Grote geleerde Abdullaah al-Ghudayyaan overleden

Shishani

moderator
Staff member
Assalaamoe aleykoem.

Bismillaah, walhamdoelillaah, wa ba'd:

De shaych, 'allaamah (grote geleerde), 'Abdoellaah ibn 'Abdoerrahmaan al-Ghoedayyaan is op 1 juni 2010 na het 'asr-gebed gestorven. Hij was één van de grootste islamitische geleerden van onze tijd. De Shaych was van Riyaad (hoofdstad van Saoedi-Arabië).

Er zijn nu 5 bekende grote geleerden die in ongeveer 2 jaar zijn gestorven...

Bakr Aboe Zayd
Ahmad an-Nadjmie
'Abdoellaah ibn Djibrien
Moehammad ibn 'Abdoel-Wahhaab Marzooq al-Bannaa
en nu 'Abdoellaah al-Ghoedayyaan

moge Allaah de Allerhoogste genade hebben met hun zielen.

Innaa lillaahi wa innaa ileyhi raadji'oen

Moge Allaah de Verhevene genade hebben met zijn ziel, zijn zonden vergeven, en hem het Paradijs doen binnentreden! Wnt waarlijk, Hij is daartoe in staat.

‘Abd-Allaah ibn ‘Amr ibn al-‘Aas said: “I heard the Messenger of Allaah say, ‘Allaah does not take knowledge away by taking it away from people’s (hearts); He takes knowledge away by taking away the scholars (i.e., when scholars die), and when there is not one scholar left, the people will turn to ignorant leaders who, when they are consulted, will give fatwas without knowledge. They are misguided and they misguide others.’” (Saheeh al-Bukhaaree)
 

Shishani

moderator
Staff member
Biografie van Shaych al-Ghoedayyaan (rahimahoellaah)


Hij werd geboren in 1345 N.H. / 1926 N.C. in de stad az-Zoelfie.

Toen hij nog jong was bestudeerde hij, de fundamenten van het lezen en schrijven, samen met `Abdoellaah ibn `Abdoel-`Aziez as-Soehaymie, en `Abdoellaah ibn `Abdoer-Rahmaan al-Ghayth, en Faalih ar-Roemie. Ook bestudeerde hij de fundamenten van fiqh, tauwhied, Arabische grammatica en faraa’id met Hamdaan ibn Ahmed al-Baatil. Daarna reisde hij af naar Riyaadh in 1363 N.H. / 1952 N.C., en in 1366 N.H. / 1955 N.C. schreef hij zich in bij al-Madrasah as-Sa`oediyyah al-Ibtidaa`iyyah (voorheen bekend als Madrasatoel-Aytaam) en studeerde daar af in 1368 N.H. / 1957 N.C.

Hij werd daarna aangesteld als leraar in al-Madrasah al-`Azieziyyah, en in 1371 N.H. / 1960 N.C. schreef hij zich in bij het Educatief Instituut. Tijdens deze periode studeerde hij met Shaykh Mohammed ibn Ibrahiem Aal ash-Shaych. Ook studeerde hij fiqh met Shaykh Sa`oed ibn Rashoed die de (hoofd) rechter was van Riyaadh, en tauwhied met Shaykh Ibrahiem ibn Soelaymaan, en Arabische grammatica en faraa’id met Shaykh `Abdoel-Laatief ibn Ibrahiem. Hij vervolgde zijn studies totdat hij afstudeerde aan de Faculteit van Sharie`ah in 1372 N.H. / 1961 N.C.

Toen werd hij aangesteld als hoofd van een van de rechtbanken, en later in 1378 N.H. / 1967 N.C. werd hij overgeplaatst naar het Educatieve Instituut om daar les te geven. In 1380 N.H. / 1969 N.C. werd hij aangesteld als leraar aan de Faculteit van Sharie`ah, en in 1386 N.H. / 1975 N.C. werd hij overgeplaatst om fataawa te geven op Daar al-Iftaa.

In 1391 N.H. / 1980 N.C. werd hij aangesteld als lid van het Permanente Comité voor Islaamitisch Onderzoek en Fataawa alsook lid van de Raad van Hogere Geleerden.

