MOSLIMLEIDERS: in opstand komen, gehoorzamen,..

Shishani

moderator
Staff member
Mag men in opstand komen tegen de
regeringsleiders vanwege hun zonden?


Door de nobele Shaykh
al-Imaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
- moge Allah hem genadig zijn -


www.soennah.com

Vraag:
Sommige mensen zijn van opinie dat het verrichten van slechte daden en grote zonden door sommige van de regeringsleiders (van de moslims) het verplicht maakt om tegen hen in opstand te komen en om te proberen dit kwaad te veranderen, zelfs als dit ervoor zorgt dat de moslims schade wordt berokkend in het land. De incidenten waar onze Islamitische wereld aan lijdt, zijn er vele. Wat is dus uw opinie hierover?

Antwoord:
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof is aan Allah, de Heer der Werelden. Moge Allah Zijn vrede en gebeden zenden naar de Boodschapper van Allah, zijn familieleden, Metgezellen en wie zijn leiding opvolgt.
Vervolgens:

Voorzeker, Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt:
O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie. En als jullie ergens van mening over verschillen, voer het dan terug naar Allah en de Boodschapper, als jullie geloven in Allah en de Laatste Dag. Dat is beter en gunstiger wat resultaat betreft. [ Soerah an-Nisaa- 4:59 ]

Dit Vers is een bewijs dat het verplicht is om de gezaghebbers te gehoorzamen en dat zijn de regeringsleiders en de geleerden. De authentieke Soennah op gezag van de Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem - maakt duidelijk dat deze gehoorzaamheid noodzakelijk is en dat dit een verplichting is in het goede.

De teksten van de Soennah verduidelijken de betekenis en uit het Vers volgt dat de bedoeling is hen te gehoorzamen in het goede. De moslims zijn dus verplicht om de gezaghebbers te gehoorzamen in het goede, niet in de zonden. Wanneer de gezaghebbers een zonde gebieden, dienen zij niet gehoorzaamd te worden in de zonde. Het is echter niet toegestaan om tegen hen in opstand te komen omwille hiervan. Dit is vanwege de woorden van de Profeet - vrede en gebeden over hem:
"Waarlijk, degene over wie een gezaghebber wordt aangesteld, waarop hij hem een zonde ziet plegen: laat hij dan een hekel hebben aan de zonde die hij pleegt, maar hij dient geen hand terug te trekken uit zijn gehoorzaamheid." Overgeleverd door Moeslim, Ahmed en anderen.

En zijn woorden - vrede en gebeden over hem:
"Wie uit de gehoorzaamheid treedt, zich afscheidt van de groep en vervolgens sterft: die sterft een dood van Djaahiliyyah (preïslamitische tijd van de Onwetendheid)." Overgeleverd door Moeslim, Ahmed en anderen.

Verder zegt de Profeet - vrede en gebeden over hem:
"De mens is verplicht te luisteren en te gehoorzamen betreffende datgene waarvan hij houdt en datgene waaraan hij een hekel heeft, behalve als hij wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn. Wanneer hij wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn, dient hij niet te luisteren en niet te gehoorzamen." Overgeleverd door Moeslim, an-Nasaa-ie en anderen.

Toen de Profeet - vrede en gebeden over hem - vertelde dat er leiders zullen komen in wie men goede zaken en slechte zaken zal zien, vroegen de Metgezellen hem: "Wat draagt u ons op?" Hij antwoordde: "Geef hun hun recht en vraag Allah jullie recht." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.

‘Oebaadah ibn as-Saamit - moge Allah tevreden zijn met hem - heeft gezegd: "De Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem - nam de eed van ons aan dat wij zouden luisteren en gehoorzamen met zin en tegenzin, in voorspoed en tegenspoed en wanneer ons onrecht wordt aangedaan. Bovendien dat wij de autoriteit van de heersers niet betwisten. Vervolgens zei hij: "Behalve wanneer jullie duidelijk ongeloof zien, waarmee jullie een bewijs hebben bij Allah." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.

Dit wijst er dus op dat het voor de moslims niet is toegestaan om zich te verzetten tegen de gezaghebbers of om tegen hen in opstand te komen, behalve als zij duidelijk ongeloof zien waarmee zij een bewijs hebben bij Allah. Dit is slechts omdat het in opstand komen tegen de gezaghebbers een groot verderf en geweldig kwaad veroorzaakt. De veiligheid wordt hiermee verstoord, de rechten worden verwaarloosd, het weerhouden van de onrechtpleger en het steunen van degene die onrecht wordt aangedaan wordt bemoeilijkt en de wegen worden onveilig gemaakt. Er vloeit dus een geweldig verderf en groot kwaad uit het in opstand komen tegen de gezaghebbers.

Behalve wanneer de moslims duidelijk ongeloof zien, waarmee zij een bewijs hebben bij Allah. In dat geval rust er geen kwaad in om tegen deze leider in opstand te komen om hem af te zetten, als zij daartoe in staat zijn. Maar wanneer zij niet in staat zijn of wanneer het in opstand komen een groter kwaad veroorzaakt, dan is het voor hen niet toegestaan in opstand te komen, om zodoende de collectieve voordelen te behouden.
De wettige stelregel waar overeenstemming over is, luidt als volgt:
"Het is niet toegestaan het kwaad te verwijderen met datgene wat nog kwader is, maar het is verplicht het kwaad te weerhouden met datgene wat dit verwijdert of verlicht."

