"DEZE KENNIS IS RELIGIE" (uitleg uitspraak Ibn Sirin)

Status
Not open for further replies.

Shishani

moderator
Staff member
“Deze Kennis is religie, kijk dus uit
waar jullie je religie vandaan halen.”

(Muhammad Ibn Sierien)


De helper voor het verduidelijken van
de betekenissen van de uitspraak van imaam ibn Sireen:
"Deze kennis is religie"


Deel 1

Shaykh Ahmad ibn Omar ibn Saalim Baazmoel
-Hafidahoe Allaah-

PDF-file
Bron (lezing)


vbulletin4_logo.png
 

Shishani

moderator
Staff member
بسم الله الرحمن الرحيم

Waarlijk alle lof is aan Allaah, we prijzen Hem, we zoeken Zijn steun en we vragen om Zijn vergiffenis. We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en tegen het slechte van onze daden. Wie geleid wordt door Allah, er is voor hem geen dwaling, en wie Allah laat dwalen er is voor hem geen leiding. Ik getuig dat er niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah, alléén Hij zonder deelgenoot aan Hem. En ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is.

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ اتَّقُواْ اللَّهَ حَقَّ تُقَاتِهِ وَلاَ تَمُوتُنَّ إِلاَّ وَأَنتُم مُّسْلِمُونَ
{O jullie die geloven, vrees Allah vol ware godsvrees voor Hem, en sterft niet anders dan als moslims.} [3:102]

يَا أَيُّهَا النَّاسُ اتَّقُواْ رَبَّكُمُ الَّذِي خَلَقَكُم مِّن نَّفْسٍ وَاحِدَةٍ وَخَلَقَ مِنْهَا زَوْجَهَا وَبَثَّ مِنْهُمَا رِجَالاً كَثِيرًا وَنِسَاء وَاتَّقُواْ اللَّهَ الَّذِي تَسَاءَلُونَ بِهِ وَالأَرْحَامَ إِنَّ اللَّهَ كَانَ عَلَيْكُمْ رَقِيبًا
{O mens, vrees jullie Heer die jullie schiep uit één enkele ziel en daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen. En vrees Allah in wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen en (onderhoud) de familiebanden. Voorwaar, Allah is de Waker over jullie.}
[4:1]

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اتَّقُوا اللَّهَ وَقُولُوا قَوْلا سَدِيدًا / يُصْلِحْ لَكُمْ أَعْمَالَكُمْ وَيَغْفِرْ لَكُمْ ذُنُوبَكُمْ وَمَن يُطِعْ اللَّهَ وَرَسُولَهُ فَقَدْ فَازَ فَوْزًا عَظِيمًا
{O jullie die geloven, vrees Allah en spreek het ware woord. Hij zal jullie goede daden
aanvaarden en jullie zonden vergeven. En wie Allah en Zijn Booschapper gehoorzaamt:
waarlijk, die heeft een geweldige triomf behaald.}
[33:70-71]


Vervolgens:
Voorwaar, het beste woord is het Woord van Allaah en de beste leiding is de leiding van Mohammed -salla allaho ‘alayhie wa sallam-. En de slechtste zaken zijn de vernieuwde zaken. En elk vernieuwde zaak is een innovatie. En elke innovatie is een dwaling. En elke dwaling is in het Hellevuur.
Vervolgens:​

Dit is een boek (risaalah) waarin de uitspraak van de Imaam Muhammed ibn Sireen al-Ansaarie wordt uitgelegd:
“Deze Kennis is religie, kijk dus uit waar jullie je religie vandaan halen.”

En dit is een bekende uitspraak, de geleerden zien het als één van de meest belangrijke stelregels voor het opdoen van kennis, zelfs één van de meest belangrijke stelregels van de Islamitische religie. Dit omdat het een duidelijke onderscheid maakt tussen degenen van wie men wel en geen kennis mag nemen.
En omdat deze athar (uitspraak van de selef) een geweldige status geniet bij de geleerden, ben ik begonnen met het uitleggen en verduidelijken ervan, door het vermelden van bewijzen uit de Qoraan en de Soennah en de uitspraken van de selef en degene die hen in oprechtheid volgt, door wat hij (de uitspraak) bevat aan betekenissen en wijsheden.

Benaming van het boek:

En ik heb dit boek getiteld:
“al-moe’ien li-tawdieh ma’aanie athar al-imaam ibn sirien:
inna haadha al-’ilm dien”
[1]
“De helper voor het verduidelijken van de betekenissen
van de uitspraak van imaam ibn Sireen:
Deze kennis is religie”


Ik heb dit boek verdeeld in een inleiding, voorwoord, vier doelen, slotwoord en een inhoudopgave.