Hij studeerde bij een aantal geleerden in verschillende vakgebieden, en van deze bekende geleerden zijn (naast de bovenstaande):

Shaykh `Abdoel-‘Aziez Ibn `Abdoellaah ibn Baaz (rahimahoellaah), bij wie hij fiqh studeerde;
Shaykh `Abdoellaah al-Choelayfie, bij wie hij ook fiqh studeerde;
Shaykh `Abdoel-`Aziez ibn Rashied, bij wie hij fiqh, tauwhied en faraa’id studeerde;
Shaykh Mohammed al-Amien ash-Shanqeetee, bij wie hij Oesoel al-fiqh,Qor’aanwetenschappen, en tafsier studeerde;
Shaykh `Abdoer-Rahmaan al-Ifrieqie, bij wie hij moestalah en hadieth studeerde;
Shaykh `Abdoer-Razzaaq al-`Afiefie;
`Abdoel-Fattaah Qaarie al-Boechaarie, bij wie hij de Qor`aan studeerde in het reciteren van Hafs `an `Aasim, waarvan de ketting van overlevering tot aan de Boodschapper van Allaah (salallaahoe `aleihie wasellem) reikt.

Naast hetgeen wat voorheen besproken werd van zijn werk, is hij vanaf 1389 N.H. / 1978 N.C. tot op de dag van vandaag een leraar van fiqh, oesoel al-fiqh, al-qawaa`id al-fiqhiyyah, moestallah en hadieth, tafsier en zijn wetenschappen, en `aqiedah.

Ook onderwijst hij fiqh tijdens georganiseerde bijeenkomsten / lessen gedurende de meeste dagen van de week, afhankelijk van zijn planning dat uit vele taken bestaat, na maghreb en na `ishaa. Soms onderwijst hij na fadjr en soms na `asr.

Vanaf 1395 N.H. / 1984 N.C. gaf hij naast zijn werk met het Permanente Comité, les aan studenten van de kennis in hogere studies aan de Universiteit van Iemaam Mohammed en de Faculteit van Sharie`ah in fiqh, oesoel al-fiqh en al-qawaa`id al-fiqhiyyah. Ook was hij betrokken bij het toezicht houden van een aantal lessen van de Meester graad en het niveau van Doctoraat, terwijl hij ook deel nam in het (universiteit) comité. Tijdens deze periode studeerden vele studenten onder hem.

Toen Shaykh `Abdoellaah ibn Hoemayd stierf in 1402 N.H. / 1991 N.C. werd hij overgeplaatst om fataawa te geven in het radio programma "Noorun 'alad-Darb".
 

Shishani

moderator
Staff member
Het belang van de geleerden


De geleerden zijn de leiders van de mensheid en de pilaren van de gemeenschap van Islam!

Ibnoel Qayyim – mag Allah tevreden met hem zijn – zegt:
“Zij verwijzen de dwalende naar de leiding, en zijn geduldig in het kwade dat zij hem berokkenen, en zij brengen de doden – dwalenden - tot leven met het Boek van Allah, en zij laten de blinden zien door middel van het licht van het Boek van Allah! En zie: hoeveel mensen die door Iblies gedood werden hebben zij niet terug tot leven gebracht, en hoeveel dwalenden hebben zij wel de weg van de leiding getoond.”[1]

Maymoen b. Mahran heeft gezegd:
“De geleerden zijn mijn keerpunt op elke plaats waar ik ga, en zijn mijn wens wanneer ik ze niet vind, en ik heb gezien dat mijn hart vroom wordt wanneer ik bij de geleerden zit!”[2]

Ibnoel Qayyim – mag Allah tevreden met hem zijn – zegt:
“De geleerden zijn gelijk aan de sterren, zij zijn er ook om de dwalenden van leiding te voorzien en de mensen zijn meer in nood aan hen, dan dat zij in nood zijn aan eten en drinken!”[3]

Maymoen – mag Allah tevreden met hem zijn – zegt:
“De geleerde in een bepaald land, is gelijk aan een zoete bron in dit bepaalde land!”[4]

En er werd gezegd:
“De geleerden zijn zoals water…waar zij ook komen zijn zij van nut!”[5]

‘Abdoellah – de zoon van Imam Ahmad – vroeg zijn vader:
“O mijn vader, wat voor een man was Imam Ash-shaafi’ie, want ik hoor jou zoveel smeekbeden voor hem verrichten? Hij antwoordde:
“O Mijn zoon, hij was zoals de zon voor de wereld, en zoals een genezing voor de mensen! En zeg mij: kennen deze twee zaken erfgenamen, of zijn deze twee zaken vervangbaar?”[6]