Wat betreft het weerhouden van het kwaad met datgene wat nog kwader is, dit is niet toegestaan met de overeenstemming van de moslims. Wanneer deze groep (die deze leider die duidelijk ongeloof heeft gepleegd wil afzetten) in staat is deze leider af te zetten en in zijn plaats een deugdzame, goede leider aan te brengen zonder dat dit een groot verderf voor de moslims veroorzaakt en zonder dat dit een kwaad teweegbrengt dat geweldiger is dan het kwaad van deze leider: dan rust hier geen kwaad in.
Maar wanneer deze opstand zorgt voor een groot verderf, verstoring van de veiligheid, onrecht van de mensen, het ten onrechte vallen van doden en andere zaken van geweldig verderf: dit is niet toegestaan. In dat geval is men verplicht om geduld te hebben, te luisteren en te gehoorzamen in het goede, de gezaghebbers te adviseren, smeekbeden voor hen te verrichten voor het goede en zich in te spannen om het kwaad te verminderen en het goede te vermeerderen.

Dit is het rechte pad dat men verplicht is in te slaan, omdat hierin collectieve voordelen zitten voor alle moslims, omdat hierin een vermindering van het kwade en een vermeerdering van het goede zit en omdat dit ervoor zorgt dat de veiligheid bewaard wordt en dat de moslims beschermd worden tegen een groter kwaad. Wij vragen Allah succes en leiding voor eenieder.

_________________________________________________________________

Vraag:
Wij weten dat deze woorden een fundament zijn van de fundamenten van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah. Maar spijtig genoeg zijn er onder de kinderen van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah die dit zien als een moedeloze gedachte die tot de nederlaag leidt. Voorzeker, deze woorden zijn gezegd... Daarom roepen zij de jongeren op tot gewelddadigheid in het veranderen (van de samenleving).

Antwoord:
Dit is incorrect van degenen die dit zeggen en het getuigt van een gebrekkig begrip. Zij hebben de Soennah niet begrepen, noch hebben zij deze verstaan zoals het hoort. Het fanatisme en de ijver voor het verwijderen van het kwade zetten hen ertoe aan om in datgene te vallen wat tegenstrijdig is met de Islamitische wetgeving, net zoals de Khawaaridj en de Moe'tazilah hierin vielen. Het zette hen ertoe aan om in de valsheid te vallen, zozeer dat zij de moslims ongelovig verklaren vanwege de zonden, of dat zij hen voor eeuwig in het Hellevuur plaatsen, zoals de Moe'tazilah doen.

De Khawaaridj verklaarden de moslims ongelovig vanwege de zonden en plaatsten de zondaars voor eeuwig in het Hellevuur. De Moe'tazilah zijn het met hen eens wat de bestraffing betreft: dat de zondaars voor eeuwig in het Hellevuur zullen zijn, maar zeggen dat zij zich in deze wereld in een positie tussen de twee posities (geloof en ongeloof) bevinden. Dit alles is een dwaling.

Datgene waar Ahloes-Soennah zich op bevindt, is de waarheid: dat de zondaar niet ongelovig wordt door zijn zonde, zolang hij deze niet als toegestaan beschouwt. Wanneer hij ontucht pleegt, begaat hij geen ongeloof. Wanneer hij steelt, begaat hij geen ongeloof. Wanneer hij alcohol drinkt, begaat hij geen ongeloof. Maar hij is een grote zondaar met een zwak Geloof. Hij wordt hiermee niet ongelovig, behalve als hij de zonde als toegestaan beschouwt en zegt dat deze toegestaan is.

Wat de Khawaaridj hierover hebben gezegd is vals. Daarom zei de Profeet - vrede en gebeden over hem - over hen: "Voorwaar, zij schieten uit de religie zoals een pijl uit een boog schiet en daarna keren zij hier niet naar terug. Zij bestrijden de mensen van de Islam en laten de mensen van de afgodsbeelden." Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.

Dit is de situatie van de Khawaaridj vanwege hun overdrijving, onwetendheid en dwaling. Het past de jongeren en anderen dus niet om de Khawaaridj en de Moe'tazilah te imiteren. Zij zijn echter verplicht om de weg van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah te volgen, volgens datgene waar de wettelijke bewijzen op duiden, door zich te houden aan de teksten zoals deze zijn gekomen.

Het is voor hen niet toegestaan om in opstand te komen tegen de leider omwille van één of meerdere zonden die hij heeft gepleegd. In plaats hiervan dienen zij hem te adviseren door naar hem te schrijven of met hem te spreken, door middel van de goede en wijze wegen en het discussiëren op de beste wijze; opdat zij zullen slagen en het kwaad vermindert of verdwijnt, of het goede vermeerdert. Op deze wijze zijn de teksten gekomen op gezag van de Boodschapper van Allah - vrede en gebeden over hem. Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt:
En dankzij de Barmhartigheid van Allah ben jij zacht voor hen. Maar als jij streng en hardvochtig zou zijn, dan waren zij zeker van jou weggelopen. [ Soerah Aal ‘Imraan 3:159 ]

Degenen die vurig zijn omwille van Allah en de uitnodigers naar de leiding zijn verplicht om binnen de grenzen van de Islamitische wetgeving te blijven en om degenen die Allah het gezag over hen heeft gegeven te adviseren met mooie woorden, wijsheid en goede manieren, opdat het goede wordt vermeerderd en het kwade wordt verminderd. Opdat de uitnodigers naar Allah zich vermeerderen en actief worden in hun uitnodiging op de beste wijze - niet met gewelddadigheid en hardheid - en degenen die Allah als gezaghebbers over hen heeft aangesteld adviseren op alle goede en mooie manieren die mogelijk zijn.

