Namen en Eigenschappen van Allaah - [VEEL ARTIKELS]

Shishani

moderator
Staff member
De Eigenschappen van Allaah


Vraag: Zijn de verzen die Allaah's Eigenschappen noemen van de verzen die niet helder/niet duidelijk (Mutashaabihaat : Meerzijdige) zijn of die wel helder/wel duidelijk (Muhkamaat : Eenduidige) zijn?

Antwoord: Zij vallen onder de onduidelijke verzen (Mutashaabihaat) vanuit één perspectief, en dit is met betrekking tot de soort (van de Eigenschappen) welke gerelateerd zijn aan Allaah. En vanuit elk ander perspectief vallen zij niet onder de onduidelijke verzen. Dit is zo omdat ze duidelijke betekenissen hebben, dat wil zeggen dat ze betekenissen hebben die welbekend zijn in de Arabische taal.

Dus daarom, met betrekking tot de soort van hoe de Eigenschappen van Allaah zijn, zijn zij onduidelijk (Mutashaabihaat), gezien wij niet in staat zijn om de soort van Allaah's Dhaat (Wezen) te kennen. Vandaar dat wij niet in staat zijn om de soort van Allaah's Eigenschappen te kennen, aangezien praten over de Eigenschappen onder het praten over het Wezen (Dhaat) valt. Dit is waarom sommige hadeeth geleerden, zoals Abu Bakr Al-Khateeb, zei: 'Wat gezegd is over de Eigenschappen is hetzelfde als wat gezegd is over het Wezen: ontkennen en bevestigen'.

Dus net zoals we Allaah's Wezen bevestigen, en het niet ontkennen - daar deze ontkenning een absolute ontkenning (van Allaah's bestaan) zou zijn - dan geldt hetzelfde voor de Eigenschappen van Allaah. We bevestigen ze en we ontkennen (negeren) ze niet. Maar net zoals we niet omschrijven hoe Allaah's Wezen is, zo omschrijven we ook niet hoe Zijn Eigenschappen zijn. [Al-Asaalah, Uitgifte #3]

door SHAYKH MUHAMMAD NAASIR-UD-DEEN AL-ALBAANI rahiemehoellaah.
 

Shishani

moderator
Staff member
De vier grote imams omtrent de Namen en Eigenschappen van Allaah.


Imam Aboe Haniefah (moge Allah hem genadig zijn)

Imam Aboe Haniefah zegt: “Aan Allah behoort een Hand, een Gezicht en een Nafs, zoals Hij te kennen geeft in de Koran. Dus datgene wat Allah aan Zichzelf toeschrijft in de Koran wat betreft Gezicht, Handen en Nafs, zijn Eigenschappen van Allah waarvan de hoedanigheid niet bekend is. En het is niet toegestaan om Zijn Hand te vertalen met Zijn Macht of Zijn Gunst, want dit is een ontkenning van Zijn Eigenschappen…”[1]

Ook zegt hij: “De Eigenschappen van Allah zijn anders van hoedanigheid dan onze eigenschappen. Zijn Kennis is anders dan onze kennis, Zijn Macht is anders dan onze macht, Zijn Zicht is anders dan ons zicht, Zijn Gehoor is anders dan ons gehoor en Zijn Spraak is anders dan onze spraak.” [2]

Verder zegt hij met betrekking tot Allah’s Woorden (interpretatie van de betekenis):
“Allah’s Hand is boven hun handen.” (Soerat al-Fath: 10)

“Zijn Hand is anders dan die van Zijn schepselen.”[3]

Bovendien zegt imam Aboe Haniefah: “Waarlijk, Allah bevindt Zich boven de hemelen en niet op aarde.” Een man vroeg hem vervolgens: “Hoe zit het dan met de volgende Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En Hij is met jullie.” (Soerat al-Hadied: 4)

Hierop antwoordde imam Aboe Haniefah: “Dit is net alsof jij iemand een brief schrijft waarin je zegt: ,,Ik ben met jou,” en toch ben jij van hem verwijderd.”[4]


Imam Maalik (moge Allah hem genadig zijn)

Djacfar ibnoe cAbdillah zegt: “Toen wij een keer bij Maalik zaten, kwam een man binnenstappen en vroeg: ,,O Aboe cAbdillah, Allah heeft Zich boven Zijn Troon verheven, hoe heeft Hij Zich verheven?” imam Maalik werd naar aanleiding van deze vraag ontzettend boos en het klamme zweet brak hem uit. Hij hief vervolgens zijn hoofd en gooide een stokje weg dat hij eerder in zijn hand had en zei: ,,Wat betreft de hoedanigheid van (de Eigenschappen van) Allah, dit gaat ons verstand te boven. Wat betreft het zich verheffen, (de betekenis hiervan) is bekend, het geloven in het feit dat Allah zich boven Zijn Troon heeft verheven is verplicht en het vragen ernaar is een religieuze innovatie (bidcah)…”[5]


Imam Ash-Shafi'i (moge Allah hem genadig zijn)

Toen Ash-Shafici gevraagd werd over de Eigenschappen van Allah, zei hij[6]: “Waarlijk, Allah is Horende, bezit Twee Handen op basis van de volgende Uitspraak (interpretatie van de betekenis):
“Welnee, Zijn Beide Handen zijn uitgestrekt.” (Soerat Al-Maa’idah: 64)

Hij bezit een Rechterhand op basis van de volgende Uitspraak (interpretatie van de betekenis):
“En de hemelen zijn opgerold in zijn Rechterhand.” (Soerat Az-Zoemar: 67)

Hij bezit een Gezicht op basis van de volgende Uitspraak (interpretatie van de betekenis):
“En er rest slechts het Gezicht van jouw Heer…” (Soerat Ar-Rahmaan: 27)

En Hij bezit een Voet op basis van de volgende overlevering: “Totdat de Heer, de Verhevene, Zijn voet daarin plaatst.” (al-Boechari en Moeslim)


Imam Ahmad (moge Allah hem genadig zijn)

Imam Ahmad heeft gezegd: “Wie beweert dat Allah niet praat, is een ongelovige (Kaafir)”[7]

Ook zei hij: “Wie beweert dat Allah niet gezien zal worden in het Hiernamaals is ongelovige een verloochenaar van de Koran.” [8]


Slotwoord:

Als wij de uitspraken van deze grote imams omtrent de Namen en Eigenschappen van Allah bestuderen, dan valt ons op dat deze uitspraken geheel met elkaar overeenstemmen. Zij hanteren allemaal hierin de richtsnoer van de Koran en de authentieke Soennah die vrij is van verdraaiing, ontkenning en het trekken van vergelijkingen als het gaat om de Namen en Eigenschappen van Allah. Dus de ware gelovige bevestigt alle Namen en Eigenschappen die Allah aan Zichzelf heeft toegekend of door de Profeet (vrede zij met hem) aan Hem zijn toegekend zonder in te gaan op de hoedanigheid.

Tot slot dient eenieder te begrijpen dat de Eigenschappen van Allah anders zijn dan die van Zijn schepselen, want niemand is gelijk aan Hem wat betreft Zichzelf, Zijn Eigenschappen en Zijn Daden.

Ik vraag Allah om de moslims baat te geven middels deze woorden en dat Hij hun harten verenigt op basis van één geloofsleer, namelijk die van de Koran en de authentieke Soennah en alle lof zij Allah.
________________________________________
[1] Al-Fiqh al-Absat met Tahqieq van al-Khawthari, blz 56, uitgeverij ‘Anwaar’ in Cairo
[2] Al-Fiqh al-Akbar met uitleg van Al-Qaari, blz. 302, uitgeverij ‘Daar al-Kotob al-3ilmiah’ in Bairoet
[3] Al-Fiqh al-Absat met Tahqieq van al-Khawthari, blz 56, uitgeverij ‘Anwaar’ in Cairo
[4] Al-Asmaa’ was-Sifaat, boekdeel 2, blz. 170
[5] Al-Hiliyyah, boekdeel 6, blz. 325-326
[6] Al-Ictiqaad van Ash-Shafici en At-Tabaqaat van Ibnoe Abi Yaclah
[7] As-soennah, blz. 71, uitgeverij ‘Daar al-Kotob al-3ilmiah’ in Bairoet
[8] Tabaqaat al-Hanaabilah, boekdeel 1, blz. 59 en 145
 

Shishani

moderator
Staff member
de selef & Allaah’s Sifaat.


Enkele uitspraken van de selef betreffende Allaahs Eigenschappen en (de selef) hun idjmaa' (consensus) betreffende de valsheid van ta'wiel [1].


Al-Awzaa'ie (d. 157 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg az-Zoehri' en Makhoel over de ayaat betrekking hebbende op de Sifaat (Eigenschappen van Allah), dus zeiden zij: Laat hen zoals ze zijn.” [2]


Al-Walied ibn Moeslim (d. 194 H.) rahiemehoellah zei:

“Ik vroeg Maalik, al-Awzaa'ie, Layth ibn Sa'd en Soefyaan ath-Thawrie – rahiemehoemoellah - betreffende de vermeldingen verhaald over de Eigenschappen, dus zeiden zij allen: Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe (ze zijn).” [3]


Imaam Ahmed (d. 241 H.) rahiemehoellah zei:

“Deze a'haadieth zouden gelaten moeten worden zoals ze zijn. We bevestigen hen en maken geen gelijkenis aan hen. Dit is waar overeenstemming over is bereikt bij de geleerden.” [4]


Noe'aym ibn Hammah (d. 228 H.) rahiemehoellah zei:

“Wie dan ook tashbieh (gelijkenis) maakt van Allah met Zijn schepping, heeft koefr (ongeloof) gepleegd, en wie dan ook ontkent waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, heeft ook koefr gepleegd. Inderdaad, alles waarmee Allah Zichzelf heeft omschreven, of waar Zijn Boodschapper Hem mee heeft omschreven, dan is daarin helemaal geen tashbieh (gelijkenis).” [5]


Imaam at-Tirmidhie (d. 279 H.) rahiemehoellah zei:

“Het is verklaard door meer dan één persoon van de Mensen van Kennis over zulke a'haadieth, dat er geen tashbieh (gelijkenis) is met de Eigenschappen van Allah, en onze Heer – de Gezegende en Allerhoogste – daalt af naar de laagste hemel iedere nacht. Dus zeggen zij: “Bevestig deze overleveringen, heb imaan (geloof) in ze, ontken ze niet, noch vraag hoe (deze zijn) . ” Dergelijks is overgeleverd van Maalik ibn Anas, Soefyaan ath-Thawrie, ibn ‘Oeyainah en ‘ Abdoellaah ibn al-Moebaarak, die allen zeiden over zulke a'haadieth: “ Laat hen zoals ze zijn, zonder te vragen hoe.” Zulks is de uitspraak van de Mensen van Kennis van Ahloes Soennah wal Djamaa'ah.

