De Hidjaab
En de Bewijzen voor het Bedekken van het Gezicht
En de Bewijzen voor het Bedekken van het Gezicht
In de Naam van Allaah de Barmhartige, de Genadevolle
En de Salaat en de Salaam van Allaah zij over onze Profeet Mohammed, zijn Metgezellen en zij die hen in leiding volgen. Vervolgens:
Weet - moge Allaah je genadig zijn - dat de Hidjaab van de Moslima een onderwerp is waar de Moslim geleerden over verschilden in twee uitspraken:
De eerste: Het gezicht en de handen (en de voeten) van een vrouw zijn geen 'Aurah, het bedekken van dezen is niet verplicht, maar wel aanbevolen en ze wordt ervoor beloond.
De tweede uitspraak: De vrouw is geheel 'Aurah, ze is verplicht alles te bedekken, inclusief de handen en het gezicht. En dit is de correcte uitspraak, zoals we zullen aantonen.
Ze waren allen overeengestemd dat het bedekken van het gezicht beter is, ze verschilden alleen omtrent zijn verplichting. Behalve voor de Moeders van de Gelovigen, de vrouwen van de Boodschapper van Allaah (salla Allaahoe 'alaihi wa sallam). Voor hen was het verplicht hun gezichten en gehele lichamen te bedekken, zonder verschil van opinie hierover.
Hoewel de Moslims verschilden over het bedekken, was de situatie in de Islamitische gebieden dat de vrouwen niet onbedekt hun woningen verlieten. Integendeel, ze bedekten hun gezichten voor een periode die langer dan 1300 jaar heeft voortgeduurd: Sinds het gebod op de Hidjaab in het vijfde jaar van de Hidjrah tot aan het begin van de 20e eeuw. Het onbedekken begon voornamelijk na de val van de Ottomaanse staat, nadat deze werd verdeeld en gekolonisieerd. Met de steun van de bezetter, werd er opgeroepen tot de emancipatie van de vrouw, zoals dat wordt genoemd. Het onbedekken begon in Egypte en verspreidde over de Islamitische wereld, totdat het zover kwam dat de bedekking van het gezicht werd verwijderd en daarna van andere lichaamsdelen.
1. Aboe Haamid al-Ghazzaalie heeft gezegd: “Het is nog steeds zo door de tijden heen: Dat de mannen hun gezichten onbedekt laten en dat de vrouwen bedekt met de Niqaab naar buiten gaan.” (Ihyaa 'Uloem Ud-Dien 1/ 729)
2. Aboe Hayyaan al-Andaloesie: “En zo is ook de gewoonte in de steden van Andalusië: Er is niets van de vrouwen te zien, behalve één oog van haar.” (Al-Bahr Al-Moehiet 7/ 250)
3. Al-Haafidh ibn Hadjar heeft gezegd: “Het is nog steeds de gewoonte van de vrouwen - verleden en heden - dat ze hun gezichten bedekken van vreemde mannen.”
En een aantal pagina's verderop: “De voortdurende handeling dat de vrouwen toegestaan zijn hun woningen te verlaten voor de moskeeën, de markten en de reizen, bedekt met de Niqaab, zodat de mannen hen niet zien.” (Fath Ul-Baarie 9/ 337)
4. Al-Mawza'ie ash-Shaafi'ie heeft gezegd: “De handeling van de mensen is nog steeds hiervolgens - verleden en heden in alle gebieden - dat ze het toelaten voor de bejaarde vrouw om haar gezicht onbedekt te laten en het niet toelaten voor de jonge vrouw, en ze zien het als 'Aurah en Moenkar (slechte zaak).” (Taysier Ul-Bayaan 2/ 1001)
5. Al-Imaam an-Nawawie heeft gezegd: “En Al-Imaam (Al-Haramain) beargumenteerde dit met de overeenstemming van de Moslims om de vrouwen te weerhouden dat ze onbedekt naar buiten gaan.” (Rawdat Ut-Taalibien 5/ 366-367)
6. Ibn Rislaan heeft gezegd: “De overeenstemming van de geleerden om de vrouwen te weerhouden dat ze met het gezicht onbedekt naar buiten gaan, vooral als er veel zondaren zijn.” ('Awn Ul-Ma'boed 12/ 162)