Alsook dienen zij smeekbeden voor hen te verrichten vanuit het ongeziene: dat Allah hen leidt, succes aan hen schenkt, hen steunt in het goede en dat Allah hen bijstaat om de zonden die zij verrichten te laten en de waarheid te vestigen. Op deze manier smeekt de gelovige Allah nederig aan en vraagt Hem om de gezaghebbers te leiden en te steunen in het laten van de valsheid en het vestigen van de waarheid, met mooie manieren en op de beste wijzen.
Evenzo dient hij om te gaan met zijn broeders die vurig (in de religie) zijn: hij adviseert hen, vermaant hen en herinnert hen, opdat zij actief worden in het uitnodigen naar Allah op de beste wijze, niet met gewelddadigheid en hardheid. Op deze manier wordt het goede vermeerderd en het kwade verminderd en leidt Allah de gezaghebbers naar het goede en maakt hen hierin standvastig. Zo is het resultaat prijzenswaardig voor eenieder.


Door: ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
Bron: Al-Ma'loem min Waadjib al-'Alaaqah bayn al-Haakim wal-Mahkoem (Advies aan de moslimgemeenschap: 10 vragen en antwoorden betreffende de wijze waarop de moslims dienen om te gaan met hun regeringsleiders)
 

Shishani

moderator
Staff member
Behoort het bekritiseren van de gezaghebbers op de
preekstoelen tot de methodologie van de Selef?


Door de nobele Shaykh
al-Imaam ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
- moge Allah hem genadig zijn -


www.soennah.com


Vraag: Behoort het bekritiseren van de gezaghebbers op de preekstoelen tot de methodologie van de Selef, en wat is de methodologie van de Selef betreffende het adviseren van de gezaghebbers?

Antwoord: Het is niet van de methodologie van de Selef[1] om de gezaghebbers te belasteren door hun gebreken op te noemen op de preekstoelen, want dit leidt tot chaos en zorgt ervoor dat er niet geluisterd en gehoorzaamd wordt in het goede en dat men zich bezighoudt met datgene wat hen schaadt en niet van nut is. Maar de weg die door de Selef gevolgd werd, is het adviseren van de heerser in het geheim en het schrijven naar hem, of het contacteren van de geleerden die hem benaderen, opdat hij geleid wordt naar het goede. En het verwerpen van het slechte dient te gebeuren zonder dat men de dader opnoemt: men verwerpt ontucht, men verwerpt alcohol en men verwerpt woekerrente zonder te vermelden wie deze daden verricht heeft. Het is voldoende dat de zonden worden afgekeurd en dat ervoor gewaarschuwd wordt zonder de persoon te noemen die deze daden uitvoert, of het nu de heerser of een ander is.

En toen het onheil plaatsvond in de tijd van ‘Oethmaan - moge Allah tevreden zijn met hem, zeiden sommige mensen tegen Oesaamah ibn Zayd - moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader: "Ga je niet met ‘Oethmaan praten?" waarop Oesaamah zei:
إنكم ترون أني لا أكلمه إلا أسمعكم؟ إني لأكلمه فيما بيني وبينه دون أن أفتتح أمرا لا أحب أن أكون أول من افتتحه
"Voorwaar, denken jullie dat ik niet met hem praat, behalve als ik het jullie laat weten? Voorwaar, ik praat met hem in het geheim zonder een deur te openen waarvan ik niet wens om de eerste te zijn die deze opent."(2)

En toen de onwetende Khawaaridj(3) de deur van het kwaad openden in de tijd van ‘Oethmaan - moge Allah tevreden zijn met hem - en openlijk verwierpen, zorgde dit voor een groot onheil, moord en verderf, waarvan de mensen tot aan de dag van vandaag de gevolgen moeten ondervinden. Totdat de onenigheid plaatsvond tussen ‘Alie en Moe'aawiyah, ‘Oethmaan en ‘Alie als gevolg hiervan vermoord werden en een groot aantal van de Metgezellen gedood werd als gevolg van het openlijk verwerpen en het publiekelijk maken van de gebreken, totdat de mensen een hekel kregen aan hun gezaghebber en hem vermoordden.

Voorzeker, ‘Iyaad ibn Ghanam al-Ash'arie heeft overgeleverd dat de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - gezegd heeft:
من أراد أن ينصح لذي سلطان فلا يبده علانية ولكن يأخذ بيده ويخلوا به فإن قبل منه فذاك، وإلا كان قد أدى الذي عليه
"Degene die een gezaghebber wil adviseren, dient dit niet openlijk te doen, maar dient hem bij de hand te nemen en zich met hem af te zonderen. Als hij het van hem aanneemt, dan zij het zo, en zoniet, dan heeft hij zijn plicht gedaan."(4)

We vragen Allah om bescherming en veiligheid voor ons en onze Moslimbroeders tegen elk kwaad. Voorwaar, Hij is Horend en Verhorend.
En moge de salaah en salaam van Allah rusten op onze Meester Mohammad, zijn familieleden en Metgezellen.


Bron: Al-Ma'loem min Waadjib al-‘Alaaqah bayn al-Haakim wal-Mahkoem
Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki


_______________________________________
(1) Voetnoot van de vertaler: as-Selef as-Saalih: De Vrome Voorgangers, en dat zijn de beste generaties van de Moslimgemeenschap, die het meeste recht hebben om opgevolgd te worden. Zij zijn de eerste drie generaties, waarvan de Profeet Mohammad - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - getuigd heeft voor hun goedheid, in de overlevering van al-Boekhaarie (2652) en Moeslim (211, 2633) op het gezag van ‘Abdoellah ibn Mas'oed:
خير الناس قرني ثم الذين يلونهم ثم الذين يلونهم
"De beste mensen zijn mijn generatie, daarna degenen die hen opvolgen en daarna degenen die hen opvolgen."
(2) Overgeleverd door al-Boekhaarie, Moeslim, Ahmad en anderen op het gezag van Oesaamah ibn Zayd - moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader.
(3) al-Khawaaridj: Eén van de dwalende groeperingen in de Islaam. Zij zijn degenen die ‘Alie - moge Allah tevreden zijn met hem - bestreden, vanwege het feit dat hij iemand als scheidsman had aangesteld. Hun methodiek is het verstoten van ‘Oethmaan - moge Allah tevreden zijn met hem - en ‘Alie - moge Allah tevreden zijn met hem, het in opstand komen tegen de regeringsleider wanneer hij tegenstrijdig handelt aan de Soennah, het ongelovig verklaren van de verrichter van een grote zonde en hem voor eeuwig in het Vuur plaatsen (zie Sharh Loem'atil-I'tiqaad van al-Imaam Ibn ‘Oethaymien - moge Allah hem genadig zijn).
(4) Overgeleverd door Ahmad en Ibn Abie ‘Aasim met een authentieke overleveringsketen.
 

Shishani

moderator
Staff member
De gehoorzaamheid aan de gezaghebbers

Door de nobele Shaykh
al-Imaam Aboe ‘Abdillaah Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien
- moge Allah hem genadig zijn -


www.soennah.com


De gehoorzaamheid aan de kalief en anderen van de gezaghebbers is verplicht, als het niet gaat om ongehoorzaamheid aan Allah, volgens de Woorden van Allah - Verheven is Hij:
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا أَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ وَأُولِي الأَمْرِ مِنْكُمْ
O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie. [Soerah an-Nisaa 4:59]

En volgens de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
السمع والطاعة على المسلم فيما أحب وكره، ما لم يؤمر بمعصية فإذا أمر بمعصية فلا سمع ولا طاعة
"Het luisteren en gehoorzamen is verplicht voor de Moslim betreffende datgene waarvan hij houdt en datgene waaraan hij een hekel heeft, zolang hij niet wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn. Maar wanneer hij wordt bevolen om Allah ongehoorzaam te zijn, dan moet hij niet luisteren en niet gehoorzamen." Moettafaqoen ‘alayh(1).(2)

Ongeacht of de leider deugdzaam is, en dat is degene die het Bevel van Allah uitvoert, of het nu gaat om het verrichten van iets of het laten van iets, of dat hij zondig is, volgens de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
ألا من ولي عليه والٍ فرآه يأتي شيئاً من معصية الله فليكره ما يأتي من معصية الله ولا ينزعن يداً من طاعة
"Voorzeker, degene over wie een gezaghebber wordt aangesteld, waarop hij hem een zonde ziet plegen: laat hij dan een hekel hebben aan de zonde die hij pleegt, maar hij dient geen hand terug te trekken uit zijn gehoorzaamheid." Overgeleverd door Moeslim(3).

De bedevaart en de djihaad(4) samen met de leiders duren voort en zijn van kracht, en het vrijdaggebed achter hen is toegestaan, ongeacht of zij deugdzaam of zondig zijn; omdat het tegenstrijdig zijn aan hen daarin onvermijdelijk verdeeldheid zaait onder de Moslims en opstandigheid tegen de leiders veroorzaakt.

En de hadieth die de auteur vermeldde: "Drie zaken behoren tot de essentie van al-Iemaan (het Geloof)...", die is da'ief (zwak), zoals as-Soeyoetie heeft gezegd in "al-Djaami' as-Saghier", en hij bevat een overleveraar, waarover al-Mizzie heeft gezegd: "Hij is onbekend." En al-Moendhirie zei in "Moekhtasar Abie Daawoed": "Vrijwel onbekend."
De drie kenmerken die daarin genoemd worden: het zich onthouden van (het kwaaddoen van) degene die "Laa ilaaha illallah (er is geen ware god die het recht heeft aanbeden te worden dan Allah)" zegt. De tweede: de djihaad duurt voort, en de derde: het geloven in de voorbeschikking.

Het in opstand komen tegen de leider is verboden, volgens de woorden van ‘Oebaadah ibn as-Saamit - moge Allah tevreden met hem zijn:
بايعنا رسول الله صلى الله عليه وسلم على السمع والطاعة في منشطنا، ومكرهنا، وعسرنا، ويسرنا، وأثرة علينا، وأن لا ننازع الأمر أهله، إلا أن تروا كفراً بواحاً عندكم فيه من الله برهان
"De Boodschapper van Allah - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - nam de eed van ons aan dat wij zouden luisteren en gehoorzamen met zin en tegenzin, in voorspoed en tegenspoed, en wanneer wij onrecht worden aangedaan. En dat wij niet de autoriteit van de heersers in geding brengen. Behalve als jullie duidelijk ongeloof zien, waarmee jullie een bewijs hebben bij Allah." Moettafaqoen ‘alayh.

En de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:
يكون عليكم أمراء تعرفون وتنكرون، فمن أنكر فقد برئ، ومن كره فقد سلم، ولكن من رضي وتابع. قالوا: أفلا نقاتلهم؟ قال: لا، ما صلوا. لا، ما صلوا
"Jullie zullen leiders hebben waarin jullie goede zaken en slechte zaken zullen zien. Wie (hun daden) verwerpt, zal vrijgepleit zijn en wie afkerig is, zal veilig zijn. Maar wie tevreden is en volgt(, hij is zondig)." Zij zeiden: "Zullen we hen niet bestrijden?" Hij antwoordde: "Nee, niet zolang zij het gebed verrichten. Nee, niet zolang zij het gebed verrichten." D.w.z. degene die afkerig is met zijn hart en verwerpt met zijn hart. Overgeleverd door Moeslim. (5)

Van de nuttigheden van deze twee overleveringen is dat het laten van het gebed duidelijk ongeloof is; want de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft het in opstand komen tegen de leiders niet toegestaan, behalve wanneer er sprake is van openlijk ongeloof, en hij maakte het verrichten van het gebed datgene wat ons weerhoudt van het bestrijden van hen. Dit wijst er dus op dat het laten van het gebed ons toestaat hen te bestrijden, en het bestrijden van hen is niet toegestaan, behalve wanneer er sprake is van openlijk ongeloof, zoals in de overlevering van ‘Oebaadah - moge Allah tevreden met hem zijn - staat.