In de inleiding vermeld ik: khotbat alhaajah, de reden van het schrijven van dit boek, benaming van het boek, mijn methodiek in het schrijven van dit boek.
En ik vermeld in het voorwoord: Het belang van het onderwerp en de biografie van de imaam ibn Sireen.
Het eerste doel: Bronvermelding van de athar, en het vermelden van wie soortgelijke uitspraken
zijn overgeleverd.
Het tweede doel: Het bewijs uit de Qoraan en Soennah voor de betekenis van de uitspraak.
Het derde doel: Wat de uitspraak van ibn Sireen bevat aan betekenissen en profijten:
- Definitie van de kennis, verduidelijking van het doel van kennis en het oordeel van het
leren ervan.
- Verbod op het spreken over zaken van kennis behalve [wanneer dit is] met een argument
en bewijs.
- Het spreken over Allah zonder kennis en de uitspraak ‘Ik weet het niet’.
- De verplichting van het [zorgvuldig] kiezen en zuiveren van geleerden waarvan men
kennis neemt.
- Onderscheid maken in degenen die kennis verspreiden.
- Wie zijn de geleerden waarvan men kennis neemt.
- Wie zijn degenen waarvan geen kennis genomen wordt.
- Er is geen verschil in het verbod om kennis te nemen van hen wanneer het gaat om zowel, luisteren, aanwezig zijn [in de lessen], lezen [van boeken], omgang of wat voor manier dan ook die behoort tot het nemen van [kennis van] hen of het mengen onder hen.
Het vierde doel: Misvattingen en weerleggingen
En in het slotwoord vermeld ik: De belangrijkste doelen die dit boek inhoudt.

En Allaah vraag ik dat deze daad oprecht is omwille van Zijn Nobele Aangezicht, en dat Hij het van mij aanvaardt, en dat Hij mij ermee zal baten op de dag waar geen geld en kinderen zullen baten, behalve wie naar Allah komt met een zuiver hart, en dat hij mij aanvaarding schenkt in de twee verblijfsplaatsen (aarde en hiernamaals), Hij is dichtbij alhorend over mijn smeekgebed.

Geschreven door:
Dr. Aboe 'Oemar
Ahmad ibn 'Oemar ibn Saalim Baazmoel
Assistent leraar aan de universiteit Umm al-Qura
Makkah al-mukarramah​

___________________________
[1] En dit is een samenvatting van mijn uitgebreide uitleg van deze athar, ik heb het samengevat zodat men meer profijt zal verkrijgen, vooral voor de algemene mensen; degenen die deze dagen beproefd worden met het volgen van iedereen die in de media verschijnt of dit nu gehoord, gezien of gelezen wordt. Zonder hierbij onderscheid te maken tussen wie wel en wie niet gekwalificeerd is om kennis van te nemen. Hierin wijken zij af van de methodologie van de selef in het opdoen van kennis bij gekwalificeerden die betrouwbaar zijn in hun kennis en religie. Ik vraag Allah dat zij er lering uit trekken.
 

Shishani

moderator
Staff member
Voorwoord:
Het belang van het onderwerp


Het belang van het onderwerp wordt in de volgende zaken verduidelijkt:

De eerste zaak: Allah –‘azza wa djalla – heeft ons verplicht om kennis op te doen over onze religie, en de regelgevingen (akhaam) te kennen die wij nodig hebben in onze dagen en nachten.​


Zoals ta’aala gezegd heeft:
{Waarom rukt niet van elk groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) begrip verkrijgen over de godsdienst, zodat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is teruggekeerd. Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden.} [9:122]

Sheikh as-Sa’die zei: “Dit wil zeggen: zodat zij de wettelijke [islamitische] kennis en haar betekenis leren, en haar geheimen begrijpen, en anderen het bijleren, en hun gemeenschap vermanen nadat ze tot hen teruggekeerd zijn.” [2]

En van wat Allah – azza wa djalla – ons ook geboden heeft: is het vragen van geleerden, gezien Hij – azza wa djalla – zei:
{Vraag het dan aan de bezitters van kennis, indien jullie het niet weten.} [16:43] [21:7]

In dit vers heeft Allah ons dus geboden om de geleerden te vragen en niemand anders.

