Samenvatting van de beschrijving van het gebed van de profeet van de takbier tot de tasliem, alsof je het ziet
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof is voor Allah, wij prijzen Hem, wij zoeken Zijn hulp, wij zoeken Zijn vergeving en wij zoeken Zijn leiding. Wij zoeken toevlucht bij Allah tegen het kwaad in onze zielen en het kwaad van onze daden. Want eenieder die Allah leidt, er is niemand die hem kan laten dwalen. En eenieder die Hij laat dwalen, er is niemand die hem kan leiden. Ik getuig dat er niemand waardig is om te aanbidden behalve Allah, Die geen partner heeft. En ik getuig dat Moh'ammed Zijn dienaar en boodschapper is. Amma ba'd # (voorts) :
# Amma ba'd: een uitdrukking gebruikt voor het scheiden van een introductie en de hoofdonderwerpen in een toespraak. De introductie wordt gewoonlijk gewijd aan het prijzen en verheerlijken van Allah de Verhevene. Letterlijk betekent het “alles wat er na komt”. Het wordt meestal vertaald als ‘voorts'.
Het gebed is een fardh ‘ain, dat wil zeggen dat het een individuele verplichting is voor iedere moslim. Het gebed is de tweede zuil in de Islaam, na de geloofsgetuigenis, en de eerste praktische zuil. Het is ook de enige verplichting die Allah de Verhevene rechtstreeks aan de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft opgelegd. De overige geboden en verboden zijn via de engel Djibriel (vrede zij met hem) geopenbaard. Op de Dag des Oordeels is het gebed het eerste waar naar gekeken wordt, of dat in orde is. Het is dus zeer belangrijk om te weten hoe je het gebed goed moet verrichten.
Het gebed is de fakkel tussen de slaaf en zijn Meester. De verrichting van het gebed is een van de grootste, zo niet het grootste teken van geloof, de belangrijkste onder de vormen van aanbidding in de Islaam en de zekerste manier om Allah de Verhevene te danken voor Zijn onbegrensde gunsten.
Het gebed ontkennen is jezelf afscheiden van Allah, Glorieus en Verheven is Hij. Het is jezelf beroven van de Genade van Allah en je onthouden van Zijn Gunsten en van de overvloedige Goedheid en Edelmoedigheid.
Het oprechte gebed is een medicijn voor de ziekten in de harten der mensen en een tegengif voor de corruptie in de ziel. Het is het licht welke de duisternis verdrijft van zonden en kwaad. In een h'adieth overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) zegt de profeet Moh'ammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): "Kijk, als ieder van jullie een rivier voor de deur van zijn huis had stromen, waarin jullie vijf keer per dag zouden baden, zou er enig vuil bij jullie overblijven?" De metgezellen antwoordden: "Nee, niets van het vuil zou er achterblijven?" De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) antwoordde: "Dit is hetzelfde met de vijf gebeden waarbij Allah onze zonden wegwast." (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
Het niet bidden en ontkennen van de verplichting, wordt gezien als ongeloof en plaatst iemand buiten de Islaam. Djaabir (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei: “ Tussen een persoon en ongeloof staat het gebed. ” (Overgeleverd door Moeslim, Ah'mad, Aboe Daawoed, at-Tirmidzi en Ibn Maadjah.)
En Boeraydah (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft gezegd: "Ik hoorde de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zeggen: "De verplichting welke ons van hen scheidt is het gebed. Hij die er afstand van doet is een ongelovige geworden."
En van ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) is de overlevering dat op een dag, pratend over het gebed, de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei: "Voor degene die het gebed verricht, zal het een licht zijn, een bewijs en een verlossing op de Dag der Opstanding. Voor degene die het niet onderhouden heeft, is er geen licht, geen bewijs, geen oplossing en op de Dag der Opstanding is hij als Qaaroen, Fir'awn, Haman en Oebayy ibnoe Khalaf." (Overgeleverd door Ah'mad, at-Tabaraanie en Ibn H'ibbaan.)
We dienen dus zeer veel aandacht te schenken aan het gebed. Kennis over hoe het gebed correct verricht dient te worden is dus onontbeerlijk. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Bid zoals jullie mij hebben zien bidden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
Dit artikel is een samenvatting van het boek Sifat Salaat al-Nabi (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) min al-Takbier ila al-Tasliem ka annaka toeraahaa [beschrijving van het gebed van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem), van de takbier tot de tasliem, alsof je het ziet], geschreven door sheikh Moh'ammed Naasir al-Dien al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn), en is een omschrijving van het gebed van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zodat wij het gebed kunnen verrichten zoals de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) het verrichtte.
# Takbier: het zeggen van Allaahoe Akbar – Allah is de Grootste. Takbieratoe l-Ih'raam: de eerste takbier waarmee je het gebed begint.
# Tasliem: handeling waarmee het gebed wordt beëindigd; men draait het gezicht naar rechts en zegt: “As-Salamoe ‘Alykoem wa Rah'matoellaah – Vrede en Genade van Allah voor jou,” daarna draait men het gezicht naar links en herhaald de begroeting. Deze handeling wordt tasliem genoemd en het is een begroeting van de twee engelen - rechts en links - die onze daden opschrijven.
We verwijzen iedereen naar het boek Sifat Salaat al-Nabi (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) min al-Takbier ila al-Tasliem ka annaka toeraahaa voor uitgebreidere informatie en voor alle bewijzen van de hieronder genoemde stappen. Een Nederlandse vertaling van dit boek is uitgegeven door Uitgeverij el-Tawheed.
1 – Je wenden tot de richting van de Ka'bah
1) Wanneer je opstaat om te bidden, wend je dan naar de qiblah (gebedsrichting, de richting van de Ka'bah in Mekkah), waar je ook bent, in zowel de fardh (verplichte) als de naafil (vrijwillige) gebeden. Dit is een van de pilaren van het gebed, zonder is het gebed niet geldig.
2) De verplichting om je te wenden tot de qiblah geldt niet voor degene die bezig is met oorlogsvoering, wanneer hij het angstgebed (salaat al-khawf) bidt of wanneer hij verwikkeld is in een hevig gevecht. Het geldt ook niet voor degenen die niet in staat zijn om dit te doen, zoals degene die ziek is, of iemand die reist op een schip, in een auto of vliegtuig, als zij vrezen dat de tijd van het gebed voorbij zal gaan (voordat zij een plaats bereiken waar zij de juiste richting kunnen vinden). En het geldt ook niet voor degene die een naafil-gebed of witr-gebed verricht rijdend op een rijdier etc., maar het is moestah'ab (aanbevolen) voor hem om zich te keren tot de qiblah wanneer hij in staat is om dit te doen na het uitspreken van de takbier al-ih'raam (aan het begin van het gebed), vervolgens kan hij zich wenden tot elke richting die hij opgaat.
3) Iedereen die de Ka'bah kan zien moet zich er toe wenden; degenen die het niet kunnen zien dienen zich te wenden tot de richting van de Ka'bah.
Regelgeving betreffende het niet wenden tot de Ka'bah per vergissing:
4) Als een persoon niet richting de Ka'bah bidt vanwege wolken (waardoor hij de positie niet kan bepalen d.m.v. de positie van de zon) of enige andere reden, nadat hij zijn best heeft gedaan om de juiste richting te bepalen, zijn gebed is geldig en hij hoeft het niet te herhalen.
5) Als een betrouwbare persoon komt – terwijl hij aan het bidden is – en deze persoon vertelt hem de juiste richting, dan dient hij zich te haasten om die kant op te draaien, en zijn gebed is geldig.