Bron: Sharh Loem'atil-I'tiqaad
Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki


__________________________________
(1) Voetnoot van de vertaler: Moettafaqoen ‘alayh: Overeenstemming over; al-Imaam al-Boekhaarie en al-Imaam Moeslim zijn het met elkaar eens over de authenticiteit ervan.
(2) Overgeleverd door al-Boekhaarie (7144) en Moeslim (1839).
(3) Overgeleverd door Moeslim (1855).
(4) Voetnoot van de vertaler: Djihaad: Het strijden op de weg van Allah, of elke andere inspanning om het Woord van Allah superieur te maken.
(5) Overgeleverd door Moeslim (1854).
 

Shishani

moderator
Staff member
Oprechtheid tegenover de regeringsleiders

Door de nobele Shaykh
al-Imaam Mohammad ibn Saalih al-'Oethaymien
- moge Allah hem genadig zijn -


www.soennah.com


Op het gezag van Aboe Roeqayyah Tamiem ibn Aws ad-Daarie - moge Allah tevreden zijn met hem - dat de Profeet - sallallahoe 'alayhi wa sallam - heeft gezegd:
الدِّيْنُ النَّصِيْحَةُ
"De religie is oprechtheid."
Wij vroegen: "Tegenover wie, o Boodschapper van Allah?" Hij zei:
للهِ ولكتابه ولِرَسُوْلِهِ وَلأَئِمَّةِ المُسْلِمِيْنَ وَعَامَّتِهِمْ
"Tegenover Allah, Zijn Boek, Zijn Boodschapper, de leiders van de Moslims en het gewone volk onder hen."(1)


In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

Oprechtheid tegenover de regeringsleiders bestaat uit de volgende zaken:

1) Men dient overtuigd te zijn van hun leiderschap en gezag. Degene die niet gelooft dat zij leiders zijn, is niet oprecht tegenover hen. Als hij namelijk niet gelooft dat zij leiders zijn, dan zal hij hun bevelen niet uitvoeren en dan zal hij niet wegblijven van hetgeen zij hebben verboden. Het is dus van belang dat men erin gelooft dat deze persoon een leider of gezaghebber is.
ومن مات وليس في عنقه بيعة مات ميتة جاهلية
‘En degene die sterft terwijl hij niet de gelofte van trouw (aan de Moslimleider) heeft afgelegd, sterft een dood van Djaahiliyyah.'(2)

Degene die leiding heeft over de zaken van de Moslims, zelfs als hij dit bereikt door middel van een staatsgreep, is een leider. Of deze persoon nou tot de stam Qoeraysh behoort, of niet.

2) Men dient hun goedheden te verspreiden onder hun onderdanen, omdat dit ertoe leidt dat de mensen van hen zullen houden. En als de mensen van hen houden, dan zullen zij zich gemakkelijker overgeven aan hun bevelen. Sommige mensen doen precies het tegenovergestelde door juist hun fouten te verspreiden en hun goedheden verborgen te houden. Dit is onbillijkheid en onrecht. Men noemt bijvoorbeeld één zaak die de regeringsleiders verweten kan worden en vergeet vele andere goede zaken die zij hebben verricht. En dit is het onrecht zelve.

3) Men dient hun bevelen uit te voeren en hun verboden te vermijden, tenzij dit ongehoorzaamheid aan Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - inhoudt. Een schepsel mag namelijk niet gehoorzaamd worden als dit ongehoorzaamheid aan de Schepper inhoudt. Het gehoorzamen van de regeringsleiders is een aanbidding en niet alleen iets wat met politiek te maken heeft. Het bewijs hiervoor is dat Allah dit heeft bevolen toen Hij - de Almachtige en Majesteitelijke - zei:
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا أَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ وأولي الأمر منكم
‘O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en de gezaghebbers onder jullie' (Soerah an-Nisaa- 4: 59)

Allah heeft dit dus tot de zaken gemaakt die Hij - de Almachtige en Majesteitelijke - heeft bevolen. En alles wat Allah - de Verhevene - heeft bevolen, is een aanbidding.
Het is geen voorwaarde dat zij Allah zelf niet ongehoorzaam mogen zijn. Gehoorzaam hen in wat zij bevelen, zelfs als zij Allah ongehoorzaam zijn. Jij bent namelijk bevolen om hen te gehoorzamen, zelfs als zij Allah zelf ongehoorzaam zijn.

4) Men dient hun fouten zoveel mogelijk verborgen te houden. De reden hiervoor is dat het verspreiden van hun fouten niet behoort tot oprechtheid, vanwege wat hiermee gepaard gaat aan het vullen van de harten met woede, wrok en afkeer jegens de gezaghebbers. Als de harten hiermee gevuld zijn, dan heeft dit ongehoorzaamheid tot gevolg. Het kan er zelfs toe leiden dat de mensen in opstand zullen komen tegen de regeringsleiders, wat een hoeveelheid aan kwaad en verderf tot gevolg zal hebben waar alleen Allah kennis over heeft.