Echter, de Djahmiyyah verzetten zich tegen deze overleveringen en zeggen:

“Dit is tashbieh (gelijkenis)!” Daarentegen, Allah de Meest Verhevene, heeft op verscheidene plaatsen in Zijn Boek de Eigenschap van al Yad (de Hand), as-Sam' (het Horen) en al-Basar (het Zien) genoemd – maar de Djahmiyyah maken ta'wiel (verdraaiing) van deze aayaat, hen uitleggend op een manier, anders dan ze zijn uitgelegd door de Mensen van Kennis. Zij zeggen: “Inderdaad, Allah schiep Adam (aleyhis salaam) niet met Zijn Eigen Hand.” Zij zeggen dat de Hand de Kracht van Allah betekent.


Ishaaq ibn Ibrahiem ar-Raahawaih [6] (rahiemehoellah) zei:

Tashbieh (gelijkenis) is wanneer er wordt gezegd: Hand zoals mijn hand, of gelijk aan mijn hand; als wordt gezegd: Horen zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen, dan is dit tashbieh (gelijkenis). Maar wat wordt gezegd is wat Allah heeft gezegd: Hand, Horen, Zien; en er wordt niet afgevraagd hoe, noch wordt er gezegd: zoals mijn horen, of gelijk aan mijn horen – dan is het geen tashbieh (gelijkenis). Allah – de Meest Gezegende, Meest Verhevene – zei in Zijn Boek: . Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. (Soerah 42: ash-Shoera, aya 11).” [7]


Al-Khattaabie (d. 388 H.) rahiemehoellah zei:

“De madhhab van de selef (de vrome voorgangers) met betrekking tot de Sifaat is hen te bevestigen zoals ze zijn ‘alaa dhaahier (met hun blijkende betekenis), iedere tashbieh (gelijkenis) aan hen tenietdoend, noch takyief (vragen hoe ze(de Sifaat) zijn).” [8]


Imaam as-Saaboenie (d. 448 H.) rahiemehoellah zei:

“Inderdaad, Ashaaboel Hadieth (de geleerden van hadieth, zij die vasthouden aan het Boek en de Soennah) moge Allah hun levens beschermen en genade over hen die overleden zijn schenken, getuigen van de tawhied (Eenheid) van Allah en van het Gezantschap en Profeetschap van Zijn Boodschapper . Zij kennen hun Heer – de Machtige en Majesteitelijke – met de Eigenschappen waarover Hij gesproken heeft in Zijn Openbaring, en met wat Hij heeft neergezonden, of van getuigd, door middel van Zijn Boodschapper … Ze bevestigen voor Allah – de Machtige en Prachtige – wat Hij voor zichzelf bevestigt in Zijn Boek, of op de tong van Zijn Profeet . Zij geloven niet in tashbieh (gelijkenis) van Zijn Eigenschappen met de eigenschappen van de schepping. Zij zeggen: Inderdaad, Hij schiep Adam (‘aleyhis salaam) met Zijn Eigen Handen, zoals Hij – de Perfecte – tekstueel verklaart: “O Iblies, wat heeft jou verhinderd te buigen voor hem, die Ik met Mijn Handen heb geschapen?” (Soerah 38: Saad, aayah 75) Dus zij vervormen de woorden niet uit hun context door de betekenis van Yadain (de twee Handen van Allah) te veranderen naar de betekenis ni'matain (twee gunsten) of qoewwatain (twee machten) – welke de tahrief (verdraaiing) van de moe'tazilah en de djahmiyyah – moge Allah hen leiden. Zij (Ashaaboel Hadieth) vragen niet hoe de Eigenschappen zijn, noch vergelijken ze die met Zijn schepping… Allah – de Allerhoogste – beschermde Ahloes Soennah tegen zulke tahrief (verdraaiing), takyief (vragen hoe) en tashbieh (gelijkenis), en begunstigde hen met kennis en begrip.” [9]


Qaadie Aboe Ya'laa (d. 458 H.) rahiemehoellah zei:

“Het bewijs van de nutteloosheid van ta'wiel (verdraaiing), is dat de sahaabah (radia Llah oe ‘anhoem) en zij die hen volgden van de taabi'ien (rahiemehoemoellah) hen (de Eigenschappen ) ‘alaa dhaahier (met hun letterlijke betekenis) begrepen en zij namen geen toevlucht tot ta'wiel (verdraaiing), noch namen zij afstand van de dhaahier betekenis. Als ta'wiel (verdraaiing) toegestaan was, waren zij er ons in voorafgegaan.” [10]


Ibn ‘ Abdoel Barr (d. 463 H.) rahiemehoellah zei:

“Ahloes soennah zijn eenduidig in het bevestigen van alle Sifaat die zijn verhaald in de Qor'aan en de soennah, imaan in hen hebbend, en hen begrijpend ‘alal haqieqah (in de werkelijke betekenis), niet ‘alal madjaaz (metaforisch). Hoe ze zijn wordt niet gevraagd. Echter, de djahmiyyah, de moe'tazilah en de khawaaridj , allen ontkennen hen en nemen hen niet ‘alal haqieqah; bewerend dat wie dan ook hen bevestigt tashbieh (gelijkenis) maakt, en zij beweren dat wie dan ook die hen reciteert (zoals ze zijn) een moeshabbieh is (iemand die tashbieh (gelijkenis) doet).” [11]


Ibn Qoedaamah (d. 620 H.) rahiemehoellah zei:

“De weg van de selef is om imaan te hebben in de Namen en Eigenschappen van Allah waarmee Hij zichzelf heeft omschreven in Zijn Openbaring, of op de tong van Zijn Boodschapper – zonder toename of vermindering ervan, noch de limieten overschrijdend, noch hen uitleggend (d.w.z. zoals de moe'tazilah) ” noch ta'wiel (verdraaiing) van hen makend die de dhaahier (letterlijke) betekenis verwerpt.” [12]


Ibn Taymiyyah (d. 728 H.) rahiemehoellah zei:

“Van imaan in Allah is: Imaan in hetgeen waarmee Hij Zichzelf heeft omschreven en waar Zijn Boodschapper Mohammed Hem mee omschreef, zonder tahrief (verdraaiing) en ta'wiel (verdraaiing), en zonder takyief (vragen hoe) en tamthiel (gelijkenis maken) …” [13]

__________________________________________________
[1] De letterlijke betekenis van ta'wiel is interpretatie, in deze context is de betekenis het interpreteren, waarbij de authentieke betekenis wordt verlaten, kortom verdraaiing (van de werkelijke betekenis). (Voetnoot van de vertaler.)
[2] Verhaald door Imaam al-Laalikaaa'ie in Sharh oesoel i'tiqaad Ahloes Soennah wal Djamaa'ah (3/430) en tevens door ibn Qoedaamah al-Maqdisie in Dhammoet ta'wiel (p. 18') en de ketting ervan is hasan (goed).
[3] Verhaald door al-Ajoerrie in ash-Sharie'ah (p.314), al-Bayhaqie in al-Asmaa was Sifaat (p.453) en ook in al-I'tiqaad (p. 118) en de keten van overleveraars is hasan.
[4] Verhaald door Ibnoel Jawzie in Manaaqiboel Imaam Ahmed (p. 155-156).
[5] Verhaald door Imaam adh-Dhahabie in al-‘Oeloew .
[6] Deze toevoeging (de uitspraak van Ishaaq ibn Ibrahiem ar-Raahawaih ) komt niet van de oorspronkelijke internetbron, maar uit een artikel op http://www.spubs.com/ , maar omdat imaam at-Tirmidhie in zijn Soenan, deze uitspraak wel laat volgen op zijn voorafgaande uitspraken, heb ik deze ook hier toegevoegd. (Voetnoot van de vertaler.)
[7] Soenanoet-Tirmidhie (3/24).
[8] Al-Ghoeniyah ‘an Kalaam wa Ahlihi – zoals geciteerd in Moekhtasaroel-‘Oeloew (nr. 137).
[9] Aqiedah ahloes soennah wal djamaa'ah Ashaaboel Hadieth wal a'immah (nr. 3).
[10] Ibtaaloet ta'wielaat li akhbaaries Sifaat (p. 21).
[11] At-tamhied (1/45) van Ibn ‘ Abdoel Barr.
[12] Dhammoet ta‘wiel (p. 11) van Ibn Qoedaamah al-Maqdisie.
[13] Al ‘aqiedatoel waasitiyyah (p. 3-4).

Bron: http://www.calgaryislam.com/
 

Shishani

moderator
Staff member
Tawhied Al-Asmaa Was-Sifaat.

(de Namen en Eigenschappen van Allah Ta´ala ).​


Dit is het geloof in alles wat vermeld staat in de Qor´aan en de Soennah van alle Schone Namen en Glorierijke Eigenschappen van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zonder:

Tahrief (letterlijk: verdraaiing, vervorming enz.)

