap sterk. Aan de andere kant, als onze imaan zwak is, is de broederschap ook zwak.
De Profeet (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) heeft gezegd: "De sterkste banden van imaan zijn liefde en haat omwille van Allah."
En ook zei hij: "Iemand die liefde en haat koestert omwille van Allah, heeft zijn imaan compleet gemaakt."
Als moslims zijn we niet vrij om liefde en haat te voelen naar ons eigen goeddunken, we moeten proberen liefde en haat te voelen volgens de criteria die Allah Ta’ala ons daarvoor gegeven heeft. Dat wil zeggen, we houden van datgene waar Allah van houdt en we haten datgene wat Allah haat. Wat gebeurt er als we deze weg niet bewandelen en onze eigen ingevingen volgen? Bedenk waar ons ego toe geneigd is en waar het naar verlangt, zoals we kunnen lezen in soerah Yoesoef: "(Yoesoef zei: "Ik verklaar dat ikzelf niet onschuldig ben. Voorwaar, de ziel spoort aan tot het kwade, behalve bij wie door mijn Heer begenadigd is. Voorwaar, mijn Heer is Vergevingsgezind, Meest Barmhartig." (18:53)
Ons eigen ego volgen leidt tot dwaling, want uiteindelijk zullen we dan houden van de dingen waar Allah een afkeer van heeft, en een afkeer voelen voor datgene waar Hij van houdt.
En als we nadenken over soerat Al-‘Asr zullen we inzicht krijgen in de ware islamitische broederschap. Want in deze soerah benadrukt Allah Ta’ala het feit dat om op de rechte weg te blijven en sabr (geduld en volharding) te tonen bij elke tegenslag, het nodig is om samen te werken en elkaar te helpen en aan te sporen, als ware broeders. Allah Ta’ala zegt:
"Bij de Tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld." (103:1-3)
De grote Islamgeleerde Imaam Ash-Shafi’ (rahimahoellah) heeft gezegd: "Als mensen nadenken over deze soerah, zullen ze zich realiseren dat het genoeg is (dwz als Allah Ta’ala alleen deze soerah geopenbaard had was het voldoende geweest, omdat het een beknopte samenvatting geeft van de islamitische leer)!"
Ibn Kethir (rahimahoellah) heeft volgens de overleveringen over het vers "… elkaar aansporen tot de Waarheid…" gezegd dat het betekent gezamenlijk de bevelen van Allah uitvoeren en opleggen. En over het vers "… elkaar aansporen tot geduld…" zei hij dat het betekent dat je gezamenlijk de moeilijkheden draagt die ons overkomen.
In een andere ayah die het principe van broederschap verduidelijkt, zegt Allah Ta’ala:
"En wees zelf geduldig met degenen die hun Heer in de morgen en in de avond aanroepen, zij wensen Zijn Aangezicht. En wend jouw ogen niet af van hen omdat jij de versierselen van het wereldse leven wenst. En gehoorzaamt niet degene wiens hart Wij onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen en (die) zijn begeerten volgt: en hij is in overtreding in zijn zaak." (18:28)
Ook uit deze ayah maken we op dat geduld (sabr) samenhangt met het samen zijn met broeders en zusters die liefde en afkeer voelen omwille van Allah Ta’ala.
Allah Ta’ala zegt ook:
"En dat hij behoort tot degenen die geloven en elkaar aansporen tot geduld en elkaar aansporen tot barmhartigheid." (90:17)
Deze broederschap wordt verder benadrukt in de volgende hadieth:
Aboe Moesa (radiAllahoe ‘anhoe) overleverde dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) zei: "De relatie van de ene gelovige met de andere is zoals (de stenen van) een gebouw, iedere (steen) steunt en versterkt de andere."
Om een gebouw te laten staan, zijn stenen nodig! En nog belangrijker, deze stenen moeten elkaar ondersteunen en slechts dan zal het gebouw kunnen staan. En wij, de moslimoemmah, willen ook bouwen; aan een gemeenschap, een land, een islamitische staat! En broeders en zusters in islam, willen we onze doelstellingen bereiken, dan zullen we zoals stenen moeten zijn en elkaar steunen!
Nog een hadieth:
De Profeet (sallallahoe ‘aleihi wa sallem) heeft gezegd: "De gelovigen zijn in hun wederzijdse vriendelijkheid, compassie en genegenheid zoals een lichaam. Als één van de ledematen aan iets lijdt, dan reageert het hele lichaam met slapeloosheid en koorts." (Boechari en Moeslim)
Stel je voor dat je een zware migraineaanval hebt, of maagpijn of rugpijn. Hoe voel je je dan? Het zou zonder twijfel voelen alsof je hele lichaam de pijn van de migraine, maagpijn of rugpijn voelt! En zo is de ware islamitische broederschap; als één deel van ons lichaam lijdt aan pijn of problemen, dan moeten we allemaal deze pijn of problemen voelen!
Dus wanneer Allah Ta’ala zegt "Voorwaar, de gelovigen zijn elkaars broeders", dan zit er een hele betekenis achter dit vers en zijn er vele implicaties aan verbonden.
We vragen Allah Ta’ala om de ware islamitische broederschap tussen ons te vestigen, djazakoemAllahoe Gairan