En wij bedoelen niet met onze uitspraak ‘het verborgen houden van de fouten', dat wij dienen te zwijgen over de fouten. Neen, wij moeten de leider oprecht adviseren, het liefst persoonlijk als dit mogelijk is. Als dit echter niet mogelijk is, dan via de geleerden en de begunstigden die contact met hem hebben. Dit is ook de reden dat Oesaamah ibn Zayd - moge Allah tevreden met hem zijn - zijn ongenoegen liet blijken over een volk dat zei: ‘Jij doet niets en jij zegt niets tegen deze en die.' Zij bedoelden hiermee de Kalief. Hij zei toen iets in de trant van:
‘Willen jullie dat ik jullie alles vertel wat ik aan de Kalief vertel?'
Dit is namelijk niet mogelijk. Het is niet mogelijk dat een persoon alles vertelt wat hij tegen de leider heeft gezegd, omdat de mensen, als de leider dit in praktijk brengt, zullen zeggen: ‘De leider heeft zich overgegeven en verlaagd.' En als hij dit niet in praktijk brengt, dan zullen de mensen zeggen: ‘Hij heeft niet gehoorzaamd en hij is arrogant.' Daarom behoort het tot de wijsheid dat jij, als je de gezaghebbers adviseert, dit niet duidelijk maakt aan de mensen, vanwege de enorme nadelen die dit met zich meebrengt.

5) Men dient niet in opstand te komen tegen hen en hen ook niet af te zetten. De Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft het niet toegestaan om hen af te zetten behalve, zoals hij - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:
أَنْ تَرَوا كُفْرَاً بَوَاحَاً
‘...als jullie duidelijk ongeloof waarnemen...'
D.w.z.: met eigen ogen hebben gezien, of met zekerheid weten.

عِنْدَكُمْ فِيْهِ مِنَ اللهِ بُرْهَانٌ
‘...waarvoor jullie een bewijs hebben bij Allah.'(3)
D.w.z.: een onweerlegbaar bewijs.

Als het vervolgens is toegestaan om in opstand te komen, omdat er aan deze voorwaarden is voldaan, betekent dit dan dat men ook daadwerkelijk in opstand moet komen? Er is namelijk een verschil tussen de permissiviteit van het in opstand komen, en de verplichting om in opstand te komen.
Het antwoord hierop is: wij dienen niet tegen hen in opstand te komen, zelfs als wij duidelijk ongeloof zien waar wij een bewijs voor hebben bij Allah, behalve als hier profijt in zit. En het heeft geen profijt als een kleine groep, met een geringe hoeveelheid wapens, in opstand komt tegen een heel land, met al haar kracht en wapens. Dit heeft namelijk alleen bloedvergieten en het toestaan van het verbodene tot gevolg, zonder dat het slechte, waar zij de regeringsleiders om hebben bekritiseerd, verdwijnt. Dit alles is te zien vanaf de tijd van de Rechtgeleide Kaliefen - moge Allah tevreden met hen zijn, toen de Khawaaridj(4) in opstand kwamen, tot aan de dag van vandaag, gezien er allerlei kwaad en verderf plaatsvindt, waar alleen de Heer van de dienaren van op de hoogte is.

Maar helaas is het zo dat bij sommigen mensen het vuur van enthousiasme in hun harten wordt aangestoken, waarna zij datgene doen, waarvan het einde niet prijzenswaardig is. En dit is een enorme vergissing.
Bovendien zeggen wij: ‘Wat is de maatstaf die gebruikt wordt bij het bepalen of er sprake is van ongeloof?' Er zijn namelijk sommigen die iets als ongeloof zien wat anderen weer niet als ongeloof zien. Dit is de reden dat de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - dit heeft gespecificeerd met zijn uitspraak: ‘duidelijk ongeloof'. Dit houdt dus in dat het iets moet zijn waar geen enkel excuus voor te bedenken is, zoals dat men hem ziet neerknielen voor een beeld, of dat men hem Allah of Zijn Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - hoort uitschelden, of iets dergelijks.


Bron: Sharh al-Arba'ien an-Nawawiyyah, hadieth nummer 7
Vertaald vanuit het Arabisch door: Een zuster

__________________________________
(1) Overgeleverd door Moeslim (55).
(2) Overgeleverd door Moeslim (1851).
(3) Overgeleverd door al-Boekhaarie (7555) en Moeslim (1709).
(4) Voetnoot van de vertaalster: Al-Khawaaridj: Zij zijn degenen die 'Alie - moge Allah tevreden met hem zijn - bestreden, omdat hij iemand als scheidsman had aangesteld. Hun grootste fouten zijn dat zij ‘Oethmaan en ‘Alie - moge Allah tevreden met hen zijn - verstoten, in opstand komen tegen de leider wanneer hij tegenstrijdig handelt aan de Soennah en iemand die een grote zonde verricht tot ongelovige verklaren (zie Sharh Loem'atil-I'tiqaad van ash-Shaykh al-‘Oethaymien - moge Allah hem genadig zijn).
 

Shishani

moderator
Staff member
"Allah verandert de toestand van een volk niet..."
De omgekeerde prioriteiten

Door de nobele Shaykh

Saleh As-Saleh
- moge Allah hem genadig zijn -


www.soennah.com



In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

Corrupte geloofsbelijdenissen, liegen, bedriegen, onrecht(vaardigheid), innovaties, lage begeerten, gehechtheid aan dit leven, onwetendheid, mysticisme, gravenaanbidding, onverdraagzame blinde aanhang, enzovoorts... en we volharden in het zeggen van:
"Ons voornaamste probleem zit in onze leiders...!!"

Is dit het geval?