2 – Qiyaam (staan tijdens het gebed)
6) Het is verplicht om staand te bidden. Dit is een pilaar (essentieel deel van het gebed), behalve voor degene die het angstgebed bidt of op momenten van felle gevechten, wanneer het toegestaan is om rijdend te bidden; voor degene die ziek is en niet in staat is om te staan, die dan zittend dient te bidden als hij daar toe in staat is, anders liggend op zijn zij; en degene die een naafil-gebed bidt, die rijdend kan bidden of zittend als hij wenst, en hij duidt de roekoe' (buiging) en soedjoed (knieling) aan met zijn hoofd. Degene die ziek is mag dit ook doen, en hij dient zijn soedjoed lager te maken dan zijn roekoe'.
7) Het is niet toegestaan voor iemand die zittend bidt om iets verhogend op de grond te plaatsen om er op te knielen. Hij dient zijn soedjoed lager te maken dan zijn roekoe' – zoals we al hebben vermeld – als hij niet in staat is om de grond rechtstreeks aan te raken met zijn voorhoofd.
Bidden aan boord van een schip of vliegtuig:
8) Het is toegestaan om fardh-gebeden te verrichten aan boord van een schip of vliegtuig.
9) Het is toegestaan om ze zittend te verrichten als men bang is om te vallen.
10) Het is toegestaan om te leunen op een pilaar of stok als men staat, als men oud is of zwak in het lichaam.
Het combineren van staan en zitten in het gebed:
11) Het is toegestaan om qiyaam al-layl (het nachtgebed) zonder excuus staand of zittend te bidden, of het beide te doen (de beloning is dan wel minder). Dus een persoon mag zittend bidden en reciteren, en net vóór het verrichten van roekoe' mag hij opstaan en de rest van de aayaat (verzen van de Qor-aan) staand reciteren, vervolgens de roekoe' en soedjoed verrichten en daarna kan hij hetzelfde doen in de tweede rak'ah [= één volledig deel van de salaat (het gebed), bestaande uit 1 x staan (qiyaam), 1 x buigen (roekoe-e) en 2 x knielen (sadjdah of soedjoed). De meervoudsvorm is raka'aat en de tweevoudsvorm is rak'atayn].
12) Als een persoon zittend bidt, dient hij te bidden in kleermakerszit of in welke positie hij comfortabel vindt.
Bidden met schoenen aan:
13) Het is toegestaan om blootsvoets te bidden, of te bidden met schoenen aan. [Aboe Dawoed leverde over van ‘Amr ibn Shoe'ayb dat zijn grootvader zei: “Ik zag de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) bidden zowel blootsvoets als met schoenen.” Dit is ook overgeleverd door Ibn Maajah. Men dient de schoenen wel te onderzoeken of er geen viezigheid op zit. ]
14) Het is beter om soms blootsvoets te bidden en soms met schoenen aan, volgens wat gemakkelijker is; men dient het niet moeilijk voor zichzelf te maken door schoenen aan te doen of om ze uit te trekken om te bidden. Als iemand blootsvoets is, dient hij blootsvoets te bidden en als hij schoenen aan heeft, dient hij te bidden met de schoenen aan, behalve wanneer er een reden is om dat niet te doen.
15) Als iemand zijn schoenen uit trekt, dan dient hij ze niet rechts van hem te plaatsen; hij dient ze eerder links van hem te plaatsen, als er niemand aan zijn linkerkant is, anders dient hij ze tussen zijn voeten te plaatsen. Er is een subtiele aanwijzing dat hij de schoenen niet voor zich moet plaatsen. Dit is de etiquette welke vele aanbidders negeren, dus zie je ze bidden tegenover hun schoenen! Dit is wat verhaald is in de sah'ieh' (authentieke) overleveringen van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem).
(Voor meer informatie over het bidden op matjes, met schoenen aan of blootsvoets, zie: - Bidden op een gebedskleedje en met schoenen aan.)
Bidden op de minbar (preekstoel):
16) Het is toegestaan voor de imaam om te bidden op een verhoogde plaats zoals de minbar, om de mensen te onderwijzen. Dus dient hij er op de staan om te bidden, dan de takbier te zeggen, Qor-aan te reciteren en de roekoe' te verrichten terwijl hij op die plaats is, vervolgens dient hij achterwaarts naar beneden te gaan zodat hij op de grond kan neerknielen bij het voetstuk van de minbar, daarna mag hij er weer naar terugkeren om hetzelfde te doen in de tweede rak'ah zoals hij in de eerste deed.
Het is verplicht om te bidden tegenover een soetrah en om er dicht bij te staan:
17) Het is verplicht om te bidden met een soetrah (afscheiding) voor je, er is geen verschil of dat in een moskee is of ergens anders, en of de moskee klein of groot is, vanwege de algemene betekenis van de h'adieth van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): “Bid niet behalve tegenover een soetrah, en laat niemand voor je door lopen, en als hij erop staat, bevecht hem dan, want hij heeft een metgezel (qarien) bij zich” – dat wil zeggen shaytaan (satan).
<<<Soetrah: de afscheiding (pilaar, muur, stok, stoel, tas etc.) die je voor je dient te hebben tijdens het gebed en die dient als een symbolische barrière tussen degene die bidt en de andere mensen die niet voor hem door mogen lopen.>>>
18) Het is verplicht om dicht bij de soetrah te staan, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) dit opdroeg.
19) Tussen de plaats waar de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) neerknielde en de muur, was er een ruimte nauwelijks groot genoeg voor een schaap om er te passeren. Wie dit doet is dicht genoeg (bij de soetrah) zoals dat vereist is. Ik zeg: van dit weten we dat wat mensen doen in alle moskeeën die ik gezien heb in Syrië en elders, door te bidden in het midden van de moskee, ver weg van de muur of pilaren, is niets anders dan veronachtzaming van het bevel en de handeling van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem).
Hoe hoog dient de soetrah te zijn?:
20) De soetrah dient ongeveer een of twee handbreedtes boven de grond te zijn, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gezegd heeft: “Als iemand van jullie iets voor zich plaatst zoals het stuk van de achterzijde van een zadel, dient hij te bidden en zich geen zorgen te maken over iemand die daar voor passeert.” Deze h'adieth duidt aan dat een lijn op de grond niet voldoende is, en de h'adieth die betreffende dit is overgeleverd is dha'ief (zwak).
21) Men dient recht tegenover de soetrah te staan, omdat dit de duidelijke betekenis is van het bevel om tegenover een soetrah te bidden. Een beetje naar rechts of links stappen zodat men niet recht tegenover de soetrah staat is niet correct.
22) Het is toegestaan om tegenover een stok, en dergelijke, stekend in de grond te bidden, of een boom, of een pilaar, of je vrouw die in haar bed ligt onder een deken, of een dier, zelfs als het een kameel is.
Verbod om te bidden richting graven:
23) Het is absoluut niet toegestaan om te bidden richting graven, ongeacht of het graven zijn van profeten of van anderen.
Verbod om voor iemand die aan het bidden is door te lopen, zelfs in al-Masdjid al-H'araam (in Mekkah):
24) Het is niet toegestaan om voor iemand te lopen die aan het bidden is als er een soetrah voor hem is (d.w.z., het is niet toegestaan om te lopen tussen hem en zijn soetrah). Er is geen verschil betreffende dit tussen al-Masdjid al-H'araam (de Heilige Moskee te Mekkah) en andere moskeeën, zij zijn allen hetzelfde betreffende dat dit (het lopen voor iemand die aan het bidden is) verboden is, vanwege de algemene betekenis van de woorden van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): “Als de persoon die voor iemand die aan het bidden is door loopt zou weten hoe groot de zonde daar van is, het staan (wachten) voor veertig (jaar) zou beter voor hem zijn dan het lopen voor degene die aan het bidden is.” Dit verwijst naar het lopen tussen hem en de plaats van zijn neerknieling. De h'adieth die spreekt over de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) toen hij bad in Haashiyat al-Mataaf zonder een soetrah en met mensen voor hem, is niet sah'ieh', ook al zegt het niet dat zij tussen hem en zijn plaats van neerknieling passeerden. Het is verplicht voor degenen die neerknielt om degene die voor hem door wil passeren tegen te houden, zelfs in al-Masdjid al-H'araam.