Sheikh as-Sa’die zei: “Dit vers is algemeen over elke kwestie van de [islamitsche] religie, zowel de fundamenten (usul) als de aftakkingen (furuu’), als de mens geen kennis heeft erover dan moet hij vragen aan degene die het wel weet, hier zit dus het gebod voor het leren bij en vragen aan de geleerden, en Hij heeft niet geboden om hen te vragen behalve omdat het verplicht is voor hen om te onderwijzen en het antwoorden op vragen. En omdat de geleerden specifiek zijn aangewezen om vragen aan te stellen is dit een bewijs op het verbod om mensen te vragen die bekend staan om onwetendheid en ook is het verboden voor hen om dit tegen te gaan.” [3]
AbdAllah ibn Mas’oed zei: “Voorwaar, iemand van jullie bevindt zich nog op goedheid zolang hij Allah vreest, en als hij in zichzelf twijfelt over iets dan vraagt hij een [geleerde] man en geneest hij hem ervan, en ik vrees dat jullie die niet zullen vinden.” [4]
Ibn Abd al-Barr zei: “Het is verplicht voor elke gelovige man en vrouw wanneer zij onwetend zijn over iets betreffende hun religie dat zij ernaar vragen.” [5]

En het verbazingwekkende van sommige mensen is: dat als zij een zaak van de wereldse zaken nodig hebben dan vragen zij de beste mensen die daar kennis over hebben, en zijn zij niet tevreden over de mening van zomaar iemand, en als zij horen over meer dan één die deze zaak perfect uitvoert dan kiezen zij de beste en meest goede, dus verkiezen zij hem en nemen zij zijn uitspraak aan! Maar wat betreft een kwestie over de religie en wetgeving van Allaah is hij onbekommerd over van wie hij neemt of vraagt, en neemt hij een uitspraak aan van wie het ook is! En sommige vragen zelfs niemand, en er is geen twijfel dat dit een grote fout is, met als gevolg fitna en dwaling in de religie.

Ibn Radjab zei: “O Allah ik ben verbaasd! Als een man beweert dat hij een beroep kan van de wereldse beroepen – en de mensen kennen hem hier niet mee; zij hebben geen machines bij hem gezien [die hij nodig heeft om dit beroep uit te oefenen]– dan zouden ze zijn bewering niet geloven, en zouden ze hem niet vertrouwen met hun geld, en zouden ze niet toelaten hij dit beroep bij hen uitoefent. Dus hoe zit het met degene die beweert de zaak van de profeet te kennen, maar men heeft hem nooit kennis van de profeet zien opschrijven, of bij de geleerden zien zitten, of dit zien bestuderen? Bij Allah is mijn verbazing! Hoe kan een verstandig persoon zijn bewering accepteren, en hem laten oordelen in de religie, waardoor hij het (de religie) corrumpeert met zijn leugenachtige bewering?” [6]

En de profeet – salla Allah alayhie wa sallam – heeft ons gewaarschuwd voor de mensen van begeerte en innovatie, op gezag van Aisha – radia Allah ‘anhaa – die zei: De boodschapper van Allah reciteerde dit vers:
{Hij is Degene Die het Boek aan jou heeft neergezonden, met daarin eenduidige Verzen, zij zijn grondslag van het Boek, andere zijn meerduidig. Maar degenen die in hun harten een neiging (tot valsheid) hebben, misbruiken de (Verzen) met meerduidige betekenissen om Fitnah te zaaien en de ware betekenis ervan te zoeken. En de uitleg ervan is bij niemand anders bekend dan bij Allah. En degenen die stevig gegrondvest in kennis zijn, zeggen: “Wij geloven er in, alles is van onze Heer,” en zij laten zich niet vermanen, behalve de bezitters van verstand.} [3:7]
Ze zei: de boodschapper van Allah – salla Allah alayhie wa sallam – zei:
“Als je degenen ziet die het meerduidige volgen, zij zijn degenen die Allah genoemd heeft, wees gewaarschuwd voor hen!”[7]

An-Nawawie zei: “Deze hadith bevat een waarschuwing voor het mengen met de mensen van valsheid, en innovaties, en wie de problemen volgt om daar fitna van te maken. Er mag geen gehoor gegeven worden aan hen, zij moeten berispt en weggejaagd worden.” [8]


De tweede zaak: Deze kennis wordt vers gehouden door het te nemen van de mensen van kennis, van zijn oorspronkelijke bronnen, dus elke groep neemt die (de kennis) van de geleerden, de erfgenamen van de profeten, dus als de kennis niet genomen wordt van de geleerden dan gaat hij verloren.​

Aboe Ad-Darda zei: “Hoe kan het zo zijn dat ik jullie geleerden zie verdwijnen, en jullie onwetenden niet zie bijleren! Dus leer voordat de kennis wordt opgeheven, waarlijk de kennis wordt opgeheven door het verdwijnen (de dood) van de geleerden.” [9]
En AbdAllah ibn ‘Oebayd ibn ‘Oemayr zei: “Waarlijk wanneer de studenten de geleerden treffen, dan blijft de kennis zuiver bij de onderwijzers, als de leerlingen hen niet treffen dan verdwijnt de kennis.” [10]