Allah de Verhevene zegt:
إِنَّ اللَّهَ لَا يُغَيِّرُ مَا بِقَوْمٍ حَتَّى يُغَيِّرُوا مَا بِأَنْفُسِهِمْ
Voorwaar, Allah verandert de toestand van een volk niet, totdat zij hun eigen toestand veranderen. [Soerah ar-Ra'd 13:11]

Al-Imaam Ibnoel-Qayyim - moge Allah hem genadig zijn - zei:

"Overpeins de Wijsheid (Hikmah) van Allah, de Verhevene, waar Hij de koningen van de mensen, hun leiders en zij die gezag hebben over hen, van dezelfde soort maakte als hun eigen daden. Het is alsof de daden van de mensen verschenen in de gedaanten van hun koningen en leiders.

Indien de mensen oprecht zijn, zullen hun koningen en leiders oprecht zijn, en indien zij zich wegkeren (van oprechtheid), zullen hun leiders zich tegen hen keren. Indien de mensen onderdrukken en tiranniseren, zullen hun koningen en leiders (ook) tiranniseren en onderdrukken. En indien bedrog en verraad zichtbaar worden onder hen, zal hetzelfde verschijnen in hun leiders.

Indien de mensen afzien van het vervullen van de rechten die Allah op hen heeft en gierig worden (met betrekking tot hun uitvoering), zullen hun koningen en leiders weigeren om hun hun rechten toe te eigenen en gierig worden (hun rechten van hen onthouden). Indien zij nemen van hetgeen waar zij geen recht op hebben van diegenen die zij onderdrukken, zullen de koningen nemen van de mensen van hetgeen waar zij geen recht op hebben en belastingen heffen en hen taken opleggen. Wat de mensen ook onrechtmatig nemen van de onderdrukten, hun koningen zullen hetzelfde nemen door het van hen af te dwingen.

Dus zij die de leiding hebben over de mensen verschijnen in de gedaanten van hun (de onderdanen) daden. En het betaamt de Goddelijke Wijsheid niet dat het slechte en het valse geregeerd worden behalve door diegenen van dezelfde soort.
Aangezien de vroegere [Moslims] de beste en het meest recht geleid waren van de generaties, waren hun leiders van hetzelfde aanzien. Maar toen de mensen zwak werden, werden de leiders van hun eigen stand.

Dus het betaamt de Wijsheid van Allah niet in deze tijden (de tijd van Ibnoel-Qayyim(1)) dat leiders als Moe'aawiyah en ‘Oemar ibn ‘Abdil-‘Aziez ons onder hun hoede hebben, laat staan zulke als Aboe Bakr en ‘Oemar. Het is eerder zo dat onze leiders in overeenstemming zijn met onze eigen stand en aanzien, net zoals degenen die voor ons regeerden in overeenstemming waren met de stand en het aanzien van hun mensen. En beide kwesties (de status van de voormalige leiders en die van deze tijd) zijn even noodzakelijk en onvervreemdbaar volgens [Allah's] Wijsheid."(2)

Het is erg duidelijk dat vanuit het legale perspectief en door de consensus van de vroegere moslims, evenals bij wijze van intellect en ervaring, dat de werkelijke verandering van de status van de Moslimgemeenschap opkomt wanneer zij terugkeert naar Allah en de wegen volgt die de vroegere generaties succesvol maakten. Al-Imaam Maalik - moge Allah hem genadig zijn - somde dit op in geringe woorden, met een diepgaande betekenis:
"Niets zal de Moslimgemeenschap voordeel brengen, behalve hetgeen de vroegere Moslimgemeenschap voordeel bracht."

Zij die het pad nemen van confrontatie met de leiders, denkend dat de verandering via deze manier komt, volgen het pad van misleiding en een pad wiens consequenties hebben bewezen dat het onjuist is volgens alle perspectieven. Dit is hetzelfde pad dat genomen werd door de vroegere afvalligen (Khawaaridj) die de moetashaabih (niet helemaal duidelijke) teksten volgden, in plaats van de moehkam (duidelijke) teksten te volgen en hetgeen niet helemaal duidelijk is, terug te voeren naar hetgeen moehkam is. Het volgen van de moetashaabih is een pad van kwellingen (fitan) dat leidde tot opstand tegen de leiders van de Metgezellen en in onze tijd heeft het gezorgd voor bloedvergieten, ellende en vertraging van de da'wah. Allah is Degene Die om hulp wordt gevraagd.

Deze kwestie is een kwestie van religie en geen kwestie van emoties. Aangezien de tekstuele bewijzen de gelovigen verzadigd opdragen dat zij diegenen in autoriteit moeten gehoorzamen, zelfs als zij onderdrukken en iemands rijkdom nemen etc. zolang dat zij de gelovige niet opdragen om zonden te begaan, hebben we geen keus dan toe te staan en te gehoorzamen. Anders zouden wij een nieuwe religie aan het verzinnen zijn. Allah, Degene Die vrij is van alle imperfecties, de Verhevene zegt:
فَلْيَحْذَرِ الَّذِينَ يُخَالِفُونَ عَنْ أَمْرِهِ أَنْ تُصِيبَهُمْ فِتْنَةٌ أَوْ يُصِيبَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
Laten degenen die zijn (de Profeet's) bevel ongehoorzaam zijn, opletten dat een beproeving hen treft of een pijnlijke bestraffing hen treft. [Soerah an-Noer 24:63]

"Alles wat geen religie was in de tijd van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - kan vandaag de dag niet beschouwd worden als iets van de religie." [Al-Imaam Maalik].