At-Tahrief desbetreffend Al-Asmaa Was-Sifaat is het verdraaien van datgene wat er als eerste opkomt in de gedachte bij het horen van en bepaalde Naam of Eigenschap van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala naar een betekenis waar het niet op duidt, alleen volgens een eventuele zwakke mogelijkheid. Er moet hiervoor dan een verband te vinden zijn die er op duidt dat dit (de zwakke mogelijkheid) de bedoeling is, maar als dat niet het geval is dan moet deze argumentatie afgewezen worden.

Ta´tiel (letterlijk: neutralisatie, te niet doen enz.)

At-Ta´tiel van Al-Asmaa Was-Sifaat is het verwerpen van de Goddelijke Eigenschappen van Allaah en het ontkennen (loochenen) dat Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala überhaupt deze eigenschappen bezit.

Het verschil tussen At-Tahrief en At-Ta´tiel is dat At-Ta´tiel het ontkennen van de (eigenlijke) ware betekenis waarnaar de Qor´aan en de Soennah duiden betekent, terwijl At-Tahrief het verkeerd uitleggen van de Qor´aan en de Soennah is.

Takyief (letterlijk: Willen weten hoe of de manier waarop weergegeven.)

At-Takyief bij Al-Asmaa Was-Sifaat is te geloven dat Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala Zijn Eigenschapen op die en die manier zijn (zoals de desbetreffende persoon zelf denkt) of te vragen hoe (bv. Hoe ´daalt´ Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala neder)?

Het is niet zo dat Ahloes-Soennah Wal-Djama´ah de totale staat van ´´een bepaalde manier waarop´´ van de Eigenschappen van Allaah ontkennen! Nee, zij ontkennen alleen de kennis te bezitten van ´´de manier waarop!´´ Dat wil niet zeggen dat er totaal geen ´´manier van waarop´´ aanwezig is!

Táwiel (letterlijk: verkeerde (valse) uitleg, tafsier enz.)

A) At-Táwiel wordt in tweeën gedeeld: Toegestane Táwiel: wat in de betekenis staat van; At-Tafsier en letterlijk verduidelijking, uitleg en ontmanteling van het onbekende en bedekte betekent. Tafsier is dus het verduidelijken van een moeilijk woord (of uitspraak).

In de Qor´aan zegt Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala hierover:

En zij komen niet met een voorbeeld (om jou O Mohammed tegen te gaan, of een fout in jou, of in deze Qor´aan te vinden) of Wij openbaren aan jou de Waarheid (tegen dat voorbeeld) en een beter tafsier. (Soerah Al-Forqaan Vers: 33)

En zoals Imaam Aboe Dj´afer Ibn Djarier Ibn Djarier At-Tabarie zegt in zijn tafsier:

De uitspraak voor de táwiel van Allaahs uitspraak is zo en zo! Of hij zegt: Ahloet-Tawiel verschillen in mening over deze vers! Hij bedoelt hier dan de Tafsier!

Dit is de betekenis van At-Táwiel bij de Selef:

B) Verboden Táwiel: dit is de táwiel die bekend is bij de ´´Chalaf´´ (letterlijk nakomelingen of nakomers) als: Het afwenden van de eigenlijke (geprefereerde) betekenis van een woord naar een afgekeurde (niet geprefereerde) betekenis door het hanteren van een (zwakke) argumentatie. Deze soort van táwiel wordt er bedoeld als we het hebben over de verboden Táwiel bij het leren van de kennis van Tawhied Al-Asmaa Was-Sifaat!

Temthiel (letterlijk: vergelijken met.)
.
At-Temthiel van de Asmaa en Sifaat is te geloven dat de Eigenschappen van Allaah net zoals de eigenschapen van de Schepping zijn! Of om Allaah te vergelijken met Zijn Schepping! Soms wordt At-Temthiel ook wel At-Tashbieh genoemd. Deze handelingen zijn allemaal haraam, dus overschrijd de grens die Allaah Ta’ala in het hier volgende Vers stelt niet!

Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zegt:

Niets is aan Hem gelijk (of in enig opzicht vergelijkbaar met Hem). En Hij is de Alhorende, de Alziende. (Soerah Ash-Shoera Vers: 11)

Het is dus verplicht voor elke Moslim om Allaah alleen te beschrijven, zoals Hij Zichzelf Beschreven heeft in Zijn Boek (de Qor’aan), of Zijn Boodschapper salallaahoe 'alayhie was sallem Hem beschreven heeft in de authentieke Soennah, zonder weglatingen en toevoegingen!!! Allaah Ta’ala bedreigt een ieder die op wat voor soort manier dan ook Tahrief, Ta’tiel, Takyief of Temthiel enz. op Zijn Schone Namen en Eigenschappen toepast. Kijk maar naar het volgende Vers:
En aan Allaah behoren (alle) Schone Namen, roep Hem daarmee aan en verlaat degenen die Zijn Namen verloochen (en ontkennen); zij zullen worden vergolden voor wat zij plachten te doen. (Soerah Al-Araaf Vers: 180)

En wie één van Allaahs Namen en Eigenschappen ontkent of verloochent begaat Koefr!

Allaah Ta’ala zegt:
….terwijl zij niet in Ar-Rahmaan (Allaah, de Barmhartigste) geloven. Zeg: Hij is mijn Heer, er is geen god dan Hij, op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld en naar Hem zal mijn terugkeer (berouw) zijn. (Soerah Ar-Ra’d Vers: 30)

Ahloes-Soennah Wal-Djama’ah bevestigen al dat wat Allaah Ta’ala Zelf over Zijn volmaakte Eigenschapen Bevestigt en zij ontkennen elke onvolmaaktheid die vals aan Hem wordt toegeschreven. Zij Ahloes-Soennah leiden al dat wat zij bevestigen af van de Qor’aan, de authentieke Soennah en de uitspraken van de Selefoes-Saalih rahiemehoellaah. Een voorbeeld: Als Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zegt:

Ar-Rahmaan (Allaah) Istawa (is gezeteld) over de Troon. (Soerah Ta-Ha Vers: 5)

Dan zeggen Ahloes-Soennah over Istawa (letterlijk: de hoogte, boven, verhevenheid): ‘’Op een manier die bij Zijn Goddelijke Hoogheid en Majesteit past.’’ Zij leggen Al- Istawa niet uit met ‘’Al-Istielaa’’ (overgenomen na verovering of strijd e.d.) zoals dat gewoon is Ahloel-bid’ah. In tegenstelling tot Ahloel-bid’ah, bevestigen en geloven Ahloes-Soennah in de eigenschap Al-Istiwa van Allaah op een manier die bij Zijn Goddelijkheid, Soevereiniteit, Hoogheid en Majesteit past. Daartegenover staat dat wanneer Al-Istiwa vertaald wordt met Al-Istielaa dat de betekenis van het woord uit z’n verband gerukt wordt (tahrief) waardoor deze duidt op de onjuiste in plaats van de juiste betekenis. Allaah Ta’ala zegt hierover:
En de Joden zeiden: De Hand van Allaah is gebonden (d.w.z. Hij is gierig –wal Iyaadhen billaah). Hun handen zijn gebonden en vervloekt zijn zij vanwege hetgeen zij zeiden! Welnee, Zijn beide Handen zijn wijd uitgestrekt, Hij Schenkt hoe Hij Wil… (Soerah Al-Maidah Vers: 64)

Hier bevestigen Ahloels-Soennah Wal-Djama’ah Twee Handen van Allaah Ta’ala op een manier die bij Zijn Goddelijke Hoogheid en Majesteit past zonder Zijn handen met de handen van de schepping te vergelijken. Kijk bijvoorbeeld naar de hand van en mier, is deze hand hetzelfde als de hand van een olifant enz. enz.? Het antwoord is natuurlijk, Nee! En zo is het dus ook met de Handen van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala, Zijn Almachtige Handen zijn natuurlijk niet zoals de handen van Zijn Schepping, ze hebben alleen dezelfde benaming, namelijk handen!

In de Hadieth die is overgeleverd door Ibn Omar radie Allaahoe `anhoe hij zei dat de Profeet salallaahoe 'alayhie was sallem heeft gezegd:
Op de Dag der opstanding zal Allaah de gehele Aarde met Zijn Hand grijpen en alle hemelen met Zijn Rechterhand vouwen, en Hij zal dan zeggen: ‘’Ik ben de Koning.’’

En in een andere overlevering: ‘’..Ik ben de Koning, waar zijn de Koningen van de aarde?’’ (Overgeleverd door Al-Boechaarie deel 9, Hadieth nr. 509 )

Ahloes-Soennah bevestigen de Hand van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zoals het er staat, zonder At-Táwiel te gebruiken en Zijn Hand uit te leggen als Zijn Kracht of Zijn Gunst. In tegenstelling tot Al-Djamiyah en Al-M’otazilah en diegenen die hun weg volgen van Al-Moete’awwilah (verboden táwiel gebruiken).

Dit geld ook voor o.a. Allaahs Eigenschap: ‘’Het Komen’’ Zoals in Zijn Uitspraak:
En jouw Heer Komt, en de Engelen, rij na rij. (Soerah Al-Fadjr Vers: 22)

Ahloes-Soennah Wal-Djama’ah Ahloel-Hadieth zeggen hierover:

Hij Komt op een manier die bij Zijn Goddelijke Hoogheid en Majesteit past, hoe Hij Wil, als Hij Wil en wanneer Hij Wil!’’