Imaam Ahmad – mag Allah hem barmhartig zijn – zegt:
“De mensen zijn meer in nood aan kennis dan dat zij in nood zijn aan eten en drinken! Want zij zijn maar twee of drie keer per dag in nood aan water…maar zij zijn op elk moment in nood aan kennis!”[7]

Wanneer men naar hen kijkt, herinnert men Allah [8] – door hun daden en nederigheid en licht van soennah en geloof dat op hen waar te nemen is – de Profeet – gebeden en vrede van Allah over hem – heeft gezegd:
"De aanhangers van Allah zijn degenen die de anderen aan Allah herinneren wanneer zij naar hen kijken!”[9]

Ibnoe Mas’oed – mag Allah tevreden met hem zijn – zei tegen Arrabie’ b. Chaytham:
“O Aboe Yazied, als de Boodschapper van Allah – gebeden van Allah en vrede over hem – jou gezien zou hebben, zou hij van jou gehouden hebben! En telkens wanneer ik jou zie, denk ik aan zij die zich in nederigheid onderwerpen!”[10]

Aboe Ishaq Assabie’ie zegt over zijn sheich ‘Amr b. Maymoen Al-Awdie:
“Wanneer men naar hem keek, herinnerde hij jou aan Allah!”

“Telkens wanneer Mohammed b. Sierien door de markt ging, herinnerde de mensen Allah, enkel en alleen door naar hem te kijken!”[11]

‘Ikrimah – mag Allah tevreden met hem zijn – zegt:
“Pas op, en doe de geleerden geen kwaad! Want degenen die de geleerden kwaad doet, heeft de Boodschapper van Allah gedeerd!”[12]

De leiding verdwijnt met de dood van de geleerden. ‘Abdoellah b. ‘Abbas – mag Allah tevreden met hem zijn – zegt:
“Weten jullie wanneer de kennis verdwijnt? Wij zeiden: neen! Hij antwoordde, samen met de dood van de geleerden!”[13]

Hij zegt ook:
“Je zal zien dat de geleerden sterven, waardoor de waarheid verpletterd zal worden, totdat er veel onwetendheid zal zijn! En de mensen van de kennis zijn verdwenen, waardoor de mensen met onwetendheid handelen en Allah niet met de waarheid aanbidden, en van de juiste weg afgedwaald zijn!”[14]

Hilal b. Al-Chabbab vroeg Sa’ied b. Al-Djoebayr – mag Allah tevreden met hem zijn – het volgende:
“O Aboe ‘Abdoellah, waaraan kan men herkennen dat de mensen aan de afgrond van de vernietiging staan? Hij antwoordde: “Wanneer de geleerden sterven!”[15]

Al-Hasan Al-Basrie heeft gezegd:
“Héél deze doenya is duister, behalve de plaatsen waar de geleerden lesgeven!”[16]

____________________________________________________________
[1] I'laamoel moewaqqi'ien 1/9
[2] Zie Hoelyatoel awliyaa
[3] Gedeelte van zijn woorden in: I'laamoel moewaqqi'ien 1/10
[4] Djaami' bayaan al'ilm wa fadhloehoe 1/337
[5] zie vorige bron: 1/256
[6] Syar A'laamoennoebalaa: 10/45
[7] Syar a'laamoennoebalaa 2/256
[8] Dan herinnert men zich dat men zich tot Allah moet richten, en denkt men aan het hiernamaals doordat de daden van deze personen de daden zijn van degenen die zich op het hiernamaals voorbereiden, mag Allah ons tot hen laten behoren, aamien!
[9] Attabaraanie in Al-Kabier 12325 en Silsilatoessahiehah van Sheich Al-Albaanie 1733 en is goed verklaard door hem.
[10] Assyar: 4/258
[11] Tah-dhieb attahdhieb 8/109
[12] Hoermatoe Ahloel 'ilm 1/175
[13] Addaarimie 1/77-78 en Attabarie in Al-Kabier 8/276
[14] Djaami' bayaanoel 'ilm 1/603
[15] Addaarimie 1/78
[16] Djaami' bayaanoel 'ilm 1/236
 
Top