25) Het is niet toegestaan voor degene die bidt tegenover een soetrah om iemand voor hem door te laten passeren, vanwege de h'adieth die hierboven is geciteerd: “…laat niemand voor je door lopen…” En omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gezegd heeft: “Als iemand van jullie aan het bidden is tegenover iets wat een soetrah is tussen hem en de mensen, en iemand wil voor hem door passeren, dan dient hij hem in de bovenborst te duwen en hem zo veel als hij kan af te weren.” Volgens een andere overlevering: “…hij dient hem twee keer tegen te houden, maar als hij volhoudt dan dient hij hem te bevechten, want hij is een duivel.”
Het naar voren stappen om te voorkomen dat iemand voor hem door passeert:
26) Het is voor een persoon toegestaan om een of twee stappen naar voren te zetten om te voorkomen dat iemand die niet verantwoordelijk is, zoals een dier of een klein kind, voor hem door passeert en om er voor te zorgen dat hij achter hem door passeert.
Wat verbreekt het gebed?:
27) De soetrah is zo belangrijk voor het gebed dat het voorkomt dat het gebed van een persoon ongeldig gemaakt wordt als iemand voor hem door passeert. Dit is in contrast met degene die geen soetrah gebruikt, wiens gebed wordt verbroken als er een volwassen vrouw, een ezel of een zwarte hond voor hem door passeert.
3 – Niyyah (intentie)
28) De aanbidder dient de intentie te hebben om het gebed te bidden waar voor hij staat. Hij dient de intentie in zijn hart te hebben om een bepaald gebed te verrichten, zoals de fardh (het verplichte gebed) van dhzohr of van de ‘asr, of de soennah (vrijwillige gebeden) van die gebeden. Dit is een voorwaarde of pilaar (essentieel deel) van het gebed, maar het mondeling uitspreken van de intentie is een bid'ah (innovatie) wat tegen de Soennah in gaat en wat niet voorgesteld werd door een van de imaams die volgden.
4 – Takbier
29) Vervolgens dient men het gebed te beginnen door te zeggen: “Allaahoe Akbar (Allah is de Grootste).” Dit is een essentieel deel van het gebed, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “De sleutel tot het gebed is jezelf reinigen (woedoe-e), het wordt binnengegaan met takbier (het zeggen van Allaahoe Akbar) en beëindigd met tasliem (het zeggen van as-salaamoe ‘alaykoem),” d.w.z., wanneer je eenmaal de takbier hebt uitgesproken, zijn bepaalde dingen verboden en dit verbod eindigt wanneer je de tasliem uitspreekt.
30) Men dient de stem niet te verheffen tijdens het zeggen van de takbier in alle gebeden, tenzij men optreedt als een imaam (gebedsvoorganger).
31) Het is toegestaan voor de moe'adzdzin [degene die de adzaan (oproep tot het gebed) luid verricht om de mensen op te roepen om naar de masdjid (moskee) te komen om gezamenlijk de salaat (het gebed) te verrichten] om de takbier van de imaam aan de mensen duidelijk te maken (door het hardop te herhalen) als daar behoefte aan is, zoals wanneer de imaam ziek is of als zijn stem zwak is of omdat er veel mensen achter hem bidden.
32) Degene die de imaam volgt, dient de takbier niet te zeggen voordat de imaam klaar is met het uitspreken van de takbier.
Het opheffen van de handen – hoe dit gedaan dient te worden:
33) Men dient de handen op te heffen tijdens het uitspreken van de takbier, of ervoor of erna. Dit alles wordt bewezen in de Soennah.
34) Men dient de handen op te heffen met de vingers uitgestrekt.
35) Men dient ze op te heffen op gelijke hoogte met de schouders, het is ook toegestaan om ze op te heffen tot gelijke hoogte met de oorlellen. Ik zeg: met betrekking tot het aanraken van de oorlellen met de duimen is er geen basis in de Soennah, het heeft volgens mijn opvatting eerder te maken met waswaas (influisteringen van shaytaan).
........
[Stand van de voeten: de voeten dienen ongeveer onder de schouders geplaatst te worden, niet te dicht bij elkaar en niet te ver uit elkaar. De tenen dienen richting de qiblah te wijzen. – AY]
Het plaatsen van de handen – hoe dit gedaan dient te worden:
36) Vervolgens dient men de rechterhand op de linkerhand te plaatsen, onmiddellijk na de takbier. Dit is de manier van de profeten (vrede zij met hen), en dit is wat de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zijn metgezellen oplegde. Het is niet toegestaan om de armen langs het lichaam te laten hangen (tenzij dit niet anders kan, door ziekte b.v.).
37) De rechterhand dient geplaatst te worden op de rug van de linker hand, pols of (de helft van de) onderarm.
....
....
38) Men kan de linkerhand vastpakken met de rechterhand. Het combineren van het plaatsen en vastpakken, waar sommige latere geleerden de voorkeur aangaven, heeft geen basis.
Waar dienen de handen geplaatst te worden?:
39) De handen dienen alleen op de borst geplaatst te worden; er is geen verschil tussen mannen en vrouwen betreffende dit. Ik zeg: ze ergens anders dan op de borst plaatsen is dha'ief (zwak) of heeft geen basis.
40) Het is niet toegestaan om de rechterhand op de taille te plaatsen.
Nederigheid en het kijken naar de plek van neerknieling:
41) De gelovige dient nederig te zijn in zijn gebed en dient alles te vermijden dat hem daarvan kan afleiden, zoals versieringen en decoraties. Hij dient niet te bidden wanneer er eten is dat hij lust, of wanneer hij moet urineren of ontlasting moet hebben. (Het is ook niet toegestaan om een windje te onderdrukken.)
42) Terwijl men staat, dient men te kijken naar de plek waar men zal neerknielen.
43) Men dient niet naar rechts of naar links te kijken, omdat het kijken naar hier en daar het wegrukken is waardoor shaytaan van het gebed van de dienaar steelt (d.w.z. de beloning van het gebed vermindert).
44) Het is niet toegestaan om omhoog te kijken naar de lucht.
Doe'aa-e al-Istiftaah (openingssmeekbede aan het begin van het gebed):
45) Vervolgens dient men het gebed te beginnen met enkele van de smeekbeden welke van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zijn overgeleverd. Er zijn er velen van, de meest bekende hiervan is: “Soebh'aanaka Allaahoemma wa bih'amdika, wa tabaaraka ismoeka wa ta'aala djaddoeka, wa laa ilaaha ghayroeka (glorieus bent U, O Allah, en U komt lof toe en gezegend is Uw Naam en verheven Uw Majesteit en buiten U is er niets of niemand het waard om aanbeden te worden).” Het bevel om dit te doen is bewezen dus dienen we ons er aan te houden. Eenieder die de andere smeekbeden wil zien kan kijken in mijn boek Sifat al-Salaah. (Er worden er ook enkele genoemd in "De Citadel van de Moslim", uitgegeven door Uitgeverij Momtazah.)
5 – Recitatie van de Qor-aan (Koran)
46) Vervolgens dient met toevlucht te zoeken bij Allah – dit is verplicht, en men zondigt als men het nalaat.
47) De Soennah is om te zeggen: “A'oedzoe billaahi min al-shaytaan il-radjiem, min hamzihi wa nafkhihi wa nafathihi (ik zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan, tegen zijn dwaasheid, zijn arrogantie en zijn poëzie).” Poëzie verwijst hier naar de laakbare vormen van poëzie.
48) Men kan ook zeggen: “A'oedzoe billaah il-Samie' il-A'liem min al-shaytaan… (ik zoek toevlucht bij Allah, de Alhorende, de Alwetende, tegen de satan…).”
49) Vervolgens dient men zachtjes te zeggen – of het gebed nu luid wordt verricht of zachtjes: “Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem (in de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle).”