Ahloes-Soennah gebruiken hierbij niet de minste of geringste vorm van (verboden) táwiel. Dit is de Manhadj die Ahloes-Soennah Wal-Djama’ah hanteert bij alle Asmaa Was-Sifaat van Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala die voorkomen in de Heilige Qor’aan en de authentieke Soennah. Zij Zijn daardoor wasad (letterlijk: midden, gematigd) tussen Al-Moe’atieleh (Ta’tiel gebruikers), zoals Al-Djamiyah en Al-M’otazilah, en Al-Moeshebbihah tashbieh en temthiel gebruiken. Die Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala met Zijn Schepping vergelijken. Zij (Al-Moeshebbihah en Al-Moeshebbihah) zijn in deze táwiel en ta’tiel beland , omdat zij niets meer van de Eigenschappen van Allaah begrepen hebben dan datgene wat zij kennen van de eigenschappen van de Schepping, en Allaah daardoor dus zijn gaan vergelijken met Zijn Schepping! Zij wilden zich daarna hiervan ontdoen en keerden zich (uit angst voor At-Tashbieh, zoals zij dat zelf zeggen) naar At-Táwiel en At-Ta’tiel, wat veel erger dan At At-Tashbieh is!

Het is dus een verplichting voor elke moslim om in de Schone Namen en Eigenschappen van Allaah te geloven op een manier die bij Zijn Koninklijke Hoogheid en Majesteit past!!!

Shirk in Al-Asmaa Was-Sifaat (de Namen en de Eigenschapen van Allaah): Dit is wanneer een persoon één van de Eigenschappen die alleen Allaah bezit, toeschrijft aan één van de schepselen van Allaah. Zoals bv. Kennis hebben van het onwaarneembare en andere Eigenschappen waar alléén Allaah over beschikt. Allaah Soebhaanehoe wa Ta´ala zegt:
Niets is aan Hem gelijk (of in enige opzicht vergelijkbaar met Hem.) En Hij is de Alhorende, de Alziende. (Soerah Ash-Shoera Vers: 11)

En wie één van Allaahs Namen of Eigenschappen ontkent of verloochent begaat Koefr! Allaah Soebhana wa Ta´ala zegt:
En aan Allaah behoren (alle) Schone Namen, roep Hem daarmee aan en verlaat degenen die zijn Namen verloochen (en ontkennen); zij zullen worden vergolden voor wat zij plachten te doen. (Soerah Al-A’raaf Vers : 180)
 

Shishani

moderator
Staff member
Bemiddeling via Awliya.


Zij die nabijheid zoeken via awliya. Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zegt over hen:

Voorzeker, de religie (de aanbidding en gehoorzaamheid) is alleen voor Allaah. En degenen die naast Hem awilya nemen (zeggen): Wij aanbidden hen slechts opdat zij ons zo dicht mogelijk tot Allaah brengen. (Soerah Az-Zoemar Vers: 3)

Awliya: letterlijk wordt hiermee bedoelt: beschermers of helpers. Met dit Vers maakt Allaah duidelijk dat dit de gewoonte van de moeshrikoen was (en nog steeds is). Zij denken met hun handelingen dichter bij Allaah te komen, maar toch brengen hun handelingen hen alleen maar verder bij Allaah vandaan. Allaah daagt hen uit en zegt: Zeg (O Mohammed tegen hen): Roep degenen die jullie naast Allaah als god veronderstellen maar aan! (zoals Jezus, Ezra, Shaychs, zogenaamde heiligen, enz.) Zij bezitten niet de macht om het kwaad van jullie te verwijderen, noch om het te veranderen. Zij die aangeroepen worden zoeken (voor zichzelf) naar wasielah (middel, manier, weg) tot hun Heer (Allaah), zelfs de dichtstbijzijnde en zij (Jezus, Ezra en.) hopen op Zijn Barmhartigheid en vrezen Zijn Bestraffing. Voorwaar, de Bestraffing van jouw Heer is iets om te vrezen. (Soerah Al-Israa Vers: 56-57)

En het bewijs tegen bemiddeling (via awliyaa) is de uitspraak van Allaah, de Allerhoogste:
En zij aanbidden naast Allaah dingen die hen niet schaden en hen niet baten, en zij zeggen: Dit zijn onze bemiddelaars bij Allaah.

• En bemiddeling is van twee soorten:

1- De ontkende bemiddeling.
2- De bevestigde bemiddeling.


De ontkende bemiddeling is hetgeen dat gezocht wordt bij een ander dan Allaah betreffende iets wat alleen Allaah kan doen. En het bewijs daarvoor is de uitspraak van Allaah, de Allerhoogste:
O jullie die geloven! Geef van hetgeen waarmee Wij u voorzien hebben, voordat er een Dag komt dat er geen handel (om jullie zelf uit te kopen) noch vriendschap (van nut zal zijn) noch bemiddeling zal zijn. En de ongelovigen zijn de Dhaaliemoen (onrechtvaardigen etc.)

En de bevestigde bemiddeling is hetgeen dat gezocht wordt bij Allaah terwijl de bemiddelaar begunstigd wordt met de bemiddeling (zoals b.v. de bemiddeling van de Profeet .). Degeen voor wie wordt bemiddeld is iemand wiens daden en woorden behagelijk zijn voor Allaah, nadat Hij, de Allerhoogste, Zijn toestemming heeft gegeven. Zoals Allaah Ta’ala zegt: Wie is degene die bij Hem kan bemiddelen behalve met Zijn Toestemming?

As-haaboel-Qoeboer: letterlijk; de metgezellen van de graven. Door de Oelema van At-Tawhied worden zij verdeeld in twee groepen:

1.De doden die in hun graven zijn begraven.
2.Een groep van de Islaamitische gemeenschap die de authentieke Soennah tegengaan door hun harten gehecht te maken aan de begraafplaatsen! Niet om na te denken over de dood en het hiernamaals, maar om voor bemiddeling te vragen bij de overledenen van wie zij denken dat ze vroom, heilig en dicht bij Allaah Soebhana wa Ta´ala zijn. Weten zij niet dat Allaah Soebhana wa Ta´ala het beschikken van enige bemiddelingsmogelijkheden in deze wereld voor hen uitsluit?

Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zegt namelijk: En degenen die jullie naast Allaah Hem (Allaah) aanroepen bezitten niet eens een qitmier (dadelvliesje.) Wanneer jullie hen aanroepen, horen zij jullie aanroep niet, en als zij zouden horen dan zouden zij jullie doe’aa (smeekgebed) niet verhoren. En op de Dag der Opstanding zullen zij jullie afgoderij verwerpen. En niemand kan jou (O Mohammed) op de hoogte brengen zoals de Alwetende. (Soerah Fatir Vers 13-14)

As-haaboel-Qoeboer zijn niet in staat met één bewijs vanuit de Qor’aan of de Soennah te komen, wat als argument voor hun vernederde handelingen kan gelden, noch met één overleveringen van uit het begrip van de Selefoes-Saalih die hun manier van handelen en geloven rechtvaardigt. Het is dus niets anders dan één van de influistering van Iblies (moge Allaahs Troon op hem rusten) en zijn en zijn kornuiten van Satan mensen en djinn!

Overdrijven in (liefde voor) de awliya en de vromen en hen zodanig boven hun stand te verheffen, totdat er geloofd word dat zij datgene kunnen wat alléén Allaah kan, namelijk het voorzien van het goede en weghouden van het slechte. Zij (de vromen) worden als tussenpersoon tussen Allaah Soebhana wa Ta´ala en zijn Schepping gebruikt. Na verloop van tijd kan het er zelfs toe leiden dat zij naast Allaah Soebhana wa Ta´ala aanbeden worden. De overdrijvers zoeken nabijheid bij de zogenaamde awliya door rituele slachting bij hun graven te verrichten, in hun naam te zweren, hulp bij hen te zoeken en hen om bijstand te vragen, zoals dat het geval was bij het volk van Noach toen zij overdreven in (liefde voor) hun vromen en heiligen en zeiden:
…..verlaat jullie goden niet en verlaat Wadd niet, en niet Soew’a, en niet Yaghoeth en Ya’oeq en Nesr. (Soerah Noeh Vers: 23)

Vandaag de dag is dit het geval met Ahoel-Qoeboer in vele landen.

Zo ziet men bijvoorbeeld één van As-haaboel-Qoeboer in nederigheid, smekende, hulp vragende, knielde, kruipende en krielende voor een Wethan of een dode in zijn graf, hopende dat zij hem zullen bijstaan, helpen, enz. Al-Wethan: alles wat aanbeden wordt naast de Ware God Allaah (van hout, steen, metaal, enz.)! Wanneer het echter in de afbeelding van een levend wezen is gesneden, gegoten, enz. dan heet het Sanam Daarnaast is het voor hen gewoon te slachten, offeren en zweren in naam van zo’n Wethan. Zij hebben geen ander doel dan alleen nederig en zielig naast deze graven te staan en tawaaf rond deze graven te maken in verwachting dat zij hun wensen zullen vervullen en dromen zullen waarmaken!

Zij die onder de zoden liggen kunnen zichzelf niet eens helpen, laat staan een ander. Hoe is het dan mogelijk dat As-haaboel-Qoeboer hulp bij hen zoeken? Het is voor elke goed nadenkende moslim natuurlijk overduidelijk dat dit een fout is en dat het naleven van wat er in de Qor’aan en de Soennah staat het succesvolste is en ook dat het naleven van de Tawhied en de vermijding van alle manifestatie van Shirk, Koefr, bid’ah, en zonden manhadj As-Selefie is!

Het overdrijven in het geloof:

Allaah Soebhaanehoe wa Ta’ala zegt hierover:
O mensen van het Boek! Overdrijf niet in jullie religie (i.e. overschrijd de perken van het geloof niet) en zeg niets anders over Allaah dan de Waarheid! (Soerah An-Nisaa Vers: 171)

In Al-Boechaarie en Moslim op gezag van Omar ibn Al-Chattaab De Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam heeft gezegd:
Hemel mij niet op, zoals de christenen Iesaa (Jezus) de zoon van Maryam (Maria) hebben opgehemeld! Ik ben slechts een slaaf! Zeg dus (tegen mij):’Slaaf van Allaah en Zijn Boodschapper!’’

