- Onze ouders

Sissih

AhlAlSunahWaDjama'ah
Wat zegt ALLAH (s.w.t.) in de Qor’aan over de plichten t.o.v. de ouders:

In Soerat al-Baqarah zegt Hij (s.w.t.) over de Bani Israiel:

En (gedenkt) toen Wij het verbond van de Kinderen van Israël aanvaardden (zeggend): Aanbidt niets dan ALLAH, en betracht goedheid jegens de ouders, en de verwant, en de wees, en de behoeftige, en spreekt het goede tot de mensen en onderhoudt de salaat en geeft de zakaat. "vervolgens onttrokken jullie je er aan, behalve een klein aantal van jullie, terwijl jullie je afwendden (al-Baqarah 2 ayah 83)


Ook in het testament hebben de ouders een belangrijke plaats: In Soerat al-Baqarah zegt ALLAH (s.w.t.) hierover:

"het is jullie verplicht wanneer de dood een van jullie nabij is, als hij bezit nalaat, een testament te maken voor de ouders en de verwanten, volgens wat redelijk is, dit is een verplichting voor de Moetaqoen (zij die ALLAH (s.w.t.) vrezen)” (al-Baqarah 2 ayah 180)

En over de bijdragen die wij moeten geven zegt Hij (s.w.t.):

Zij vragen jou wat het is dat zij als bijdrage moeten geven. Zeg: "Wat jullie aan goeds geven (als bijdrage) is bestemd voor de ouders en de verwanten en de wezen en de armen en de reiziger zonder proviand. "En wat jullie aan goeds doen: voorwaar. ALLAH is daarover Alwetend.” (al-Baqarah 2 ayah 215)

De ouders staan vooraan, van degenen voor wie je goede daden moet doen en moet geven van wat je van ALLAH (s.w.t.) hebt gekregen.

ALLAH (s.w.t.) zegt in de Qor’aan dat wij Hem moeten aanbidden en onze ouders goed moeten behandelen: deze twee staan naast elkaar, als horende bij elkaar, en de een kan niet goed gedaan worden zonder dat de andere word gedaan:

"En aanbidt ALLAH en kent Hem in niets een deelgenoot toe, en weest goed voor de ouders en de verwanten en de wezen en de behoeftigen de verwante buren en de niet-verwante buren en de goede vrienden en de reiziger en de slaven waarover jullie beschikken Voorwaar, ALLAH houdt niet van de trotse hoogmoedigen”

Als wij onze ouders niet goed behandelen dan zijn wij trots- we denken immers dat wij die plicht niet hebben- en wij zijn hoogmoedig- we denken dat het niet uitmaakt of wij naast hen staan of niet.

De heel bekende ayah uit de Qor’aan waar ALLAH (s.w.t.) ons zegt:

"En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten (goed doen) tegenover de ouders. Als een van de twee of beiden de ouderdom bereiken in jouw aanwezigheid, zeg dan nooit 'foei/oef' tegen hen, snauw hen niet af en spreekt tot hen een vriendelijk woord.

En wees zachtmoedig voor beiden, en nederig en liefdevol, en zeg: O mijn Heer, schenk hun Genade, zoals zij mij opvoedden toen ik klein was" (Al-Israa 17 : 23-24)


Lees in de Qor’aan de ayaat over de Profeten, die voor hun ouders aan ALLAH (s.w.t.) het goede vragen en gehoorzamen aan het bevel van Hem om goed met hun ouders om te gaan. En zeker zijn de Profeten naar ons gestuurd als voorbeelden van goed gedrag en leiding voor de mensheid.

Lees over de Profeten Loeqmaan, Jachjaa, Iesaa en Noeh (vrede zij met hen), dat ALLAH (s.w.t.) hen beschrijft als goed zijnde voor hun ouders. En dit laat ons zeker zien wat voor hoge positie dit bij ALLAH (s.w.t.) heeft, dat Hij (s.w.t.) Zijn profeten (vrede zij met hen) hiermee beschrijft.

Lees wat ALLAH (s.w.t.) zegt in Soerat Loeqmaan, de Soerah waarin staat dat de Profeet Loeqmaan ('alaihi asalaam) zoveel goede kennis doorgaf aan zijn zoon. En ALLAH (s.w.t.) zegt hier:

"En wij bevolen de mens (goedheid) jegens zijn ouders. Zijn moeder droeg hem in zwakheid op zwakheid, en het zogen van hem duurde twee jaren. Wees daarom mij en jouw ouders dankbaar. Tot mij is de terugkeer.

En als zij jou dwingen dat jij iets aan Mij toekent, zonder dat jij er kennis over hebt: gehoorzaam hen dan niet. En vergezel hen vriendelijk op de wereld. En volg de weg van degenen die zich tot Mij hebben gewend. Daarna is tot Mij jullie terugkeer. Dan zal Ik jullie op de hoogte brengen van wat jullie plachten te doen " (Loeqmaan 31 : 14-15)


ALLAH (s.w.t.) spreekt in de Qor’aan over de Profeten Jachjaa en Iesaa (vrede zij met hen). Lees in Soerat Maryam:

”En hij (Jachjaa) was goed voor zijn ouders en hij was niet arrogant en ongehoorzaam.”"Hij (Iesaa) zei: "Voorwaar, ik ben een dienaar van ALLAH. Hij heeft mij het Schrift gegeven en mij tot Profeet gemaakt. En Hij heeft mij gezegend waar ik ook ben en Hij heeft mij bevolen de salaat te verrichten en de zakaat (te betalen) zolang ik leef. En om goed te zijn voor mijn moeder. En Hij heeft mij niet als een arrogante ongehoorzame gemaakt... ."
De Profeet Noeh ('alaihi asalaam) vroeg ALLAH (s.w.t.) om vergeving voor zijn ouders:

'Mijn Heer, vergeef mij en mijn ouders en wie mijn huis binnentreedt als gelovige, en de gelovige mannen en de gelovige vrouwen... .' (Noeh 71 : 28)


Zoals jullie hierboven kunnen lezen, wordt ALLAH’s (s.w.t.) gebod om goed te zijn voor de ouders vaak gevolgd door het gebod om goed te zijn voor je verwanten (familie) en je buren. Ook in de ahadieth worden vaak goedheid aan de ouders en aan de familie en de buren samen genoemd. Over de familie, meestal wordt deze genoemd als 'baarmoederbanden', 'silla-t-ul-rahm', die wij goed horen aan te houden. In ahadieth wordt duidelijk gemaakt wat de veroordeling is van degene die zijn ouders en zijn familie en buren niet goed behandelt.

Welke hoge plaats heeft ALLAH (s.w.t.) gegeven aan 'Birr-ul-waalidein', de goede omgang met de ouders?!


Abdoellaah ibn Mas'oed (r.a.) verhaalt: "Ik vroeg de Profeet : 'Welke handeling is het meest geliefd bij ALLAH?' Hij antwoordde: 'Het gebed op de daarvoor gegeven tijd verrichten' Ik vroeg: 'En daarna?' Hij antwoordde: 'goedheid betrachten tegenover de ouders' Ik vroeg: 'En daarna?' Hij antwoordde: ’Djihaad op de weg van ALLAH'. (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)

Abdoellaah ibn Amroe ibn Al-'aas (r.a.) vertelde, dat een man bij de profeet kwam en zei: 'Ik wil plechtig de eed bij u afleggen, dat ik zal emigreren en voor de zaak van ALLAH zal strijden om Zijn beloning te krijgen.' Hij zei: 'En leeft een van jouw ouders nog?' De man zei: 'Ja, zij leven allebei nog' Hij zei: 'Zoek jij de beloning van ALLAH?' Hij zei: 'Ja.' Hij zei: ' Ga terug naar jouw ouders en wees de beste metgezel voor hun.' (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)



--------------------------------------------------------------------------------

De hoge plaats van de moeder en de vader


Aboe Hoerairah (r.a.) verhaalt dat er een man naar de Boodschapper van ALLAH ging en vroeg: 'O Boodschapper van ALLAH, wie van de mensen heeft het meeste recht op goed gezelschap van mij?'

Hij antwoordde: 'Je moeder.' De man vroeg: 'En wie dan?' Hij antwoordde: 'Je moeder' De man vroeg: 'En wie dan? Hij antwoordde: 'Je moeder' De man vroeg: ' En wie dan?' Hij antwoordde: 'Je vader.' (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)

Aboe Hoerairah (r.a.) vertelde dat de Profeet zei: "Geen zoon kan voor zijn vader terugdoen (wat de vader voor hem deed), behalve als hij zijn vader als slaaf zou worden en hem dan vrij zou kopen.” (Overgeleverd door Moeslim)

Asmaa bint Abie bakr As-Saddieq (moge ALLAH tevreden met hen beiden zijn), vertelde: 'Mijn moeder kwam om mij te bezoeken, toen zij nog ongelovige was in de periode van de Boodschapper van ALLAH. Ik vroeg de Boodschapper van ALLAH : 'Mijn moeder is mij komen bezoeken en zij vraagt iets van mij. Mag ik haar gehoorzamen?' Hij antwoordde: 'Ja, wees vriendelijk naar je moeder toe.' (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)


Eerbied voor de vrienden van de ouders


Ibn Omar (r.a.) vertelde dat de Profeet zei: ’De nobelste daad is dat een mens goed omgaat met de vrienden van zijn vader.’ (Overgeleverd door Moeslim)

Drie ahadieth over 'aqoeb-ul-waalidein' (slechte omgang met de ouders):
Abie Bakarah Noefij-ie ibn Al-Haarith, (moge ALLAH tevreden met hem zijn, vertelde): 'De Boodschapper van ALLAH zei: 'Zal ik jullie vertellen wat de grootste van de grote zonden zijn?'-hij herhaalde dit drie keer- Wij zeiden; 'Zeker, oh Boodschapper van ALLAH.' Hij zei: ' Iets anders aanbidden naast ALLAH, ongehoorzaam zijn aan de ouders (hij zat eerst gesteund tegen een kussen maar ging toen rechtop zitten), en hij zei verder: 'en liegen en vals getuigen.' En hij herhaalde deze zin zo vaak, dat wij zeiden:"was hij maar stil". (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)

Mohammed Djoebeiri ibn Moet'imi (r.a.) vertelde dat de Profeet zei: 'Hij gaat het Paradijs niet in die afsnijdt.' En Soefiyaan zei als uitleg: ' de familiebanden afsnijdt' (overgeleverd door Boechaarie en Moeslim)

Aboe Hoerairah (r.a.) vertelde dat de Profeet zei: ”moge zijn neus in stof worden gewreven, en moge zijn neus in stof worden gewreven en moge zijn neus in stof worden gewreven, die zijn ouders vindt in de ouderdom, een of beiden, maar die het Paradijs niet binnen zal gaan (omdat hij hen toen niet geholpen heeft).” (overgeleverd door Moeslim)
 
Top