Het reciteren van al-Faatih'ah:
50) Dan dient men Soerat al-Faatih'ah (de eerste soerah van de Qor-aan) volledig te reciteren, inclusief de Basmalah (Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem). Dit is een essentieel onderdeel van het gebed, zonder Soerat al-Faatih'ah is het gebed niet geldig. Degenen die geen Arabisch spreken moeten toch deze soerah onthouden.
51) Degenen die het niet uit het hoofd kunnen leren, dienen te zeggen: “Soebh'aan Allaah, wa'l-h'amdoe-Lillaah, wa laa ilaaha ill-Allaah, wa Allaahoe akbar, wa laa hawla wa laa qoewwata illa Billaah (Glorieus is Allah, en alle lof is voor Allah, er is geen god behalve Allah, Allah is de Grootste, en er is geen kracht noch macht behalve bij Allah).”
52) De Soennah is om het vers voor vers te reciteren en om te pauzeren aan het begin van elke nieuwe aayah. Men dient dus te zeggen: “Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem (in de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle),” dan even pauzeren, vervolgens zegt men: “Al-H'amdoe Lillaahi Rabb il-‘Aalamien (alle lof is voor Allah, de Heer van de ‘Aalamien: mensheid, djinn en alles wat bestaat), dan even pauzeren. Daarna zegt men: “Ar-Rah'maan ir-Rah'iem (de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle),” dan even pauzeren… enzovoort, tot het einde van de soerah.
Dit is hoe de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) de hele soerah reciteerde, pauzerend aan het eind van elke aayah en niet enkele Verzen achter elkaar, zelfs al is er een logisch verloop van de betekenis.
[Van de vertaler: besef dat Allah de Verhevene antwoordt op je gebed. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Allah, de Glorieuze en Verhevene, zei: “Ik heb het gebed tussen Mijzelf en Mijn dienaar gedeeld in twee delen en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.” Als de dienaar zegt: ‘Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij geprezen.' Wanneer de dienaar zegt: ‘De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij Verheerlijkt.' Als de dienaar zegt: ‘Heerser op de Dag des Oordeels,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij Verheven.' Wanneer de dienaar zegt: ‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp,' dan zegt Allah: ‘Dit is tussen Mij en Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.' Wanneer de dienaar zegt: ‘Leid ons op het rechte Pad, het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken, niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden,' dan zegt Allah: ‘Dit alles is voor Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft'.” (Sah'ieh' Moeslim, Kietaab as-Salaah, Baab woedjoeb qiraa-at al-Faatih'ah fi koellie rak'ah.) (De blauwe woorden zijn de Nederlandstalige interpretatie van de betekenis van Soerat al-Faatih'ah.)
Dit is een geweldige en belangrijke h'adieth. Als iemand dit in gedachte houdt als hij aan het bidden is, verkrijgt hij een immense khoeshoo' (concentratie, nederigheid) en al-Faatih'ah zal een grote invloed op hem hebben. Hoe kan het ook anders, wanneer hij voelt dat zijn Heer hem toespreekt en hem geeft wat hij vraagt?
Dit “gesprek” met Allah de Almachtige moet gerespecteerd worden overeenstemmend met de juiste waarde. De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Wanneer iemand van jullie staat te bidden, is hij in conversatie met zijn Heer, dus laat hem aandacht schenken hoe hij tot Hem spreekt.” (Al-H'aakiem, al-Moestadrak, 1/236; Sah'ieh' al-Djaami', 1538.) – AY]
53) Het is toegestaan om het te lezen als Maaliki Yawm id-Dien of Maliki Yawm id-Dien.
Hoe degene die achter een imaam bidt het dient te reciteren:
54) Degene die achter een imaam bidt, dient het achter de imaam te reciteren in de gebeden waar de Qor-aan zachtjes wordt gereciteerd en in gebeden waar het hardop gereciteerd wordt, als hij de recitatie van de imaam niet kan horen, of als hij pauzeert nadat hij het volledig gereciteerd heeft zodat degenen die achter hem bidden het kunnen reciteren. Wij denken dat deze pauze niet bewezen is in de Soennah. Ik zeg dat ik het bewijs genoemd heb van degenen die denken dat deze pauze toegestaan is en de weerlegging van dat bewijs, in Silsilat al-Ah'aadieth al-Dha'iefah, nr. 546, 547, deel 2, p. 24-26, Dar al-Ma'aarif editie.
Recitatie na al-Faatih'ah:
55) Het is Soennah om – na al-Faatih'ah – een andere soerah te reciteren, zelfs in Salaat al-Djanaazah (het begrafenisgebed), of enkele aayaat, in de eerste twee rak'ahs.
56) De recitatie kan soms lang gemaakt worden en soms kort, vanwege redenen zoals reizen, hoesten, ziekte of het huilen van een baby.
57) De recitatie varieert volgens de gebeden. De recitatie in het fadjr-gebed is langer dan in al de andere gebeden. De volgende in lengte is dhzohr, dan ‘asr, dan ‘ishaa-e, dan maghrib, meestal.
58) De recitatie in het nachtgebed (qiyaam al-layl) is langer dan al deze gebeden.
59) De Soennah is om de recitatie in de eerste rak'ah langer te maken dan in de tweede.
60) Men dient de recitatie in de laatste twee korter te maken dan in de eerste twee rak'ahs, ongeveer de helft. Als u meer details wenst over dit onderwerp, zie Sifat al-Salaah p. 102 (Arabisch origineel).
Reciteren van al-Faatih'ah in elke rak'ah:
61) Het is verplicht om al-Faatih'ah te reciteren in elke rak'ah.
62) Het is Soennah om ook in de laatste twee rak'ahs er aan toe te voegen.
63) Het is niet toegestaan voor de imaam om zijn recitatie langer te maken dan wat voorgeschreven is in de Soennah, omdat dit moeilijk kan zijn voor degenen die achter hem bidden, zoals de ouderen en zieken, of verzorgende moeders, of degenen die andere dingen [b.v. werk] te doen hebben.
Hardop reciteren en zachtjes reciteren:
64) Qor-aan dient hardop gereciteerd te worden in fadjr en djoemoe'ah (vrijdag) gebeden, ‘eid (feest) gebeden, gebeden voor regen (istisqaa-e), gebeden ten tijde van een zonsverduistering (koesoef) en in de eerste twee rak'ahs van maghrib en ‘ishaa-e.
Men dient zachtjes te reciteren in dhzohr en ‘asr, in de derde rak'ah van de maghrib en de laatste twee rak'ahs van ‘ishaa-e.
65) Het is toegestaan voor de imaam om soms een aayah hoorbaar te maken in de gebeden waar recitatie zachtjes gedaan moet worden.
66) In witr en qiyaam al-layl dient men soms zachtjes te reciteren en soms hardop, en men dient gematigd te zijn met het verheffen van de stem.
Tartiel – reciteren met een gematigd tempo:
67) De Soennah is om de Qor-aan met een gematigd tempo te reciteren, niet snel en gehaast. De Qor-aan dient gereciteerd te worden op een manier waardoor elke letter goed onderscheiden kan worden, en de Qor-aan dient men te verfraaien met de stem. Men dient de algemene regels van de geleerden van tadjwied [recitatieregels van de Qor-aan] in acht te nemen en men dient de Qor-aan niet te reciteren op de geïnnoveerde manier van zangers of volgens de regels van muziek.
Het herinneren van de imaam:
68) Het is voorgeschreven voor degene die achter de imaam bidt om de imaam voor te zeggen wanneer hij twijfelt in zijn recitatie [of te corrigeren wanneer hij een fout maakt – AY].