De derde zaak: Dat als de kennis niet genomen wordt van de mensen van kennis dan wordt hij opgeheven van de aarde, omdat door de aanwezigheid van de geleerden de kennis blijft, dus als de kennis niet van hen genomen wordt en zij sterven, dan is de kennis weggenomen, en is de aanwezigheid van de boeken niet nuttig.​

Overgeleverd van AbdAllah ibn ‘Amr ibn Al-’Aas dat hij zei: Ik hoorde de boodschapper van Allah zeggen: “Voorzeker, Allaah zal de kennis niet abrupt van de mensen wegnemen.Maar hij zal de kennis wegnemen door de geleerden weg te nemen [te doen sterven], tot op het punt dat er niet één geleerde overblijft. De mensen zullen (dan) onwetenden tot hun leiders aanstellen, waarop zij ondervraagd worden en dan fatawa (religieuze oordelen) zullen geven zonder kennis. Met als gevolg dat zij zullen dwalen en anderen doen dwalen.” [11]
En ibn ‘Abbaas zei: “Weten jullie wat het verdwijnen van kennis betekent?” Wij zeiden: “Nee.” Hij zei: “Het verdwijnen van de geleerden.” [12]

En dat het zo is dat de kennis wordt weggenomen door het sterven van de geleerden: is een bewijs dat er geen profeet is na Muhammed - salla allaho alayhie wa sallam - . En de geleerden volgen de profeet – salla Allah alyhie wa sallam – op in het verduidelijken van de waarheid, dit omdat zij de erfgenamen van de profeten zijn. Als de geleerden sterven en de mensen zonder kennis blijven, wie zal hen hun religie dan verduidelijken? En voor de volkeren vóór ons, hun profeten waren leiders voor hen. Een profeet werd opgevolgd door een profeet. [13]


De vierde zaak: Dat door het verdwijnen van de kennis, de onwetendheid, al- fitan en moorden verschijnen.​

Op gezag van Aboe Hoerayrah - radia Allaho 'anho - de Profeet – salla Allaho alayhie wa sallam heeft gezegd: "De kennis wordt weggenomen en de onwetendheid en al-fitan verschijnen, en al-haradj zal vermeerderen.”
En er werd gevraagd: “O Boodschapper van Allah en wat is al-haradj?” Hij gebaarde met zijn hand alsof hij moord bedoelde. [14]
En Hilal ibn Khabbaab vroeg Aboe Al-’Alaa Sa’ied ibn Djoebayr: “Wat is het teken van het uur en de vernietiging van de mensen?” Hij antwoordde: “Als hun geleerden verdwijnen.” [15]


De vijfde zaak: Dat de mensen meer behoefte hebben aan kennis dan aan eten en drinken.​

Ath-Thawrie zei: “De mens heeft meer nood aan kennis dan brood en vlees.” [16]
En imaam Ahmad zei: “De mensen hebben meer nood aan kennis dan eten en drinken, omdat men het eten en drinken twee of drie keer per dag nodig heeft, en kennis heeft men op elk tijdstip nodig.” [17]
En AbdAllah zoon van de imaam Ahmad zei: “Ik heb mijn vader gevraagd of de man verplicht is om kennis op te doen?” Hij zei: ‘Wat hij nodig heeft om zijn gebed te onderhouden en zijn religieuze zaken zoals het vasten en zakaat.’ En hij vermeldde de islamitische wetgevingen. En hij zei: ‘Het is een noodzaak voor hem dat hij dit leert.’[18]


De zesde zaak: Dat de mensen van wie men geen kennis mag nemen obstakels zijn op een weg voor het bereiken van de beloning aan de profeet – salla Allah alayhie wa sallam –​

Ibn al-Qayyim al-Djawziyyah zei: “Wie de gemeenschap oproept naar iets anders dan de Soennah van de boodschapper van Allah –salla Allaho alayhie wa sallam–, hij is daarmee zijn werkelijke vijand, omdat hij het bereiken van de beloning tegenhoudt van wie de Soennah volgt. En dit behoort tot de grootste vijandschap jegens hem. Wij zoeken toevlucht bij Allaah tegen verslapping!”[19]


De zevende zaak: Dat een fout maken betreffende de kennis aanleiding is voor een heel grote schade en overweldigende nadeel. [20]

AbdAllah ibn Ahmad ibn Hanbal zei: “Ik heb mijn vader gevraagd over een man die in het bezit is van boeken met de uitspraken van de profeet en de meningsverschillen van de metgezellen en hun volgelingen, en de man heeft geen kennis over de zwakke verlaten hadith en niet over de sterke van de zwakke ketting. Is het toegestaan voor hem om aan te nemen wat hij wil en te kiezen waar hij van houdt en hiermee fatawa uitvaardigt en zelf naar te handelen?” Hij zei: “Hij praktiseert niet tot hij vraagt wat hij daarvan mag aannemen, hij praktiseert dus een authentiek gebod hij vraagt hierover de mensen van kennis.” [21]
En ibn Taymiyyah – rahiemaho Allah – zei: “We zijn er mee eens dat het geen rechtvaardiging is om te luisteren naar elke uitspraak.” [22]