En in de authentieke Hadieth die is overgeleverd door Ibn Abbaas zegt de Profeet:
Pas op voor het overdrijven (in het geloof), want degenen die voor jullie kwamen zijn vergaan door overdrijving (in het geloof)!’’

Zie Kitaab At-Tawhied van Al-Imaam Mohammed bin Abdoel-Wahhaab hoofdstuk: De oorzaak van het ongeloof van de zonen van Adam en het verlaten van hun geloofsbelijdenis is het overdrijven in bewondering van hun vromen.’’

Shirk in Liefde: Dit is wanneer een persoon van een ander dan Allaah houdt, zoals hij van Allaah houdt of zelfs nog meer dan dat. Allaah Ta’ala zegt: En er zijn onder de mensen die naast Allaah deelgenoten toekennen, die zij liefhebben met de liefde als (die) voor Allaah, maar degenen die geloven zijn sterker in liefde voor Allaah… (Soerah Al-Baqarah Vers 165)
 

Shishani

moderator
Staff member
http://aqiedah.blogspot.com/2007/11/de-authentieke-aqiedah.html

De authentieke `Aqiedah.

Oorspronkelijke titel: ‘Aqiedatoes-Selef As haaboel-Hadieth
(De ‘Aqiedah van de Vrome Voorgangers en de mensen van Hadieth)
Bron: Hoofdstuk 2, blz. 3 t/m 5 + Hoofdstuk 3, blz. 6 t/m 8.

Door Shaych Saalih bin Fauwzaan bin `Abdoellah al-Fauwzaan
Een lid van het comité van de grote geleerden.
Bron: Al-Iebaanah blz. 35-63

(H2. De Aqiedah van de mensen van Hadieth betreffende de eigenschappen van Allaah.)

Bij Allaah ligt al het succes. Voorzeker Ahloel-Hadieth Moge Allaah degenen die nog leven beschermen en genade hebben voor degenen die zijn gestorven. Zij getuigen voor de Eenheid van Allaah, de Allerhoogste, en voor de boodschap en het profeetschap van de Boodschapper salallaahoe 'alayhie was sallem. Zij kennen hun Heer, de Meest Machtige en Meest Majesteitelijke, door middel van (kennis over) de Eigenschappen die Hij heeft vermeld in Zijn Openbaring die Hij naar beneden heeft gezonden, of door middel van een bevestiging van Zijn Boodschapper in de authentieke ahadieth, degene welke van hem zijn overgeleverd door nauwkeurige en betrouwbare (personen).

Zij bevestigen wat Allaah, de Meest Majesteitelijk, voor Zichzelf in Zijn Boek of door de tong van Zijn de Boodschapper salallaahoe 'alayhie was sallem heeft bevestigd. Zij geloven er niet in dat Zijn Eigenschappen gelijk zijn aan die van Zijn creatie. Zij zeggen: Hij creëerde Adam met Zijn Handen zoals Hij, Degene Die vrij is van alle imperfecties, vermeldt:

“Hij (Allaah) zei: O Iblies, wat heeft jou ervan weerhouden om te buigen voor hetgeen dat Ik met Mijn Twee Handen gecreëerd heb? (Soerah Saad 38:75)

Zij (Ahloes-Soennah) veranderen de ware betekenis niet, door te zeggen dat Zijn Twee Handen (iets anders betekenen zoals) Zijn twee gaven of Zijn twee krachten, net zoals de Tahrief (verdraaiing) van de Moe'tazilah en de Djahmiyyah, moge Allaah hen vernietigen. Zij gaan niet vragen of denken over hoe zij zijn (ze accepteren het zoals het er staat). Zij gaan ze ook niet vergelijken met de handen van de creatie zoals de Moeshabbihah dat doen, moge Allaah hen vernederen.

Allaah, de Allerhoogste, heeft Ahloel-Soennah beschermd van alle Tahrief (het verdraaien van de betekenis), Tashbieh (het vergelijken met de schepping) en Takyief (vragen hoe deze zijn). Hij heeft hen gezegend met kennis en begrip zodat zij het pad van Tawhied en Tanzieh (Allaah beschouwen als Zijnde zonder defecten en imperfecties). Zij verwierpen alle gebrekkige uitspraken en vergelijkingen.

Zij volgen wat Allaah, de Meest Machtige en Meest Majesteitelijke, heeft gezegd: “Er is niets aan Hem gelijk, en Hij is de Alles Horende, de Alziende.” (Soerah As-Sjoeraa 42:11.)

En precies zo staan de Twee Handen van Allaah vermeld in de Qor’aan: "...voor wat ik met Mijn Twee Handen heb geschapen..." (Soerah Saad Vers: 75.)

En Zijn Uitspraak:

“Zijn Twee Handen zijn wijd gespreid. Hij schenkt hoe Hij wil.” (Soerah Al-Maa’idah 5:64.)

De Hand staat vermeld in de authentieke ahadieth van de Boodschapper van Allaah salallaahoe 'alayhie was sallem, zoals in het debat dat Moesaa en Adam ('aleihiemaas-Salaam) met elkaar hadden. En de uitspraak van Moesaa tegen Adam: “Allaah creëerde jou met Zijn Hand en de Engelen buigden voor jou.” (Overgeleverd door Moslim (2652).)

En dit is net zoals deze uitspraak van (de boodschapper) salallaahoe 'alayhie was sallem: "...Ik maak de vrome nakomelingen die U met Uw Twee Handen hebt geschapen niet gelijk aan datgene (van Uw schepping) waar U tegen Zei: Wees en het Was!" (Overgeleverd door al-Bayhaqie in Kitaab al-Asmaa was-Sifaat e.a.)

En zijn salallaahoe 'alayhie was sallem uitspraak: "Allaah heeft Al-Firdous (het hoogste en beste der Paradijsen) met Zijn Hand geschapen..." (Overgeleverd door ad-Daaraqodnie in as-Sifaat, en al-Bayhaqie in Kitaab al-Asmaa was-Sifaat e.a.)

(H3. Hun standpunt betreffende de Eigenschapen.)

Zij (de mensen van Hadieth) zeggen over alle Eigenschappen van hun Heer die bekend zijn gemaakt, of Zij nou in de Qor’aan staan vermeld of in de authentieke ahadieth betreffende het Horen, het Zien, het Gezichtvermogen, het Gezicht, de Kennis, de Kracht, de Macht, de Eer en de Geweldigheid, de Wil en het Voornemen, de Uitspraak en het Spreken, het Welbehagen en de Woede, het Blij zijn en het Lachen en andere Eigenschappen, zonder dat deze Eigenschappen vergeleken worden met de eigenschappen van de schepping en diegene die gehoed worden.

Integendeel, zij houden zich aan hetgeen dat Allaah, de Allerhoogste, heeft gezegd en aan wat Zijn Boodschapper salallaahoe 'alayhie was sallem heeft gezegd, zonder daar iets aan toe te voegen of aan te vullen, of te vragen hoe zij zijn, hen te vergelijken, hun betekenis te verdraaien en te veranderen of aanpassingen maken, of hen uit de context te plaatsen zoals de Arabieren het begrepen, of hen aan valse interpretaties te bevestigen. Zij nemen hen op hun klaarblijkelijke betekenis. Zij laten de bezitting van de kennis over de manier waarop (deze Eigenschappen zijn) over aan Allaah de Allerhoogste, en bevestigen dat niemand hun Ta’wiel kent behalve Allaah, zoals Allaah ons heeft laten weten over degenen die stevig gegrondvest zijn in kennis, dat zij zeggen:

“En degenen die stevig gegrondvest zijn in de kennis zeggen: ‘wij geloven er in, het komt allemaal van onze Heer’ en niemand laat zich vermanen behalve degenen die verstand bezitten. ” (Soerah Aali-Imraan 3:7.)

Commentator: De Verzen van de Qor’aan en de authentieke en duidelijke overleveringen van de Boodschapper salallaahoe 'alayhie was sallem die deze Eigenschappen en anderen vermelden zijn zo talrijk dat zij het boek (enorm) lang zouden maken als ze allemaal opgenoemd zouden worden, en het zou zelfs nog langer zijn met de overeenstemming van de geleerden en de a'immah van deze religie over de authenticiteit van deze overleveringen toegevoegd. De meeste overleveringen zijn verzameld in mijn boek al-Intisaar met hun authentieke asaanied (kettingen). Onze methodologie in dit boek was om het beknopt te maken, tot een minimum en zonder er te veel overleveringen in aan te brengen, en om hun authentieke asaanied te vermelden die (authentiek) zijn verklaard door dragers van de overleveringen, en door de verzamelaars van de grote authentiek masanaad.
Afwijking van de correcte `Aqiedah heeft vele oorzaken die gekend moeten worden. Onder de belangrijkste behoren:

1) Al-Djahl (Onwetendheid) met betrekking tot de authentieke `Aqiedah. Dit heeft als reden dat men zich afwendt om het te leren en te onderwijzen, of door een gebrek aan belangstelling en aandacht dat eraan gegeven wordt. Hierdoor worden mensen grootgebracht die deze `Aqiedah niet kennen en niet weten wat er tegenover staat en ervan wijkt. Hierdoor wordt de waarheid als leugen gezien en de leugen als waarheid, zoals ‘Omar ibn al-Chattaab radie Allaahoe `anhoe heeft gezegd: De banden van de Islaam zullen één voor één ten einde komen, wanneer er mensen in de Islaam grootgebracht worden die al-Djaahieliejah niet kennen of herkennen.