Talkhies Sifat Salaat al-Nabi (sallallaahoe ‘alaihie wa-sallam)
min al-Takbier ila al-Tasliem, ka annaka toeraahaa
min al-Takbier ila al-Tasliem, ka annaka toeraahaa
Geschreven door: sheikh Moh'ammed Naasir al-Dien al-Albaanie
Vertaald en bewerkt door: Aboe Yoesoef
Vertaald en bewerkt door: Aboe Yoesoef
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof is voor Allah, wij prijzen Hem, wij zoeken Zijn hulp, wij zoeken Zijn vergeving en wij zoeken Zijn leiding. Wij zoeken toevlucht bij Allah tegen het kwaad in onze zielen en het kwaad van onze daden. Want eenieder die Allah leidt, er is niemand die hem kan laten dwalen. En eenieder die Hij laat dwalen, er is niemand die hem kan leiden. Ik getuig dat er niemand waardig is om te aanbidden behalve Allah, Die geen partner heeft. En ik getuig dat Moh'ammed Zijn dienaar en boodschapper is. Amma ba'd # (voorts) :
# Amma ba'd: een uitdrukking gebruikt voor het scheiden van een introductie en de hoofdonderwerpen in een toespraak. De introductie wordt gewoonlijk gewijd aan het prijzen en verheerlijken van Allah de Verhevene. Letterlijk betekent het “alles wat er na komt”. Het wordt meestal vertaald als ‘voorts'.
Het gebed is een fardh ‘ain, dat wil zeggen dat het een individuele verplichting is voor iedere moslim. Het gebed is de tweede zuil in de Islaam, na de geloofsgetuigenis, en de eerste praktische zuil. Het is ook de enige verplichting die Allah de Verhevene rechtstreeks aan de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft opgelegd. De overige geboden en verboden zijn via de engel Djibriel (vrede zij met hem) geopenbaard. Op de Dag des Oordeels is het gebed het eerste waar naar gekeken wordt, of dat in orde is. Het is dus zeer belangrijk om te weten hoe je het gebed goed moet verrichten.
Het gebed is de fakkel tussen de slaaf en zijn Meester. De verrichting van het gebed is een van de grootste, zo niet het grootste teken van geloof, de belangrijkste onder de vormen van aanbidding in de Islaam en de zekerste manier om Allah de Verhevene te danken voor Zijn onbegrensde gunsten.
Het gebed ontkennen is jezelf afscheiden van Allah, Glorieus en Verheven is Hij. Het is jezelf beroven van de Genade van Allah en je onthouden van Zijn Gunsten en van de overvloedige Goedheid en Edelmoedigheid.
Het oprechte gebed is een medicijn voor de ziekten in de harten der mensen en een tegengif voor de corruptie in de ziel. Het is het licht welke de duisternis verdrijft van zonden en kwaad. In een h'adieth overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) zegt de profeet Moh'ammed (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): "Kijk, als ieder van jullie een rivier voor de deur van zijn huis had stromen, waarin jullie vijf keer per dag zouden baden, zou er enig vuil bij jullie overblijven?" De metgezellen antwoordden: "Nee, niets van het vuil zou er achterblijven?" De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) antwoordde: "Dit is hetzelfde met de vijf gebeden waarbij Allah onze zonden wegwast." (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
Het niet bidden en ontkennen van de verplichting, wordt gezien als ongeloof en plaatst iemand buiten de Islaam. Djaabir (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei: “ Tussen een persoon en ongeloof staat het gebed. ” (Overgeleverd door Moeslim, Ah'mad, Aboe Daawoed, at-Tirmidzi en Ibn Maadjah.)
En Boeraydah (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft gezegd: "Ik hoorde de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zeggen: "De verplichting welke ons van hen scheidt is het gebed. Hij die er afstand van doet is een ongelovige geworden."
En van ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) is de overlevering dat op een dag, pratend over het gebed, de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zei: "Voor degene die het gebed verricht, zal het een licht zijn, een bewijs en een verlossing op de Dag der Opstanding. Voor degene die het niet onderhouden heeft, is er geen licht, geen bewijs, geen oplossing en op de Dag der Opstanding is hij als Qaaroen, Fir'awn, Haman en Oebayy ibnoe Khalaf." (Overgeleverd door Ah'mad, at-Tabaraanie en Ibn H'ibbaan.)
We dienen dus zeer veel aandacht te schenken aan het gebed. Kennis over hoe het gebed correct verricht dient te worden is dus onontbeerlijk. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Bid zoals jullie mij hebben zien bidden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
Dit artikel is een samenvatting van het boek Sifat Salaat al-Nabi (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) min al-Takbier ila al-Tasliem ka annaka toeraahaa [beschrijving van het gebed van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem), van de takbier tot de tasliem, alsof je het ziet], geschreven door sheikh Moh'ammed Naasir al-Dien al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn), en is een omschrijving van het gebed van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zodat wij het gebed kunnen verrichten zoals de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) het verrichtte.
# Takbier: het zeggen van Allaahoe Akbar – Allah is de Grootste. Takbieratoe l-Ih'raam: de eerste takbier waarmee je het gebed begint.
# Tasliem: handeling waarmee het gebed wordt beëindigd; men draait het gezicht naar rechts en zegt: “As-Salamoe ‘Alykoem wa Rah'matoellaah – Vrede en Genade van Allah voor jou,” daarna draait men het gezicht naar links en herhaald de begroeting. Deze handeling wordt tasliem genoemd en het is een begroeting van de twee engelen - rechts en links - die onze daden opschrijven.
We verwijzen iedereen naar het boek Sifat Salaat al-Nabi (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) min al-Takbier ila al-Tasliem ka annaka toeraahaa voor uitgebreidere informatie en voor alle bewijzen van de hieronder genoemde stappen. Een Nederlandse vertaling van dit boek is uitgegeven door Uitgeverij el-Tawheed.
1 – Je wenden tot de richting van de Ka'bah
1) Wanneer je opstaat om te bidden, wend je dan naar de qiblah (gebedsrichting, de richting van de Ka'bah in Mekkah), waar je ook bent, in zowel de fardh (verplichte) als de naafil (vrijwillige) gebeden. Dit is een van de pilaren van het gebed, zonder is het gebed niet geldig.
2) De verplichting om je te wenden tot de qiblah geldt niet voor degene die bezig is met oorlogsvoering, wanneer hij het angstgebed (salaat al-khawf) bidt of wanneer hij verwikkeld is in een hevig gevecht. Het geldt ook niet voor degenen die niet in staat zijn om dit te doen, zoals degene die ziek is, of iemand die reist op een schip, in een auto of vliegtuig, als zij vrezen dat de tijd van het gebed voorbij zal gaan (voordat zij een plaats bereiken waar zij de juiste richting kunnen vinden). En het geldt ook niet voor degene die een naafil-gebed of witr-gebed verricht rijdend op een rijdier etc., maar het is moestah'ab (aanbevolen) voor hem om zich te keren tot de qiblah wanneer hij in staat is om dit te doen na het uitspreken van de takbier al-ih'raam (aan het begin van het gebed), vervolgens kan hij zich wenden tot elke richting die hij opgaat.
3) Iedereen die de Ka'bah kan zien moet zich er toe wenden; degenen die het niet kunnen zien dienen zich te wenden tot de richting van de Ka'bah.
Regelgeving betreffende het niet wenden tot de Ka'bah per vergissing:
4) Als een persoon niet richting de Ka'bah bidt vanwege wolken (waardoor hij de positie niet kan bepalen d.m.v. de positie van de zon) of enige andere reden, nadat hij zijn best heeft gedaan om de juiste richting te bepalen, zijn gebed is geldig en hij hoeft het niet te herhalen.
5) Als een betrouwbare persoon komt – terwijl hij aan het bidden is – en deze persoon vertelt hem de juiste richting, dan dient hij zich te haasten om die kant op te draaien, en zijn gebed is geldig.