De achtste zaak: [23] Als er geen onderscheid is tussen van wie men wel kennis neemt en van wie men geen kennis mag nemen dan wordt de correcte referentie gemist vanwaar men kennis van neemt . En de normale mensen kunnen geen onderscheid maken tussen de waarheid en de valsheid, en tussen het correcte en het foute. Als zij terugkeren naar iemand anders dan de geleerden en dan fatawa (religieuze oordelen) zullen krijgen zonder kennis. Dan dwalen zij en doen anderen dwalen.​

Ibn Sirien zei: “Zij waren het niet gewoon om te vragen naar de ketting, maar nadat de fitna plaats vond zeiden ze: ‘Noem ons jullie mannen.’; Men keek dan naar Ahl Assunah en hun hadith werd aangenomen, en men keek naar de mensen van innovatie; hun hadith werd niet aangenomen.” [24]


__________________________________________
[2] Tayseer al-kariem al-mannaan (355)
[3] Tayseer al-kariem ar-rahmaan (519)
[4] Sahih Bukhari (3/1082) #2803,
de toevoeging ‘geleerde’ is overgeleverd door al-Baghawi in musnad ibn al-Ja’d (380) #2598.
[5] At-tamheed (8/338)
[6] Al-hikam al-jadeera bil-iedhaa’ah (40)
[7] Overgeleverd door Bukhari in de Sahih (4/1655) #4273, en Muslim in de Sahih (4/2053) #2665.
[8] Sharh Muslim (16/218).
[9] Overgeleverd door Wakie’ in az-zuhd (3/836) #520, abu Dawud in az-zuhd (207) #234.
[10] Overgeleverd door al-Bayhaqie in al-madkhal fi as-sunan al-kobraa (376) #644.
[11] Overgeleverd door Bukhari in de sahih (1/50) #100, en Muslim de sahih (4/2058) #2673.
[12] Overgeleverd door Ahmad in de musnad (1/223), en abu khaythamah in al-‘ilm (16) #53.
[13] Overgeleverd door Bukhari in de sahih (3/1273) #3268, en Muslim in de sahih (3/1471) #1842.
Via de hadith [die overgeleverd is] door abu Hurayrah op gezag van de profeet -salla Allah alayhie wa sallam- dat hij zei: “De Profeten waren diegene die de nakomelingen van Israel leidden, zodra een Profeet stierf werd die opgevolgd door een andere Profeet, en er zal geen Profeet na mij zijn. Er zullen na mij Khulafaa komen die zullen vermeerderen. Zij zeiden: wat beveelt u ons? Hij zei: Leg de bay'ah (eed) af aan de eerste welke ook geldt over de andere, en geef ze hun rechten. Allah zal hen vragen over wat Hij ze toevertrouwde.”
[14] Overgeleverd door Bukhari in de sahih (1/44) #85, en Muslim in de sahih (4/2057) #157.
[16] Overgeleverd door abu Na’iem in hiliyat al-awliyaa (7/65), en al-Harawie in dham alkalaam (5/173) #1483.
[17] I’laam almowaqi’een (2/257).
[18] Almasaa-il (439) #1589.
[19] Miftaah daar as-sa’aadah (1/251).
[20] [VT] Shaykh al-Fawzaan -hafidaho Allah ta'ala- zei: "Het is verplicht voor de jongeren om weg te blijven van de mensen van innovatie en de vernietigende gedachten, omdat zij hen het slechte aandoen. En zij zaaien in hen verdorven geloofsovertuigingen, innovaties en fabels. En omdat een leraar een grote invloed heeft op de leerling, een dwalende leraar is de oorzaak voor het afwijken van de leerling. En een leraar op het rechte pad, door hem gaan de studenten en jongeren naar het rechte pad. De leraar heeft een grote rol, dus we mogen hier niet te makkelijk mee omgaan.” [lezing shaykh Ahmad Baazmoel “Uitleg van de athar...” 9:00min]