Dus als de persoon ervoor kiest om het pad van de Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - tegen te werken, laat hij zich dan het volgende Vers herinneren:
وَمَنْ يُشَاقِقِ الرَّسُولَ مِنْ بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُ الْهُدَى
وَيَتَّبِعْ غَيْرَ سَبِيلِ الْمُؤْمِنِينَ نُوَلِّهِ مَا تَوَلَّى وَنُصْلِهِ جَهَنَّمَ وَسَاءَتْ مَصِيرًا
En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de Leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in de Hel binnenleiden. En dat is de slechtste bestemming! [Soerah an-Nisaa- 4:115]

Moge Allah, de Meest Genadevolle, ons allen naar de waarheid leiden en ons eraan laten vasthouden en moge Hij, de Verhevene en Majestueuze, ons allen behoeden van de beproevingen (fitan) en ons (geregeerden en regeerders) leiden naar Zijn Pad.

Aamien.


Bron: www.understand-islam.net
Vertaald vanuit het Engels door: Een zuster


______________________________
(1) Ibnoel-Qayyim werd geboren in 691 H./1292 n.Chr. en overleed in 751 H./1350 n.Chr. Moge Allah hem genadig zijn.
(2) Miftaah Daar as-Sa'aadah, volume 1, blz. 177-178. Uitgegeven door Daar Ibn ‘Affaan (1416/1996, al-Khoebar, Koninkrijk van Saoedi-Arabië).
 

Shishani

moderator
Staff member
Elke "haakim" (leider). Eenieder die macht heeft en autoriteit over een volk is een haakim. Of hij nu een Chalief is van alle moslims, Soeltaan, Malik (koning), Amier, enz. - de regelgeving blijft hetzelfde, ondanks de termen of hoe hij aan macht kwam (machtsgreep, verkozen,..)
Zolang hij moslim is en echte macht heeft over het volk, hoe onrechtvaardig ook, gelden deze regels m.b.t. hem.
 

Shishani

moderator
Staff member
Genomen van: Fundamenten van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah
http://www.turntoislam.com/forum/showthread.php?t=56494


Het vierde fundament

En tot de fundamenten van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah behoort (dat zij geloven dat het een) verplichting is om de gezaghebbers van de moslims te gehoorzamen, zolang zij niet bevelen om een zonde te begaan. Als zij dan een zonde bevelen is gehoorzaamheid aan hen hierin niet toegestaan en het gehoorzamen van hen in het goede in andere zaken blijft, handelend naar de Uitspraak van de Meest Verhevene:
{‏يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ أَطِيعُواْ اللَّهَ وَأَطِيعُواْ الرَّسُولَ وَأُوْلِي الأَمْرِ مِنكُمْ‏}‏ ‏[‏النساء/59]‏
'O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en degenen onder jullie die het gezag in handen hebben' (Soerah an-Nisaa: 59)

En de uitspraak van de Profeet (sallallahoe 'alayhi wa sallam):
(‏أوصيكم بتقوى الله والسمع والطاعة وإن تأمر عليكم عبد‏)
'Ik adviseer jullie om Allah te vrezen en om te luisteren én te gehoorzamen, ook al neemt een slaaf de leiding over jullie.'
(Dit is een stuk uit de overlevering van Al-'Irbaad Ibn Saariyah (moge Allah tevreden met hem zijn) over de vermaning van de Profeet (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) aan de metgezellen)

En zij zijn van mening dat ongehoorzaamheid aan de moslimbevelhebber (Amier) ongehoorzaamheid aan de Boodschapper is, handelend naar zijn (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) uitspraak:
(‏من يطع الأمير فقد أطاعني ومن عصى الأمير فقد عصاني‏‏)
'Degene die de Amier gehoorzaamt, is mij gehoorzaam geweest en degene die de Amier ongehoorzaam is, is mij ongehoorzaam geweest.' (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim).

Zij zijn ook van mening dat het gebed achter hen verricht dient te worden, de Djihaad(12) met hen gestreden moet worden, de smeekbede voor hun deugdzaamheid en rechtschapenheid verricht dient te worden en advies aan hen gegeven moet worden.

Het vijfde fundament

Tot de fundamenten van Ahloes-Soennah wal-Djamaa'ah behoort ook het verbod op het in opstand komen tegen de gezaghebbers van de moslims als zij iets doen wat strijdig is (met de Islaam), uitgezonderd ongeloof. Dit vanwege het bevel van de Profeet (sallallahoe ‘alayhi wa sallam) op hun gehoorzaamheid in alles wat geen zonde is, zolang zij geen duidelijk ongeloof begaan. Dit is in tegenstelling tot Al-Moe'tazilah, degenen die het verplicht maken om te rebelleren tegen de leiders als zij iets van de grote zondes hebben begaan, zelfs als dit geen ongeloof is. En zij zien dit als het gebod op het goede en het verbod op het slechte. In werkelijkheid is deze daad van de Moe'tazilah de grootste slechtheid, vanwege de geweldige gevaren van de chaos, het verderf van de zaak, de onenigheid in het woord en de macht van de vijanden over hen die hier een gevolg van zijn.


------------------------------------------------------------
(9) Voetnoot van de vertaalster: Een Naaqid (mv. Nawaaqid) is datgene waar men zijn Islaam mee vernietigt.

(10) Voetnoot van de vertaalster: Shirk: Het toekennen van deelgenoten aan Allah in de aanbidding.

(11) Voetnoot van de vertaalster: Al-Fisq is het verlaten van gehoorzaamheid aan Allah. Iemand is een Faasiq als die persoon een grote zonde begaat, zoals overspel. Ibn Mandhoor (moge Allah hem genadig zijn) definieert deze term in Lisaan al-‘Arab als volgt: ‘Ongehoorzaamheid en het nalaten van het bevel van Allah en een vorm van het verlaten van de weg van de waarheid.'

(12) Voetnoot van de vertaalster: Djihaad: Het strijden op de weg van Allah, of elke andere inspanning om het Woord van Allah superieur te maken.
 
Top