2 – Qiyaam (staan tijdens het gebed)
6) Het is verplicht om staand te bidden. Dit is een pilaar (essentieel deel van het gebed), behalve voor degene die het angstgebed bidt of op momenten van felle gevechten, wanneer het toegestaan is om rijdend te bidden; voor degene die ziek is en niet in staat is om te staan, die dan zittend dient te bidden als hij daar toe in staat is, anders liggend op zijn zij; en degene die een naafil-gebed bidt, die rijdend kan bidden of zittend als hij wenst, en hij duidt de roekoe' (buiging) en soedjoed (knieling) aan met zijn hoofd. Degene die ziek is mag dit ook doen, en hij dient zijn soedjoed lager te maken dan zijn roekoe'.
7) Het is niet toegestaan voor iemand die zittend bidt om iets verhogend op de grond te plaatsen om er op te knielen. Hij dient zijn soedjoed lager te maken dan zijn roekoe' – zoals we al hebben vermeld – als hij niet in staat is om de grond rechtstreeks aan te raken met zijn voorhoofd.
Bidden aan boord van een schip of vliegtuig:
8) Het is toegestaan om fardh-gebeden te verrichten aan boord van een schip of vliegtuig.
9) Het is toegestaan om ze zittend te verrichten als men bang is om te vallen.
10) Het is toegestaan om te leunen op een pilaar of stok als men staat, als men oud is of zwak in het lichaam.
Het combineren van staan en zitten in het gebed:
11) Het is toegestaan om qiyaam al-layl (het nachtgebed) zonder excuus staand of zittend te bidden, of het beide te doen (de beloning is dan wel minder). Dus een persoon mag zittend bidden en reciteren, en net vóór het verrichten van roekoe' mag hij opstaan en de rest van de aayaat (verzen van de Qor-aan) staand reciteren, vervolgens de roekoe' en soedjoed verrichten en daarna kan hij hetzelfde doen in de tweede rak'ah [= één volledig deel van de salaat (het gebed), bestaande uit 1 x staan (qiyaam), 1 x buigen (roekoe-e) en 2 x knielen (sadjdah of soedjoed). De meervoudsvorm is raka'aat en de tweevoudsvorm is rak'atayn].
12) Als een persoon zittend bidt, dient hij te bidden in kleermakerszit of in welke positie hij comfortabel vindt.
Bidden met schoenen aan:
13) Het is toegestaan om blootsvoets te bidden, of te bidden met schoenen aan. [Aboe Dawoed leverde over van ‘Amr ibn Shoe'ayb dat zijn grootvader zei: “Ik zag de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) bidden zowel blootsvoets als met schoenen.” Dit is ook overgeleverd door Ibn Maajah. Men dient de schoenen wel te onderzoeken of er geen viezigheid op zit. ]
14) Het is beter om soms blootsvoets te bidden en soms met schoenen aan, volgens wat gemakkelijker is; men dient het niet moeilijk voor zichzelf te maken door schoenen aan te doen of om ze uit te trekken om te bidden. Als iemand blootsvoets is, dient hij blootsvoets te bidden en als hij schoenen aan heeft, dient hij te bidden met de schoenen aan, behalve wanneer er een reden is om dat niet te doen.
15) Als iemand zijn schoenen uit trekt, dan dient hij ze niet rechts van hem te plaatsen; hij dient ze eerder links van hem te plaatsen, als er niemand aan zijn linkerkant is, anders dient hij ze tussen zijn voeten te plaatsen. Er is een subtiele aanwijzing dat hij de schoenen niet voor zich moet plaatsen. Dit is de etiquette welke vele aanbidders negeren, dus zie je ze bidden tegenover hun schoenen! Dit is wat verhaald is in de sah'ieh' (authentieke) overleveringen van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem).
(Voor meer informatie over het bidden op matjes, met schoenen aan of blootsvoets, zie: - Bidden op een gebedskleedje en met schoenen aan.)
Bidden op de minbar (preekstoel):
16) Het is toegestaan voor de imaam om te bidden op een verhoogde plaats zoals de minbar, om de mensen te onderwijzen. Dus dient hij er op de staan om te bidden, dan de takbier te zeggen, Qor-aan te reciteren en de roekoe' te verrichten terwijl hij op die plaats is, vervolgens dient hij achterwaarts naar beneden te gaan zodat hij op de grond kan neerknielen bij het voetstuk van de minbar, daarna mag hij er weer naar terugkeren om hetzelfde te doen in de tweede rak'ah zoals hij in de eerste deed.
Het is verplicht om te bidden tegenover een soetrah en om er dicht bij te staan:
17) Het is verplicht om te bidden met een soetrah (afscheiding) voor je, er is geen verschil of dat in een moskee is of ergens anders, en of de moskee klein of groot is, vanwege de algemene betekenis van de h'adieth van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): “Bid niet behalve tegenover een soetrah, en laat niemand voor je door lopen, en als hij erop staat, bevecht hem dan, want hij heeft een metgezel (qarien) bij zich” – dat wil zeggen shaytaan (satan).
<<<Soetrah: de afscheiding (pilaar, muur, stok, stoel, tas etc.) die je voor je dient te hebben tijdens het gebed en die dient als een symbolische barrière tussen degene die bidt en de andere mensen die niet voor hem door mogen lopen.>>>
18) Het is verplicht om dicht bij de soetrah te staan, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) dit opdroeg.
19) Tussen de plaats waar de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) neerknielde en de muur, was er een ruimte nauwelijks groot genoeg voor een schaap om er te passeren. Wie dit doet is dicht genoeg (bij de soetrah) zoals dat vereist is. Ik zeg: van dit weten we dat wat mensen doen in alle moskeeën die ik gezien heb in Syrië en elders, door te bidden in het midden van de moskee, ver weg van de muur of pilaren, is niets anders dan veronachtzaming van het bevel en de handeling van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem).
Hoe hoog dient de soetrah te zijn?:
20) De soetrah dient ongeveer een of twee handbreedtes boven de grond te zijn, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gezegd heeft: “Als iemand van jullie iets voor zich plaatst zoals het stuk van de achterzijde van een zadel, dient hij te bidden en zich geen zorgen te maken over iemand die daar voor passeert.” Deze h'adieth duidt aan dat een lijn op de grond niet voldoende is, en de h'adieth die betreffende dit is overgeleverd is dha'ief (zwak).
21) Men dient recht tegenover de soetrah te staan, omdat dit de duidelijke betekenis is van het bevel om tegenover een soetrah te bidden. Een beetje naar rechts of links stappen zodat men niet recht tegenover de soetrah staat is niet correct.
22) Het is toegestaan om tegenover een stok, en dergelijke, stekend in de grond te bidden, of een boom, of een pilaar, of je vrouw die in haar bed ligt onder een deken, of een dier, zelfs als het een kameel is.
Verbod om te bidden richting graven:
23) Het is absoluut niet toegestaan om te bidden richting graven, ongeacht of het graven zijn van profeten of van anderen.
Verbod om voor iemand die aan het bidden is door te lopen, zelfs in al-Masdjid al-H'araam (in Mekkah):
24) Het is niet toegestaan om voor iemand te lopen die aan het bidden is als er een soetrah voor hem is (d.w.z., het is niet toegestaan om te lopen tussen hem en zijn soetrah). Er is geen verschil betreffende dit tussen al-Masdjid al-H'araam (de Heilige Moskee te Mekkah) en andere moskeeën, zij zijn allen hetzelfde betreffende dat dit (het lopen voor iemand die aan het bidden is) verboden is, vanwege de algemene betekenis van de woorden van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem): “Als de persoon die voor iemand die aan het bidden is door loopt zou weten hoe groot de zonde daar van is, het staan (wachten) voor veertig (jaar) zou beter voor hem zijn dan het lopen voor degene die aan het bidden is.” Dit verwijst naar het lopen tussen hem en de plaats van zijn neerknieling. De h'adieth die spreekt over de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) toen hij bad in Haashiyat al-Mataaf zonder een soetrah en met mensen voor hem, is niet sah'ieh', ook al zegt het niet dat zij tussen hem en zijn plaats van neerknieling passeerden. Het is verplicht voor degenen die neerknielt om degene die voor hem door wil passeren tegen te houden, zelfs in al-Masdjid al-H'araam.