[21] Overgeleverd door al-Khateeb in alfiqh wal manfaqah (2/194).
[22] Al-istighaathah fi ar-radi ‘alaa al-Bakrie (2/588-589).
[23] [VT] De achtste zaak: Dat degenen van wie men geen kennis van neemt, zoals de mensen van begeerte, innovatie en anderen, waarschuwen onterecht voor de geleerden van wie men verplicht kennis van moet nemen. En zij beschrijven ze met afschuwelijke beschrijvingen terwijl ze de mensen van begeerte en innovatie beschrijven met mooie beschrijvingen met het verdedigen van hen. Zij spreken met de valsheid, moeten wij dan niet spreken met de waarheid? Shaykh al-'allaamah Ahmad ibn Yahya An-Nadjmi - hafidaho Allah ta'ala - zei: "Zoals de hizbiyyeen waarschuwen voor Ahlu Assunah, zo moet Ahlu Assunah ook waarschuwen voor de hizbiyyeen, en moeten ze waarschuwen tegen hen.”
En ik zal jullie een voorbeeld geven van een waarschuwing van de hizbiyeen voor de selefie geleerden:
En dit voorbeeld is te vinden in het tijdschrift dat "tijdschrijft al-fotyaan" genoemd wordt nr54, jaar1424H. De schrijver ervan, Mohammed al-'Awadie, zei: "Ik was tussen al-maghreb en al-'ishaa' op bezoek bij de ustaad, de islamitische denker: Mohammed Qoetb" – en dat hij dit en dat is enz – Hij zei: "Ik vroeg hem: "O ustaad! Wat is jouw mening -in opvoedkundige opzichten- over de methodologie en richtlijnen van de prediker 'Amr Chalid?" " Hij zei: "Waarlijk hij bezit een uniek talent dat hij in dienst van zijn religie gebruikt."- dit (zegt) Mohammed Qoetb - Ik zei tegen hem: "Sommige mensen zien hem niet als een geleerde, dus is het dan niet toegestaan dat hij deze bekendheid geniet." Hierop zei Mohammed Qoetb: "Veel geleerden zijn een gesloten kluis met informatie of een kopie van een bibliotheek. En deze prediker heeft niet gezegd dat hij geleerd is..." enz met soortgelijk onzin. Kijk dus, moge Allah je genadig zijn, hoe hij de selefie geleerden beschrijft, die in de voetsporen treden en de profetische methodologie volgen, en de erfgenamen zijn van wat de profeet – salla Allah alayhie wa sallam – en zijn metgezellen op waren... in het oproepen en onderwijzen en adviseren en tonen van het goede, hij heeft ze beschreven als een gesloten kluis. En hij heeft een man beschreven die niet tot de mensen van kennis behoort, en hij heeft nog nooit op zijn knieën gezeten om kennis op te doen. Het is zelfs zo dat de geleerden over hem hebben gesproken en tegen hem gewaarschuwd hebben. En dat hij dit en dat is. Dit is een duidelijk voorbeeld van het waarschuwen van de mensen van begeerte en innovatie voor Ahlu Assunah. En van hun prijzingen voor de mensen van begeerte en innovatie. Maar tegen mensen zoals 'Amro Khalid hebben een groep geleerden gewaarschuwd in verband met de volgende zaken:
1) Dat hij niet bekend is met kennis opdoen.
2) Dat hij onwetend is over de islamitische kennis - en er zal later gesproken worden over onwetenden en hun uitspraken in islamitische kennis - .
3) Dat hij een fasiq (openlijk zondaar) is:
- Hij scheert zijn baard.
- Kleedt zich met de kledij van de ongelovigen.
- Kijkt naar en praat uitgebreid met vrouwen.
- Staat het mengen van vrouwen met mannen toe.
- En geeft fatwas en geeft nog eens fatwas...