2) At-Ta’assub (Fanatisme of Partijgeest) voor datgene waar de voorvaders zich aan hielden, en het zich vastklampen eraan, ook al is het vals, alsook het vermijden van wat er tegenover staat, ook al is het de waarheid. Hij, de Allerhoogste, zegt:

En wanneer er tot hen gezegd wordt: “Volgt hetgeen Allaah heeft nedergezonden.”Zeggen zij: “Nee! Wij zullen datgene volgen wat wij vonden dat onze vaderen volgden.” (Zouden zij dat doen!) Ook al begrepen hun vaderen niets noch waren zij rechtgeleid? ( Soerat Al-Baqarah Vers 170)

3) At-Taqlied al-A’maa (het Blind Volgen) door het accepteren van de uitspraken van de mensen zonder het bewijs te kennen, of de gradatie van authenticiteit te kennen, zoals dat de realiteit is bij de bij de afgedwaalde sektes zoals de Jahmiejah, de Moe’tazielah, de Ash’ariejah, de Soefiejah en anderen. Zij hebben immers hun Iemaams van dwaling blind gevolgd, waardoor zij zelf zijn gaan dwalen van de authentieke `Aqiedah.

4) Al-Ghuloew (Overdrijving) ten aanzien van de Awliyaa en de Vromen en hun te verheffen boven hun status. Hierdoor wordt datgene ten aanzien van hen geloofd waartoe alleen Allaah toe in staat is zoals het brengen van goeds en het afweren van het kwaad, en hen tot intermediairs (of tussenpersonen) te nemen tussen Allaah en Zijn Schepping in het regelen van de zaken en het verhoren van smeekbeden. Totdat de zaak zich wendt in het aanbidden van die personen naast Allaah, en het zoeken van toenadering tot hen door in hun naam te slachten en bij hen eden af te leggen, en hen aan te roepen en hen om hulp te smeken, zoals dat gebeurd is bij het volk van Noeh (Noach) met betrekking tot het recht van de vromen, toen zij zeiden:

En zij zeiden: “Jullie zullen niet jullie godheden in de steek laten, noch zullen jullie Wadd in de steek laten, noch Soewaa’, noch Yaghoeth, noch Ya’oeq, noch Nasr (namen van afgoden). (Soerat Noeh Vers: 23)

Zoals dat vandaag de dag het geval is bij de gravenaanbidders op verschillende plaatsen in de wereld.

5) Al-Ghaflah (Achteloosheid) met betrekking tot het overpeinzen van de Tekenen van Allaah in het bestaan, en de Tekenen van Allaah in de Qor`aan. En bedrogen te worden door wat de beschavingen hebben ontvangen van materialisme. En zij schrijven deze ontvangsten toe aan de inspanningen van de mensheid alleen. Zoals Qaaroen (Korah) tevoren gezegd heeft:

“Dit is mij slechts gegeven door de kennis die ik bezit.” (Soerat Al-Qasas Vers: 78)

En zoals de mens zegt:

“Dit is slechts voor mij (door mijn eigen verdiensten).” (Soerat Al-Foesslilat Vers: 50)

“Dit is slechts vanwege de kennis (die ik bezit) dat ik het heb verkregen.” ( Soerat Az-Zoemar Vers: 41)

En zij denken niet na over de grootsheid van Diegene die deze schepselen tot bestaan voortgebracht heeft en deze schitterende dingen van bestaan georganiseerd heeft, en die de mensheid heeft geschapen en de mensheid de capaciteit heeft gegeven om gebruik te maken van deze dingen, en er voordeel uit te trekken.

“En Allaah heeft jullie geschapen en wat jullie doen!” (16 Soerat Saaffat Vers 96)

Kijken zij dan niet naar de heerschappij van de hemelen en aarde en alles dat Allaah geschapen heeft, en het kan zijn dat de einde van hun levens nabij is. In welke boodschap willen ze hierna nog geloven? (Soerat Al-A’raaf Vers: 185)

Allaah is Degene die de hemelen en aarde heeft geschapen en water (regen) neder zendt vanuit de lucht, en daarmee vruchten voortbrengt als voorziening voor jullie; en Hij heeft de schepen tot dienst voor jullie gemaakt, dat zij daarmee door de zee kunnen reizen met Zijn Bevel; en Hij heeft (ook) de rivieren tot dienst voor jullie gemaakt. En Hij heeft de zon en de maan, die beiden voortdurend hun koersen volgen, tot dienst van jullie gemaakt; en Hij heeft de nacht en de dag, tot dienst voor jullie gemaakt. En Hij heeft jullie alles gegeven waar jullie naar vroegen, en zouden jullie de Zegeningen van Allaah tellen, dan zouden jullie ze nooit kunnen tellen. Voorwaar! De mens is zeker een extreme onrechtpleger, een ongelovige (een extreme ondankbare, hij ontkent de zegeningen van Allaah uit ongeloof, en door anderen te aanbidden naast Allaah, en door het ongehoorzaam zijn van Allaah en Zijn Profeet sallahoe `aleihie was sallem) (Soerat Ibrahiem Vers 32-34)

6) Het huis waarin men woont is veel vaker leeg wat betreft goede aanmaning. En de Profeet sallahoe `aleihie was sallem heeft gezegd; “Elk kind wordt geboren met de Fitrah (natuurlijke aanleg), vervolgens maken de ouders ervan het tot een Jood, Christen of Magiër.’’ (Overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)

Dus de ouders hebben een heel belangrijke rol in het geven van richtlijnen aan het kind.

7) Gebrek aan het hechten van belang voor methodes van onderwijs en studie in de meerderheid van de Islaamitische Wereld. Dus de methodes van onderwijs die wij vandaag de dag vaak tegenkomen kennen geen groot belang toe aan de Dien of de fundamenten ervan. Of het kent er wellicht helemaal geen belang aan. De middelen om kennis over te dragen, hetzij visueel, audio of verbaal zijn voor een groot deel een middel tot vernietiging en afwijking geworden of hebben meer de opzet gekregen van materialistische luxes. En zij hechten geen waarde aan die dingen die goed karakter vestigen of de authentieke ‘Aqiedah inplanten en een schild vormen voor de afwijkende bewegingen, totdat een generatie opgroeit die onverdedigbaar en onbewapend staat tegen de legers van Atheïsme en Ketterij.

Een verduidelijking van de afwijking van de correcte `Aqiedah.

De afwijking aan de authentieke `Aqiedah is catastrofaal en ruïnerend. De authentieke `Aqiedah is immers de sterke drijfveer tot het doen van rechtgeaarde handelingen. En een individu zonder een authentieke `Aqiedah, zal overgelaten worden aan speculaties en twijfels die misschien het individu kunnen overmannen met als gevolg dat hij blind gemaakt wordt en de juiste visie voor hem wordt verduisterd om een gelukkig leven te verkrijgen. Totdat het leven hem te depressief wordt en hij probeert om uit deze depressie te komen, ook al zou dat betekenen dat hij een eind aan zijn leven maakt door zelfmoord. Zoals dat de realiteit is bij vele individuen die de leiding van een zuivere `Aqiedah missen. En een samenleving die niet bestuurd wordt door een authentieke `Aqiedah is als een gemeenschap van kudde vee die al zijn elementen heeft verloren voor een gelukkig leven. Ook al heeft die gemeenschap de beschikking over vele elementen voor een materialistisch bestaan, dan zal het dikwijls doen leiden tot vernietiging, zoals dat getuigd kan worden in de Koeffaar (ongelovige) gemeenschappen. Dat komt doordat deze materiële elementen richting en leiding nodig hebben om te kunnen profiteren van de kwaliteiten en voordelen ervan, en er is geen andere richting mogelijk behalve door een authentieke ‘Aqiedah.

Dus het is noodzakelijk dat de kracht in `Aqiedah niet losgekoppeld wordt van materiële kracht. Als namelijk de `Aqiedah afwijkend is en val wordt, dan zal de materiële kracht een oorzaak van vernietiging zijn en verval zoals dat vandaag de dag het geval in de Koeffaar (ongelovige) landen die wel over materiële kracht beschikken maar niet over de correcte `Aqiedah.

En de manieren om zich te beschermen van deze afwijking is als volgt samen te vatten:

1) Het terugkeren naar het Boek van Allaah de Machtige en Majesteitelijke, en terug te keren naar de Soennah van de Boodschapper sallahoe `aleihie was sallem om de authentieke `Aqiedah vanuit deze bronnen overgedragen te krijgen, zoals ook de Selefoes-Saalih (Vrome Voorgangers) hun `Aqiedah hieruit onttrokken. En het laatste gedeelte van deze Oemmah zal niet gerectificeerd worden, behalve met wat de eerste gedeelte van deze Oemmah is gerectificeerd. Daarbij is het ook noodzakelijk om de `Aqiedahs van de dwalende sektes te bestuderen, en hun twijfels en speculaties te kennen, om hen daarmee te weerleggen en de mensen voor hen te waarschuwen. Immers, een persoon die het kwaad niet kent, wordt van gevreesd dat die persoon erin zal vallen.

2) Waarde en belang hechten om de authentieke `Aqiedah te onderwijzen, de `Aqiedah van de Selefoes-Saalih, op verschillende niveaus van onderwijs. Er dienen genoeg lessen aan gewijd te worden in de verschillende syllabi en er groot belang aan hechten om strikte examens op te zetten over dit onderwerp.

3) Het opzetten van studie van pure Selefie boeken en weg te blijven bij boeken van de afgedwaalde sektes zoals de Soefiejah, de Innoveerders, de Djahmiejah, de Mo’tazielah en de Ash’ariejah en de Matoeridiejah en anderen, uit het oogpunt om ze te kennen en de valsheid te weerleggen en ervoor te waarschuwen.

4) Het voortbrengen van verkondigers die voor de mensen de `Aqiedah van de Selef hervormen en de dwaling weerleggen van hen die ervan afgedwaald en afgeweken zijn..
 