25) Het is niet toegestaan voor degene die bidt tegenover een soetrah om iemand voor hem door te laten passeren, vanwege de h'adieth die hierboven is geciteerd: “…laat niemand voor je door lopen…” En omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) gezegd heeft: “Als iemand van jullie aan het bidden is tegenover iets wat een soetrah is tussen hem en de mensen, en iemand wil voor hem door passeren, dan dient hij hem in de bovenborst te duwen en hem zo veel als hij kan af te weren.” Volgens een andere overlevering: “…hij dient hem twee keer tegen te houden, maar als hij volhoudt dan dient hij hem te bevechten, want hij is een duivel.”
Het naar voren stappen om te voorkomen dat iemand voor hem door passeert:
26) Het is voor een persoon toegestaan om een of twee stappen naar voren te zetten om te voorkomen dat iemand die niet verantwoordelijk is, zoals een dier of een klein kind, voor hem door passeert en om er voor te zorgen dat hij achter hem door passeert.
Wat verbreekt het gebed?:
27) De soetrah is zo belangrijk voor het gebed dat het voorkomt dat het gebed van een persoon ongeldig gemaakt wordt als iemand voor hem door passeert. Dit is in contrast met degene die geen soetrah gebruikt, wiens gebed wordt verbroken als er een volwassen vrouw, een ezel of een zwarte hond voor hem door passeert.
3 – Niyyah (intentie)
28) De aanbidder dient de intentie te hebben om het gebed te bidden waar voor hij staat. Hij dient de intentie in zijn hart te hebben om een bepaald gebed te verrichten, zoals de fardh (het verplichte gebed) van dhzohr of van de ‘asr, of de soennah (vrijwillige gebeden) van die gebeden. Dit is een voorwaarde of pilaar (essentieel deel) van het gebed, maar het mondeling uitspreken van de intentie is een bid'ah (innovatie) wat tegen de Soennah in gaat en wat niet voorgesteld werd door een van de imaams die volgden.
4 – Takbier
29) Vervolgens dient men het gebed te beginnen door te zeggen: “Allaahoe Akbar (Allah is de Grootste).” Dit is een essentieel deel van het gebed, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “De sleutel tot het gebed is jezelf reinigen (woedoe-e), het wordt binnengegaan met takbier (het zeggen van Allaahoe Akbar) en beëindigd met tasliem (het zeggen van as-salaamoe ‘alaykoem),” d.w.z., wanneer je eenmaal de takbier hebt uitgesproken, zijn bepaalde dingen verboden en dit verbod eindigt wanneer je de tasliem uitspreekt.
30) Men dient de stem niet te verheffen tijdens het zeggen van de takbier in alle gebeden, tenzij men optreedt als een imaam (gebedsvoorganger).
31) Het is toegestaan voor de moe'adzdzin [degene die de adzaan (oproep tot het gebed) luid verricht om de mensen op te roepen om naar de masdjid (moskee) te komen om gezamenlijk de salaat (het gebed) te verrichten] om de takbier van de imaam aan de mensen duidelijk te maken (door het hardop te herhalen) als daar behoefte aan is, zoals wanneer de imaam ziek is of als zijn stem zwak is of omdat er veel mensen achter hem bidden.
32) Degene die de imaam volgt, dient de takbier niet te zeggen voordat de imaam klaar is met het uitspreken van de takbier.
Het opheffen van de handen – hoe dit gedaan dient te worden:
33) Men dient de handen op te heffen tijdens het uitspreken van de takbier, of ervoor of erna. Dit alles wordt bewezen in de Soennah.
34) Men dient de handen op te heffen met de vingers uitgestrekt.
35) Men dient ze op te heffen op gelijke hoogte met de schouders, het is ook toegestaan om ze op te heffen tot gelijke hoogte met de oorlellen. Ik zeg: met betrekking tot het aanraken van de oorlellen met de duimen is er geen basis in de Soennah, het heeft volgens mijn opvatting eerder te maken met waswaas (influisteringen van shaytaan).
[Stand van de voeten: de voeten dienen ongeveer onder de schouders geplaatst te worden, niet te dicht bij elkaar en niet te ver uit elkaar. De tenen dienen richting de qiblah te wijzen. – AY]
Het plaatsen van de handen – hoe dit gedaan dient te worden:
36) Vervolgens dient men de rechterhand op de linkerhand te plaatsen, onmiddellijk na de takbier. Dit is de manier van de profeten (vrede zij met hen), en dit is wat de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zijn metgezellen oplegde. Het is niet toegestaan om de armen langs het lichaam te laten hangen (tenzij dit niet anders kan, door ziekte b.v.).
37) De rechterhand dient geplaatst te worden op de rug van de linker hand, pols of (de helft van de) onderarm.
38) Men kan de linkerhand vastpakken met de rechterhand. Het combineren van het plaatsen en vastpakken, waar sommige latere geleerden de voorkeur aangaven, heeft geen basis.
Waar dienen de handen geplaatst te worden?:
39) De handen dienen alleen op de borst geplaatst te worden; er is geen verschil tussen mannen en vrouwen betreffende dit. Ik zeg: ze ergens anders dan op de borst plaatsen is dha'ief (zwak) of heeft geen basis.
40) Het is niet toegestaan om de rechterhand op de taille te plaatsen.
Nederigheid en het kijken naar de plek van neerknieling:
41) De gelovige dient nederig te zijn in zijn gebed en dient alles te vermijden dat hem daarvan kan afleiden, zoals versieringen en decoraties. Hij dient niet te bidden wanneer er eten is dat hij lust, of wanneer hij moet urineren of ontlasting moet hebben. (Het is ook niet toegestaan om een windje te onderdrukken.)
42) Terwijl men staat, dient men te kijken naar de plek waar men zal neerknielen.
43) Men dient niet naar rechts of naar links te kijken, omdat het kijken naar hier en daar het wegrukken is waardoor shaytaan van het gebed van de dienaar steelt (d.w.z. de beloning van het gebed vermindert).
44) Het is niet toegestaan om omhoog te kijken naar de lucht.
Doe'aa-e al-Istiftaah (openingssmeekbede aan het begin van het gebed):
45) Vervolgens dient men het gebed te beginnen met enkele van de smeekbeden welke van de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) zijn overgeleverd. Er zijn er velen van, de meest bekende hiervan is: “Soebh'aanaka Allaahoemma wa bih'amdika, wa tabaaraka ismoeka wa ta'aala djaddoeka, wa laa ilaaha ghayroeka (glorieus bent U, O Allah, en U komt lof toe en gezegend is Uw Naam en verheven Uw Majesteit en buiten U is er niets of niemand het waard om aanbeden te worden).” Het bevel om dit te doen is bewezen dus dienen we ons er aan te houden. Eenieder die de andere smeekbeden wil zien kan kijken in mijn boek Sifat al-Salaah. (Er worden er ook enkele genoemd in "De Citadel van de Moslim", uitgegeven door Uitgeverij Momtazah.)
5 – Recitatie van de Qor-aan (Koran)
46) Vervolgens dient met toevlucht te zoeken bij Allah – dit is verplicht, en men zondigt als men het nalaat.
47) De Soennah is om te zeggen: “A'oedzoe billaahi min al-shaytaan il-radjiem, min hamzihi wa nafkhihi wa nafathihi (ik zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan, tegen zijn dwaasheid, zijn arrogantie en zijn poëzie).” Poëzie verwijst hier naar de laakbare vormen van poëzie.
48) Men kan ook zeggen: “A'oedzoe billaah il-Samie' il-A'liem min al-shaytaan… (ik zoek toevlucht bij Allah, de Alhorende, de Alwetende, tegen de satan…).”
