Wa 'aleykoem assalaam wa rahmatoellaahi wa barakaatoeh.
Baarak Allaahoe fiek. Ik vul het aan met wat jij stuurde via email:
السؤال: أحسن الله إليكم صاحب الفضيلة يقول السائل : يوجد بعض الشباب يتهمون الشيخ عبد العزيز بن باز والشيخ ابن عثيمين بأنهم من مرجئة العصر وأنهما من أضل الأمة فما نصيحتكم لهؤلاء؟
Vraag: Moge Allaah goed voor u zijn, uw achtbare. De vraagsteller zegt: “Er zijn bepaalde jongeren die Shaykh 'Abdul-'Azeez Ibn Baaz en Shaykh Ibn 'Uthaymeen ervan beschuldigen dat zij de “Murji'ah van deze tijd” zijn, en dat zij de Ummah hebben bedrogen. Wat is uw advies aan zulke [jongeren]?”
الجواب : على كل حال هذا ليس بغريب فالذي لا يوافقهم على هواهم يحكمون عليه بالإرجاء أو بغيره من المذاهب ،حكموا على ابن باز وعلى ابن عثيمين بالإرجاء لأنهما لم يخرجا على ولي الأمر ،ولم يكفرا المسلمين وهم يريدون منهما ذلك ،لكن لما عجزوا عن حصول موافقتهما لهم حكموا عليهما بالإرجاء ،هذا كلام بالهوى ــ والعياذ بالله ــ واتهامهم لهذين الإمامين بما ليس فيهما ، ما عرفنا عنهما إلا الخير والاستقامة والاعتدال ،والحث على لزوم الكتاب والسنة ومنهج الســــلف هذا الذي تعلمناه منهما وعرفــــــــناه منهما - رحمهما الله - ، لكن لما لم يوافقا هؤلاء على نزاعاتهم ونزغاتهم رموهما بالإرجاء، لأن الذي لا يكفر المسلمين مرجئ عندهم
Antwoord: “Hoe dan ook, dit is niet vreemd. Een ieder die niet overeenkomt met hun begeerten wordt door hen beticht van Irjaa’ of een ander dogmatisch gedachtegoed. Ze hebben Ibn Baaz en Ibn ‘Uthaymeen beschuldigd van Irjaa’ omdat ze niet in opstand kwamen tegen de gezaghebbers noch de Moslims tot ongelovigen hebben verklaard, terwijl dat hetgeen is wat zij van hen verlangden. Echter, nadat zij de hoop op hun instemming hierover hadden opgegeven, beschuldigden ze hen beiden van Irjaa’. Dit zijn woorden van begeerten – en bij Allaah zoeken wij onze toevlucht – en een laster over deze twee Imaams met iets waar zij vrij van zijn. Wij kennen van hen niets anders dan al-Khayr (goedheid), al-Istiqaamah (standvastigheid), al-I'tidaal (gematigdheid) en de nadruk op het vasthouden aan het Boek, de Sunnah en de Manhaj (methodiek) van de Salaf (vrome voortgangers). Dit is wat wij hebben geleerd van hen en wat wij van hen kennen - moge Allaah hen genadig zijn. Maar toen de twee [Imaams] niet instemden met hun argumentaties en ontsporingen, beschuldigden ze hen van Irjaa’, want degene die de Moslims niet tot ongelovigen verklaard is voor hen een Murji’. Ja.”