Shishani

moderator
Staff member
Belangrijke Stelregels betreffende de Namen en de Eigenschappen van Allah

Door de nobele Shaykh al-Imaam Aboe ‘Abdillaah Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien - moge Allah hem genadig zijn -

De eerste stelregel:

"Betreffende het verplichte aangaande de teksten van het Boek en de Soennah(1) over de Namen en Eigenschappen van Allah"

Het verplichte aangaande de teksten van het Boek en de Soennah is het behouden van hun directe betekenis, zonder deze te veranderen; omdat Allah de Qor-aan in een duidelijke Arabische taal heeft neergezonden, en de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam(2) - spreekt in de Arabische taal; waardoor het verplicht is om de betekenissen van de Woorden van Allah en de woorden van Zijn Boodschapper te behouden zoals ze zijn in die taal. En omdat het veranderen van de directe betekenis het spreken over Allah zonder kennis is, en dat is verboden volgens de Woorden van de Verhevene:

Zeg: "Mijn Heer heeft slechts de zedeloosheden verboden, wat er openlijk van is en wat er verborgen van is; en de zonde en de overtreding zonder recht; en dat jullie Allah deelgenoten toekennen waarvoor Hij geen bewijs heeft neergezonden en dat jullie over Allah zeggen wat jullie niet weten [Soerah al-A'raaf 7:33].

Een voorbeeld daarvan zijn de Woorden van de Verhevene:
Welnee, Zijn Beide Handen zijn wijd uitgestrekt, Hij schenkt hoe Hij wil [Soerah al-Maa-idah 5:64].

De directe betekenis van het Vers is dat Allah Twee Werkelijke Handen heeft, dus is het verplicht om dat voor Hem te bevestigen.

En als iemand zegt: de bedoeling daarvan (de Handen van Allah) is de Kracht, dan zeggen wij: dit is het verdraaien van de directe betekenis van de woorden, en het zeggen hiervan is niet toegestaan; want het is het spreken over Allah zonder kennis.


De tweede stelregel:

"Betreffende de Namen van Allah, en onder deze stelregel bevinden zich een aantal principes"

Het eerste principe:
Alle Namen van Allah zijn schoon:

D.w.z. dat ze de uiterste grenzen van de schoonheid bereiken; dat is omdat deze volmaakte Eigenschappen bevatten die geen gebreken hebben in welk opzicht dan ook. Allah - de Verhevene - zegt:
En aan Allah behoren de Schone Namen [Soerah al-A'raaf 7:180].

Een voorbeeld daarvan: ar-Rahmaan (de Meest Barmhartige). Het is een Naam van de Namen van Allah, en duidt op een geweldige Eigenschap, en dat is de uitgestrekte Barmhartigheid. En hierdoor weten we dat "ad-dahr" (de tijd) niet tot de Namen van Allah behoort; omdat deze geen betekenis bevat die de uitgestrekte grenzen van de schoonheid bereikt. Wat de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - betreft:
"Scheld ad-dahr (de tijd) niet uit, want waarlijk, Allah is ad-dahr."(3)

De betekenis daarvan is: de Bezitter van ad-dahr (de tijd) en de Beschikker daarvan, en het bewijs zijn de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - in de tweede overlevering op het gezag van Allah - de Verhevene:
"De zaak is in Mijn Hand, Ik wissel de nacht en de dag af."(4)

Het tweede principe:
De Namen van Allah zijn niet beperkt tot een specifiek aantal:

Volgens de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - in de bekende overlevering:
"Ik vraag U - O Allah - bij elke Naam die U toebehoort, waarmee U Uzelf heeft genoemd, of die U in Uw Boek heeft neergezonden, of die U aan één van Uw schepping heeft onderwezen, of die U bij Uzelf heeft gehouden in de kennis van het verborgene."(5)

En datgene wat Hij bij Zichzelf heeft gehouden in de kennis van het verborgene kan men niet beperken noch omvatten.

En het verenigen hiervan en de woorden van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - in de authentieke overlevering:
"Waarlijk, Allah heeft 99 Namen; wie deze opsomt, treedt het Paradijs binnen,"(6)
is dat de betekenis van deze overlevering als volgt is: van de Namen van Allah zijn er 99, wie deze opsomt, treedt het Paradijs binnen. De bedoeling is niet om de Namen van Allah - de Verhevene - te beperken tot dit aantal, en het gelijke hiervan is dat je zegt: "Ik heb honderd dirhams die ik bewaard heb voor liefdadigheid." Dit ontkent niet dat je andere dirhams hebt die je niet voor liefdadigheid hebt bewaard.

Het derde principe:
De Namen van Allah worden niet bevestigd door het verstand, maar worden slechts bevestigd door de wetgeving (shar'):

De Namen van Allah zijn dus tawqiefiyyah, dat wil zeggen dat de bevestiging ervan beperkt is tot datgene wat in de wetgeving is gekomen, zonder daar iets aan toe te voegen of iets van te verminderen; omdat het verstand niet in staat is om de Namen van Allah - de Verhevene - die Hij verdient te bevatten, dus is het verplicht om ons daarin te beperken tot de wetgeving; en omdat het noemen van Allah met datgene waarmee Hij Zichzelf niet heeft genoemd, of het ontkennen van datgene waarmee Hij Zichzelf heeft genoemd een zware misdaad is tegen Allah - de Verhevene, dus behoort men zich hierin op een fatsoenlijke manier te gedragen.

Het vierde principe:
Elke Naam van Allah duidt op het Wezen (Dhaat) van Allah:

...op de Eigenschap die het bevat, en op het effect dat er uit voortvloeit als het overgankelijk (moeta'addie(7)) is. En het geloof in de Naam is pas volmaakt wanneer al deze zaken bevestigd worden.

Een voorbeeld daarvan wanneer het een niet-overgankelijke Naam betreft: "al-‘Adhiem" (de Geweldige), dus het geloof erin is niet volmaakt, totdat we geloven in zijn bevestiging dat het een Naam van Allah is die op het Wezen (Dhaat) van Allah duidt, en op de Eigenschap die het bevat en dat is de Grootheid (al-‘Adhamah).

En een voorbeeld daarvan wanneer het een overgankelijke Naam betreft: "ar-Rahmaan" (de Meest Barmhartige), dus het geloof erin is niet volmaakt, totdat we geloven in zijn bevestiging dat het een Naam van Allah is die op het Wezen (Dhaat) van Allah duidt, op de Eigenschap die het bevat en dat is de Barmhartigheid (ar-Rahmah), en op het effect dat er uit voortvloeit en dat is dat Allah wie Hij wil erbarmt.


De derde stelregel:

"Betreffende de Eigenschappen van Allah, en ook onder deze stelregel bevinden zich een aantal principes"

Het eerste principe:
Alle Eigenschappen van Allah zijn verheven:

Volmaakte en geprezen Eigenschappen die geen gebreken hebben in welk opzicht dan ook, zoals Leven, Kennis, Macht, Horen, Zien, Wijsheid, Barmhartigheid, Verhevenheid en andere dan deze, volgens de woorden van Allah - de Verhevene:
En aan Allah behoort de meest verheven beschrijving [Soerah an-Nahl 16:60].

En omdat de Heer volmaakt is, behoren ook Zijn Eigenschappen volmaakt te zijn.
Wanneer een eigenschap gebrekkig is en niet volmaakt, dan is het onmogelijk dat het een Eigenschap van Allah is, zoals dood, onwetendheid, onmacht, doofheid, blindheid, etc.; omdat Hij - Verheerlijkt is Hij - degenen die Hem met gebrekkige eigenschappen beschreven hebben, bestraft, omdat Hij Zichzelf heeft verheven boven de gebrekkigheden waarmee zij Hem beschrijven, en omdat de Heer onmogelijk gebrekkig kan zijn, want de gebrekkigheid is tegenstrijdig aan de Heerschappij.

En wanneer een eigenschap volmaakt is in één aspect en gebrekkig is in een ander aspect, dan kunnen we deze niet voor Hem bevestigen op absolute wijze, noch kunnen we deze voor Hem ontkennen op absolute wijze, maar is er behoefte aan een gedetailleerde uitleg. Deze eigenschap wordt bevestigd voor Allah in die situatie waarin de eigenschap volmaakt is, en hij wordt ontkend voor Allah in die situatie waarin de eigenschap gebrekkig is, zoals het beramen van listen, het smeden van plannen, het misleiden, enz. Deze eigenschappen zijn volmaakt wanneer het om een tegenactie gaat bij een persoon die dezelfde daad verricht; want het laat zien dat degene die deze daad verricht niet onmachtig is om de daad van zijn vijand te vergelden met dezelfde daad. Maar het is een gebrekkige eigenschap in een andere situatie dan deze, dus wordt deze eigenschap voor Allah bevestigd in de eerste situatie en niet in de tweede. Allah - de Verhevene - zegt:

En zij beraamden een list en Allah beraamde een list en Allah is de Beste der Beramers [Soerah al-Anfaal 8:30],
Voorwaar, zij smeden een plan. En Ik smeed een plan [Soerah at-Taariq 86:15-16],
Voorwaar, de huichelaars proberen Allah te misleiden, maar Hij misleidt hen [Soerah an-Nisaa 4:142], enz.

Dus als er wordt gezegd: "Wordt Allah beschreven met de eigenschap listen beramen?"
Zeg dan niet: "Ja," en zeg niet: "Nee," maar zeg: "Hij beraamt listen met degene die dat verdient," en Allah weet het beste.

Het tweede principe:
De Eigenschappen van Allah worden onderverdeeld in twee soorten: Eigenschappen van bevestiging en Eigenschappen van ontkenning:

De Eigenschappen van bevestiging zijn die Eigenschappen die Allah voor Zichzelf heeft bevestigd, zoals Leven, Kennis en Macht, en deze behoren we te bevestigen voor Allah op de wijze die bij Hem past; omdat Allah deze voor Zichzelf heeft bevestigd en Hij heeft de meeste kennis over Zijn Eigenschappen.