49) Vervolgens dient men zachtjes te zeggen – of het gebed nu luid wordt verricht of zachtjes: “Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem (in de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle).”
Het reciteren van al-Faatih'ah:
50) Dan dient men Soerat al-Faatih'ah (de eerste soerah van de Qor-aan) volledig te reciteren, inclusief de Basmalah (Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem). Dit is een essentieel onderdeel van het gebed, zonder Soerat al-Faatih'ah is het gebed niet geldig. Degenen die geen Arabisch spreken moeten toch deze soerah onthouden.
51) Degenen die het niet uit het hoofd kunnen leren, dienen te zeggen: “Soebh'aan Allaah, wa'l-h'amdoe-Lillaah, wa laa ilaaha ill-Allaah, wa Allaahoe akbar, wa laa hawla wa laa qoewwata illa Billaah (Glorieus is Allah, en alle lof is voor Allah, er is geen god behalve Allah, Allah is de Grootste, en er is geen kracht noch macht behalve bij Allah).”
52) De Soennah is om het vers voor vers te reciteren en om te pauzeren aan het begin van elke nieuwe aayah. Men dient dus te zeggen: “Bismillaah ir-Rah'maan ir-Rah'iem (in de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle),” dan even pauzeren, vervolgens zegt men: “Al-H'amdoe Lillaahi Rabb il-‘Aalamien (alle lof is voor Allah, de Heer van de ‘Aalamien: mensheid, djinn en alles wat bestaat), dan even pauzeren. Daarna zegt men: “Ar-Rah'maan ir-Rah'iem (de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle),” dan even pauzeren… enzovoort, tot het einde van de soerah.
Dit is hoe de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) de hele soerah reciteerde, pauzerend aan het eind van elke aayah en niet enkele Verzen achter elkaar, zelfs al is er een logisch verloop van de betekenis.
[Van de vertaler: besef dat Allah de Verhevene antwoordt op je gebed. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Allah, de Glorieuze en Verhevene, zei: “Ik heb het gebed tussen Mijzelf en Mijn dienaar gedeeld in twee delen en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.” Als de dienaar zegt: ‘Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij geprezen.' Wanneer de dienaar zegt: ‘De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij Verheerlijkt.' Als de dienaar zegt: ‘Heerser op de Dag des Oordeels,' dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij Verheven.' Wanneer de dienaar zegt: ‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp,' dan zegt Allah: ‘Dit is tussen Mij en Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.' Wanneer de dienaar zegt: ‘Leid ons op het rechte Pad, het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken, niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden,' dan zegt Allah: ‘Dit alles is voor Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft'.” (Sah'ieh' Moeslim, Kietaab as-Salaah, Baab woedjoeb qiraa-at al-Faatih'ah fi koellie rak'ah.) (De blauwe woorden zijn de Nederlandstalige interpretatie van de betekenis van Soerat al-Faatih'ah.)
Dit is een geweldige en belangrijke h'adieth. Als iemand dit in gedachte houdt als hij aan het bidden is, verkrijgt hij een immense khoeshoo' (concentratie, nederigheid) en al-Faatih'ah zal een grote invloed op hem hebben. Hoe kan het ook anders, wanneer hij voelt dat zijn Heer hem toespreekt en hem geeft wat hij vraagt?
Dit “gesprek” met Allah de Almachtige moet gerespecteerd worden overeenstemmend met de juiste waarde. De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Wanneer iemand van jullie staat te bidden, is hij in conversatie met zijn Heer, dus laat hem aandacht schenken hoe hij tot Hem spreekt.” (Al-H'aakiem, al-Moestadrak, 1/236; Sah'ieh' al-Djaami', 1538.) – AY]
53) Het is toegestaan om het te lezen als Maaliki Yawm id-Dien of Maliki Yawm id-Dien.
Hoe degene die achter een imaam bidt het dient te reciteren:
54) Degene die achter een imaam bidt, dient het achter de imaam te reciteren in de gebeden waar de Qor-aan zachtjes wordt gereciteerd en in gebeden waar het hardop gereciteerd wordt, als hij de recitatie van de imaam niet kan horen, of als hij pauzeert nadat hij het volledig gereciteerd heeft zodat degenen die achter hem bidden het kunnen reciteren. Wij denken dat deze pauze niet bewezen is in de Soennah. Ik zeg dat ik het bewijs genoemd heb van degenen die denken dat deze pauze toegestaan is en de weerlegging van dat bewijs, in Silsilat al-Ah'aadieth al-Dha'iefah, nr. 546, 547, deel 2, p. 24-26, Dar al-Ma'aarif editie.
Recitatie na al-Faatih'ah:
55) Het is Soennah om – na al-Faatih'ah – een andere soerah te reciteren, zelfs in Salaat al-Djanaazah (het begrafenisgebed), of enkele aayaat, in de eerste twee rak'ahs.
56) De recitatie kan soms lang gemaakt worden en soms kort, vanwege redenen zoals reizen, hoesten, ziekte of het huilen van een baby.
57) De recitatie varieert volgens de gebeden. De recitatie in het fadjr-gebed is langer dan in al de andere gebeden. De volgende in lengte is dhzohr, dan ‘asr, dan ‘ishaa-e, dan maghrib, meestal.
58) De recitatie in het nachtgebed (qiyaam al-layl) is langer dan al deze gebeden.
59) De Soennah is om de recitatie in de eerste rak'ah langer te maken dan in de tweede.
60) Men dient de recitatie in de laatste twee korter te maken dan in de eerste twee rak'ahs, ongeveer de helft. Als u meer details wenst over dit onderwerp, zie Sifat al-Salaah p. 102 (Arabisch origineel).
Reciteren van al-Faatih'ah in elke rak'ah:
61) Het is verplicht om al-Faatih'ah te reciteren in elke rak'ah.
62) Het is Soennah om ook in de laatste twee rak'ahs er aan toe te voegen.
63) Het is niet toegestaan voor de imaam om zijn recitatie langer te maken dan wat voorgeschreven is in de Soennah, omdat dit moeilijk kan zijn voor degenen die achter hem bidden, zoals de ouderen en zieken, of verzorgende moeders, of degenen die andere dingen [b.v. werk] te doen hebben.
Hardop reciteren en zachtjes reciteren:
64) Qor-aan dient hardop gereciteerd te worden in fadjr en djoemoe'ah (vrijdag) gebeden, ‘eid (feest) gebeden, gebeden voor regen (istisqaa-e), gebeden ten tijde van een zonsverduistering (koesoef) en in de eerste twee rak'ahs van maghrib en ‘ishaa-e.
Men dient zachtjes te reciteren in dhzohr en ‘asr, in de derde rak'ah van de maghrib en de laatste twee rak'ahs van ‘ishaa-e.
65) Het is toegestaan voor de imaam om soms een aayah hoorbaar te maken in de gebeden waar recitatie zachtjes gedaan moet worden.
66) In witr en qiyaam al-layl dient men soms zachtjes te reciteren en soms hardop, en men dient gematigd te zijn met het verheffen van de stem.
Tartiel – reciteren met een gematigd tempo:
67) De Soennah is om de Qor-aan met een gematigd tempo te reciteren, niet snel en gehaast. De Qor-aan dient gereciteerd te worden op een manier waardoor elke letter goed onderscheiden kan worden, en de Qor-aan dient men te verfraaien met de stem. Men dient de algemene regels van de geleerden van tadjwied [recitatieregels van de Qor-aan] in acht te nemen en men dient de Qor-aan niet te reciteren op de geïnnoveerde manier van zangers of volgens de regels van muziek.
Het herinneren van de imaam:
68) Het is voorgeschreven voor degene die achter de imaam bidt om de imaam voor te zeggen wanneer hij twijfelt in zijn recitatie [of te corrigeren wanneer hij een fout maakt – AY].