In tegenstelling tot wat Mohammed Qoetb zegt, dat hij niet gezegd heeft dat hij geleerd is. Hij geeft fatwas!
Geeft fatwas naar gelang zijn eigen situatie. Zo weten jullie dat hij het toestaat om je baard te scheren met als belang het oproepen naar islam. Eén van deze zaken is genoeg om geen kennis te mogen nemen van hem. Dus waar is je verstand als er zaken gegroepeerd bij hem te vinden zijn! Dus dit zijn sommige zaken die het belang van dit onderwerp verduidelijken. [lezing shaykh Ahmad Baazmoel “Uitleg van de athar...” 10:20min]
[24] Overgeleverd door Muslim in de inleiding van de sahih (1/15).
 

Shishani

moderator
Staff member
Biografie van de Imaam
Moehammad bin Sirien al-Basrie

Zijn naam, bijnaam en afkomst:
Muhammed de zoon van (bin) Sireen mawlaa[25] van Anas bin Maalik al-Ansaarie al-Basrie.
Zijn bijnaam (kunya) was: Abu Bakr.
De vader van (abu) Mohammed [bin Sireen] was één van de krijgsgevangenen van ‘Ain at-Tamar. Khaalid bin Walied had hem als slaaf genomen. Anas kocht hem daarna over, waarna deze hem vrijliet (door contractering). Vervolgens kreeg hij een aantal rechtgeschapen kinderen: Mohammed (wiens biografie dit is), Anas ibn Sireen, Ma’bad, Yahyaa, Hafsah, Kariemah en zij zijn allen geweldige betrouwbare tabi’ien – rahiemahoem Allah – . De afkomst van Sireen is: Jarjaraaya

Zijn geboorte:
Anas bin Sireen zei: “Mohammed bin Sireen werd geboren tijdens de laatste twee jaar van het leiderschap (Khilaafah) van ‘Uthmaan.”
Zijn leraren en studenten: Hij heeft overgeleverd van: Aboe Hoerayrah, ‘Imraan bin Hoesayn, Ibn ‘Oemar, Anas bin Maalik, ‘Adi bin Haatim en Ibn az-Zoebayr.
Degenen die van hem overgeleverd hebben waren: as-Sha’bie, Qataadah, Ayoeb as-Sakhtiyaanie, Yoenoes bin ‘Oebayd, Ibn ‘Awn, Soelaymaan at-Taymie, Khaalid al-Hadhaa’, ‘Awf en Daawoed bin Abie Hind.

Geleerden die hem hebben geprezen:
Ibn ‘Awn zei: “De deskundigheid van Mohammed met betrekking tot kennis is als de deskundigheid van een bedreven handelaar met betrekking tot zijn handel.”
Hishaam ibn Hassaan zei: “De meest betrouwbare die ik gezien heb van de mensen is Muhammed ibn Sireen.”
‘Awf zei: “Muhammed was goed in de kennis van handel, rechtspraak en de verplichtingen.”
Mawriq al-‘Adjalie zei: “Ik heb geen man gezien die meer kennis heeft met zijn vroomheid, en geen die vromer is met zijn kennis dan Muhammed.”
Abu ‘Abdillah Ahmad bin Hanbal zei: “Muhammed bin Sireen is van de zeer betrouwbaren (Thiqaat).”
Yahyaa bin Ma’ien zei: “Muhammed ibn Sireen is zeer betrouwbaar.”
Ibn Sa’d zei: “Hij was zeer betrouwbaar, vertrouwd, hoog, verheven, geleerd, imaam, in bezit van veel kennis, vroom en hij was een beetje doof.”
Ibn Hibbaan zei: “Muhammed bin Sireen was van de vroomste onder de taabi’ien, geleerden van al-Basra en de aanbidders. Hij was geleerd, voortreffelijk, haafid, deskundig, en hij interpreteerde dromen, hij heeft dertig metgezellen van de profeet – salla Allah alayhie wa sallam – ontmoet.”
Al-Khatieb zei: “Muhammed was één van geleerden van al-Basra, die bekend stonden om hun vroomheid in zijn tijd en in de oude steden.”
Ad-Dhahabie zei: “Muhammed bin Sireen de rabbaanie (opvoedende, grote) imaam, hij was geleerd, bezat overvloedige kennis, was betrouwbaar, standvastig, een teken in het interpreteren, leider in vroomheid.”
En hij zei ook: “Eén van de grote geleerden, betrouwbaar, een bewijs, groot in kennis, vroom, ver van het zoeken naar een reputatie.”
Al-Haafidh ibn Hadjar zei: “Volledig betrouwbaar, aanbidder met grote waarde, hij zag het overleveren van de betekenis (het niet overleveren van de letterlijke tekst) als niet toegestaan.”

Zijn dood:
Hij stierf – rahiemaho Allah – te Basra op vrijdag negen Shawal in het jaar 110H, hij was 77 jaar oud, onder degenen die hem gewassen hebben waren Ayoub en ibn ‘Awn, en an-Nadhr ibn ‘Amro de reciteur van as-Shaam (Levant = Syrië, Libanon, Palestinië en Jordanië) heeft het dodengebed over hem verricht” [26]
Zijn dood was 100 dagen na de dood van al-Hasan al-Basrie, en al-Hasan – rahiemaho Allah – stierf op de eerste dag van de maand Radjab van het jaar 110H.

Een aantal uitspraken van Muhammed ibn Sirien [27]:
“Men zag een persoon op het Rechte Pad zolang hij op de athar was.” [28]
“Als de dadjaal verschijnt, dan zou ik zien dat de mensen van begeerte hem zullen volgen.” [29]

Shoe’ayb bin al-Habhaab zei: “Ik zei tegen ibn Sireen: ‘Wat is jouw mening over het luisteren naar de mensen van begeerte?’ Hij zei: ‘Wij luisteren niet naar hen en zij hebben geen waardigheid.’[30]

Ibn ‘Awn zei: “Ibn Sireen zag geen enkele onschendbaarheid voor de mensen van begeerte.” [31]
Een man kwam bij Muhammed bin Sireen iets overleveren en hij gaf hem geen aandacht, en zei: “Ik beschuldig jou niet en ook niet degene van wie je overlevert, maar wel degene die zich tussen jullie bevind.” [32]