En de Eigenschappen van ontkenning zijn die Eigenschappen die Allah voor Zichzelf heeft ontkend, zoals onrecht, dus behoren we deze te ontkennen voor Allah, omdat Allah deze voor Zichzelf heeft ontkend; maar we behoren het tegenovergestelde hiervan te bevestigen voor Allah op de meest volmaakte wijze; want de ontkenning is geen volmaaktheid, totdat deze een bevestiging bevat.
Een voorbeeld daarvan: de woorden van Allah - de Verhevene:
En jouw Heer doet niemand onrecht aan [Soerah al-Kahf 18:49].

Dus behoren we onrecht voor Allah te ontkennen, en tezamen hiermee dienen we rechtvaardigheid voor Allah te bevestigen op de meest volmaakte wijze.

Het derde principe:
De Eigenschappen van bevestiging worden onderverdeeld in twee soorten: Dhaatiyyah(8) en Fi'liyyah(9).

De Dhaatiyyah Eigenschappen zijn die Eigenschappen waarmee Hij altijd al beschreven is en altijd beschreven zal zijn, zoals het Horen en het Zien.

En de Fi'liyyah Eigenschappen zijn die Eigenschappen die betrekking hebben op Zijn Wil. Als Hij wil, verricht Hij deze en als Hij wil, verricht Hij deze niet, zoals de Verhevenheid boven de Troon, en het Komen.

En soms kan een Eigenschap een combinatie zijn van Dhaatiyyah en Fi'liyyah tegelijkertijd, zoals het Spreken. Wat de oorsprong van deze Eigenschap betreft, dat is een Dhaatiyyah Eigenschap, omdat Allah altijd al heeft gesproken en altijd zal spreken. Maar wat Zijn specifieke soorten van Spreken betreft, dat is een Fi'liyyah Eigenschap, want het Spreken heeft betrekking op Zijn Wil, Hij spreekt wat Hij wil, wanneer Hij wil.

Het vierde principe:
Bij elke Eigenschap van Allah dient men drie vragen te stellen:

De eerste vraag: Is het een werkelijke (letterlijke) Eigenschap? En waarom?
De tweede vraag: Mogen we er een hoedanigheid aan geven (takyief)? En waarom?
De derde vraag: Is deze te vergelijken met de Eigenschappen van de schepsels (tamthiel)? En waarom?

Het antwoord op de eerste vraag: Ja, het zijn werkelijke (letterlijke) Eigenschappen, want de oorsprong in de woorden is dat ze werkelijk (letterlijk) zijn, en hiervan mag niet afgeweken worden, behalve met een correct bewijs dat ons daarvan weerhoudt.
Het antwoord op de tweede vraag: We mogen er geen hoedanigheid aan geven, volgens de woorden van Allah - de Verhevene:
En zij kunnen Hem met kennis niet omvatten [Soerah Ta Ha 20:110].
En omdat het verstand de hoedanigheid van de Eigenschappen van Allah niet kan bevatten.
Het antwoord op de derde vraag: Zij zijn niet te vergelijken met de eigenschappen van de schepsels, volgens de woorden van Allah - de Verhevene:
Niets is zoals Hij [Soerah ash-Shoera 42:11],
en omdat Allah de uiterste grens van volmaaktheid verdient, dus kan Hij nooit op de geschapene lijken, omdat deze gebrekkig is.

En het verschil tussen tamthiel(10) en takyief(11) is dat tamthiel het noemen van de hoedanigheid van een Eigenschap is terwijl men deze vergelijkt met iets anders, en takyief het noemen van de hoedanigheid van een Eigenschap is zonder deze te vergelijken met iets anders.

Een voorbeeld van tamthiel is dat iemand zegt: de Hand van Allah is als de hand van de mens.
Een voorbeeld van takyief is dat hij zich van de Hand van Allah een bepaalde hoedanigheid inbeeldt waarvan geen gelijke is in de handen van de schepsels, deze inbeelding is niet toegestaan.


De vierde stelregel:

"Betreffende de wijze waarop we al-Moe'attilah weerleggen"

Al-Moe'attilah zijn degenen die iets van de Namen of Eigenschappen van Allah ontkennen en de directe betekenis van de teksten verdraaien, en zij worden ook "al-Moe-awwilah" genoemd. En de algemene stelregel waarmee we hen weerleggen, is dat we zeggen:

1. jullie uitspraak is tegenstrijdig aan de directe betekenis van de teksten

2. tegenstrijdig aan de weg van de Selef(12)

3. er is geen correct bewijs voor (jullie uitspraak).

En soms kan er in bepaalde Eigenschappen een vierde aspect zijn, of meer.


Bron: Sharh Loem'atil-I'tiqaad
____________________________________
(1) Voetnoot van de vertaler: Soennah: Hier worden de overleveringen van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - mee bedoeld.

(2) Voetnoot van de vertaler: Sallallahoe ‘alayhi wa sallam: De Salaah en Salaam van Allah rusten op hem (dit wordt gezegd na het noemen van de Profeet):

‘Abdoer-Rahmaan ibn Hasan Aal ash-Shaykh zegt in zijn boek "Fath al-Madjied", de uitleg van Kitaab at-Tawhied:

"Het meest correcte wat er is gezegd over de Salaah van Allah over Zijn dienaar is: datgene wat al-Boekhaarie - moge Allah - de Verhevene - hem genadig zijn - heeft genoemd op het gezag van Aboel-‘Aaliyah die zei:"De Salaah van Allah over Zijn dienaar is dat Hij hem aanprijst bij de Engelen." En Ibn al-Qayyim - moge Allah hem genadig zijn en hem bijstaan - bevestigde dit in zijn boeken "Djalaa al-Afhaam" en "Badaa-i' al-Fawaa-id"".

Ibn al-Qayyim zegt in zijn boek "Djalaa al-Afhaam fies-Salaat ‘alaa Khayril-Anaam":

"De Salaam is Allah's bescherming van Zijn Profeet tegen gebreken en tegen elke vorm van kwaad en de bescherming van de Boodschap waarmee hij is toevertrouwd".

(3) Overgeleverd door Moeslim in "Het boek van de woorden van beleefdheid" (5758), hoofdstuk: het verbod op het uitschelden van ad-dahr (de tijd), op het gezag van Aboe Hoerayrah - moge Allah tevreden zijn met hem.

(4) Overgeleverd door al-Boekhaarie in "Het boek van tafsier" (4826), de tafsier van Soerah al-Djaathiyah, Moeslim in "Het boek van de woorden van beleefdheid" (5755), hoofdstuk: het verbod op het uitschelden van ad-dahr (de tijd), Ahmad (2/238, 272) en Aboe Daawoed in "Het boek van de etikette" (5274), hoofdstuk: betreffende de man die ad-dahr (de tijd) uitscheldt, op het gezag van Aboe Hoerayrah - moge Allah tevreden zijn met hem - en al-Albaanie verklaarde hem sahieh (authentiek).

Al-Khattaabie heeft gezegd - over de betekenis van de hadieth: "De betekenis ervan is: Ik ben de Bezitter van de tijd en de Bestuurder van de zaken die ze aan de tijd toeschrijven, dus wie de tijd uitscheldt omdat hij het is die deze zaken uitvoert, dit schelden keert terug naar zijn Heer Die Degene is Die deze zaken uitvoert, want ad-dahr is slechts de tijd aan wie deze zaken worden toegeschreven. En het was hun gewoonte wanneer zij getroffen werden door iets slechts, dat zij dit toeschreven aan de tijd en dan zeiden: Wee de tijd, vervloekt is de tijd."

(5) Overgeleverd door Ahmad (1/391, 452), Aboe Ya'laa, al-Haarith ibn Abie Oesaamah in zijn Moesnad (blz. 251- Zawaa-id), Ibn Hibbaan (972 -Ihsaan), al-Haakim (1/509) van de hadieth van ‘Abdoellah ibn Mas'oed - moge Allah tevreden zijn met hem - en al-Albaanie verklaarde hem sahieh (authentiek) in Silsilatoel-Ahaadieth as-Sahiehah (199).

(6) Overgeleverd door al-Boekhaarie in "Het boek van de smeekbeden" (6410), hoofdstuk: Allah heeft honderd Namen minus één, en Moeslim in "Het boek van de gedachtenis en de smeekbeden (6683), hoofdstuk: de Namen van Allah - de Verhevene - en de voortreffelijkheid van de degene die deze opsomt, van de overlevering van Aboe Hoerayrah.

(7) Voetnoot van de vertaler: D.w.z. dat het een direct extern effect bevat, zoals de Naam "as-Samie'" (de Alhorende) en hoe het anderen beïnvloedt, in dat Allah hen hoort.

(8) Voetnoot van de vertaler: Eigenschappen die betrekking hebben op Zijn Wezen (Dhaat).

(9) Voetnoot van de vertaler: Eigenschappen die betrekking hebben op een daad.

(10) Voetnoot van de vertaler: Tamthiel: Het vergelijken van de Eigenschappen van Allah met de eigenschappen van de schepsels.

(11) Voetnoot van de vertaler: Takyief: Het geven van een hoedanigheid aan de Eigenschappen van Allah.

(12) Voetnoot van de vertaler: Selef: De Vrome Voorgangers, en dat zijn de Sahaabah (de Metgezellen van de Profeet - sallallahoe ‘alayhi wa sallam), de Taabi'oen (de opvolgers van de Metgezellen), en Atbaa' at-Taabi'ien (de opvolgers van de opvolgers van de Metgezellen), en zij zijn degenen die bedoeld worden in de hadieth overgeleverd door Ibn Mas'oed: de Boodschapper van Allah - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - heeft gezegd:

"De beste mensen zijn mijn generatie, daarna degenen die hen opvolgen, en daarna degenen die hen opvolgen."

Overgeleverd door al-Boekhaarie (2652) en Moeslim (2533).
 
Top