‘Abdelhamied bin Abdellah bin Muslim bin Yasaar zei: “Nadat ibn Sireen vastgezet werd in de gevangenis[33] zei de cipier tegen hem: ‘Als het nacht is ga dan naar je familie en kom dan terug wanneer het ochtend is.’ Ibn Sireen zei hierop: ‘Nee, bij Allah! Ik help je niet met het bedriegen van de sultaan (leider).’[34]


__________________________________________
[25] [VT] Shaykh ibn Baaz: Mawlaa heeft meerdere betekenissen , het kan de bezitter, de helper, de verwante,
de bevrijder, de bevrijdde...betekenen. Bron: http://www.binbaz.org.sa/mat/21147
[26] zie: aldjarh wa at-ta’deel (7/280) van ibn abi Hatim, attabaqaat (7/193) van ibn Sa’d, alma’rifah wa at-tariekh (2/37) van al-Faswi, athiqaat (5/349) van ibn Hibbaan, taariekh baghdaad (5/3337) van al-Khatieb, al-montadim (7/140) van ibn Djawzie, tadkirato al-hofaad (1/77) van adhahabi, at-taqrieb (703 #5985) van al-Hafidh.
[27] [VT] Al-Laalakaa-ie heeft op gezag van Ismail overgeleverd dat hij zei: “Twee mannen van de de mensen van begeerte kwamen bij Mohammed bin Sirien binnen, zei zeiden: ‘O aba Bakr! Mogen we een hadith vertellen?’ hij zei: ‘Neen!’. Zij zeiden: ‘Laat ons dan een vers uit het Boek van Allah reciteren.’ Hij zei: ‘Neen! Ofwel vertrekken jullie of ik vertrek.’ De twee mannen stonden op en zijn naar buiten gegaan. Sommigen zeiden: ‘Waarom heb jij hen geen vers laten reciteren‘ hij zei: ‘Ik had afkeer dat hij een vers reciteert en dan verdraait en dit dan in mijn hart gevestigd blijft.’” Dit selefi standpunt is een geweldig standpunt, het is essensieel voor de studenten van kennis dat zij hier alert voor zijn. Dit is Mohammed ibn Sirien -met zijn leiderschap in de religie- hij is niet tevreden om te luisteren naar de mensen van innovatie zelfs als het om een Quraan vers gaat. Hoe zit het dan met sommige selefiyyeen die zeggen: ‘Wij luisteren naar de mensen van begeerte of we luisteren naar deze hizbiyyeen en wij nemen de waarheid en laten de valsheid.’ Hoe zit het met sommige moslims die niet gekwalificeerd zijn en die het helemaal niet verdienen om student van kennis genoemd te worden laat staan dat zij geleerden zijn. Zij zeggen: ‘Wij luisteren naar die en die, wij nemen de waarheid en laten de valsheid.’ Mohammed ibn Sirien -rahiemaho Allah ta’aala- was een ongeëvenaarde imaam, en toch was hij niet tevreden met het luisteren naar een vers uit de Quraan van de mensen van begeerte en innovatie. Ook heeft adh-Dhahabi in siyar a’laam an-nobalaa vermeld dat een man ibn Sirien vroeg: ‘Wat is je mening over het luisteren naar de mensen van begeerte.’ Hij zei: ‘Wij luisteren niet naar hen en zij hebben geen onschendbaarheid.’ Zij hebben geen onschendbaarheid, de mensen van begeerte en innovatie zijn voor de mensen van kennis fussaaq, volgens de geleerden is hun fisq erger dan de mensen met grote zonden. [lezing shaykh Ahmad Baazmoel “Uitleg van de athar...” 16min]
[28] Overgeleverd door ad-Daariemie in as-sunan (1/66 #140,141) en al-Khallaal in as-Soennah (1/123 #1102).
[29] Overgeleverd door al-Laalakaa-ie in Sharh i’tiqaad ahloe as-soennah (1/131 #235).
[30] Overgeleverd door ad-Doolaabie in al-konaa wal asmaa (2/757 #131) en ibn Bishraan in al-amaali (1/144 #323).
[31] Siyar a’laam an-nobalaa (4/611) van ad-Dhahabie.
[32] Overgeleverd door Ahmad in al-‘ilal wa ma’rifati ar-ridjaal (1/155 #65-Abdel Allah).
[33] De gevangenschap van Ibn Sirien was wegens schuld die hij had bij sommige vreemden. Zie taariekh Baghdaad
(5/334) van al-Khatieb.
[34] Overgeleverd door al-Kathieb in tariekh Baghdaad (5/334).
 
Status
Not open for further replies.
Top